Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

197 In augusto den tweesten dach

Politiek historielied. Maarten van Rossem (de maarschalk van Willem van Gulik-Kleef-Berg) probeert Leuven te bezetten op 2 augustus (1542), maar door de grote moed van de studenten en vrouwen houdt de stad stand.

1,2 belegen: belegerd
1,3 van Fransche knechten: door Franse soldaten (de Franse koning en de hertog van Gelre, Willem van Gulik-Kleef-Berg, hadden een bondgenootschap tegen Karel v)
1,4 sonder verdrach: zonder uitstel
2,1 stoutelic: brutaal
2,3 scheper: herder
2,5 Ze dachten dat de Leuvense vrouwen sliepen (Ze hadden buiten de Leuvense vrouwen gerekend)
3,1 veste: stadsmuur
  stouten clerc: dappere student
3,2 neerstich: ijverig
3,3 reepen: (banden van linnen of twijgen die, met pek of teer ingesmeerd, brandend naar de vijand gegooid werden)
3,4 cloec: flink
3,5 aenbrenghen: aanvoeren
4,2 niet een caf: nauwelijks de moeite
4,3 hielden goe hoede: waren uiterst waakzaam (eig. hielden goed de wacht)
4,4 Ook al vluchtten veel mensen (weg uit de belegerde stad)
5,2 abasaet: afgezant
5,4 obstinaet: onverbiddelijk
5,5 root van gouwe: van goud
6,1 een voor al: in naam van zijn troepen
6,2 Een groot aantal kogels en buksen
6,3 En kruit in grote hoeveelheden

[pagina 443]
[p. 443]

6,4 sonder gheschal: ongestoord
7,1 De stadsbestuurders wilden deze eis inwilligen
7,3 consenteeren: toestaan
7,4 met een accoort: als met één stem
7,5 declineren: ten onder doen gaan
8,2 hielt: hield stand
8,5 hoop: menigte (bedoeld wordt: het leger)
9,2 is hen den moet beswaert: werd het hen droef te moede
9,3 Ze hebben zich teruggetrokken
10,2 IIIIc: 400
10,3 ghestoort van sinne: ontsteld
10,4 verstaget bloot: versta het goed
10,5 Daar liet hij hen (de lichamen van de gesneuvelden) brengen
11,2 verbaert: verbrand
11,4 hen ontvert: hun ontglipt
12,2 hem: hen
12,3 Maar alleen zich toe te vertrouwen aan de hand van de Heer
12,4 milt: barmhartig
12,5 Hem: Zich
13,2 verlicht: opgewekt
13,3 vermonden: laten weten
13,4 Want: (kan onvertaald blijven)
  cloeckelijck vicht: dapper vecht
13,5 bevonden: gebleken te zijn

In augusto den tweesten dach maakt deel uit van een serie liederen die vertellen over de opmars van de Gelderse troepen door Brabant (al 177, 181, 182=186, 190, 195, 197, 200, 210, 211, 219, 220). Na het mislukte beleg van Antwerpen (eind juli 1542, zie al 177), trok legeraanvoerder Maarten van Rossem richting Luxemburg om zich aan te sluiten bij het Franse leger. Onderweg verscheen hij voor de verarmde universiteitsstad Leuven (Mechelen en Brussel bleken te sterk verdedigd), die slecht voorbereid was op een militaire aanval. Nadat op 2 augustus een heraut de stad had opgeëist voor de koning van Frankrijk, besloten de Leuvenaren tot onderhandeling met Maarten van Rossem, omdat een goede verdediging onmogelijk leek. Van Rossem eiste vrije toegang tot de stad, een grote som gelds en ruime bevoorrading. De stad was ondertussen in grote verwarring en velen, waaronder talrijke hoogleraren en bestuurders, ontvluchtten haar. Maar de studenten en vrouwen toonden zich standvastiger en speelden een belangrijke rol in de verdediging. Toen de belegeraars de stad dreigden binnen te komen, stormde een menigte de vesting op en begon de vijand te beschieten. De stadsbe-

[pagina 444]
[p. 444]

stuurders, bang voor represailles, boden excuses aan voor het gebeurde. Nu werd er vanuit de stad opnieuw op de belegeraars geschoten en Van Rossem voelde zich bedreigd: zijn leger was nog steeds slecht bewapend, wat hem ook bij Antwerpen al duur was komen te staan. Bovendien ging het gerucht dat de legers van Maria van Hongarije (die regentes over de Nederlanden was) oprukten naar Leuven om de stad bijstand te verlenen. Van Rossem trok zijn troepen terug. De vreugde over de behaalde overwinning was groot.

Het lied getuigt direct van deze blijdschap. De moed van de Leuvenaars wordt er overdreven (de komst van Maria's troepen was immers van cruciaal belang; de stad alléén had vermoedelijk nooit stand kunnen houden) en de verliezen aan de kant van de Gelderse troepen onder Maarten van Rossem (vierhonderd man) lijken wel erg hoog. Ook kan worden getwijfeld aan details zoals het verbranden van de doden (strofe 10 en 11). De heeren van Leuven worden even genoemd (7,1), maar de onderhandelingen komen verder niet aan de orde (strofe 5 en 6). De studenten, vrouwen en burgers die het beleg afgeslagen hebben, krijgen alle lof toegezwaaid. Het lied zal zeker een hart onder de riem zijn geweest voor de Leuvenaars, die zichzelf natuurlijk graag als moedig vechtende leeuwen wilden zien.

 

Dit lied lijkt enig succes gehad te hebben in de contrafactuur: het is nagevolgd in al 195, dat gebeurtenissen van een jaar later bezingt, en als wijsaanduiding gebruikt voor een lied in de bundel van de Brusselse rederijkerswedstrijd van 1562, gewijd aan de vraag wat dat de landen can houden in Rusten. Een melodie is niet bekend, maar men kan het desgewenst zingen op de melodieën genoemd bij het lied over Münster (al 168).

Literatuur: Van de Graft 1904, p. 193-197; Van 't Hooft 1948, p. 165-169; Van der Bom 1985; Van Wissing 1993b; Repertorium 2001, t3784.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken