Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arsenaal. Jaargang 1 (1945)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arsenaal. Jaargang 1
Afbeelding van Arsenaal. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Arsenaal. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.98 MB)

Scans (556.36 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arsenaal. Jaargang 1

(1945)– [tijdschrift] Arsenaal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 481]
[p. 481]

Boekbespreking.

‘Drie-hoog-voor’, gedichten uit de Kleine Kamer, door Johan Daisne. - Uitg. Manteau, Brussel, 1945. - 64 blz., 60 fr.

Waaruit zou de poëzie anders kunnen ontstaan dan uit het leven? Want, helaas, wij zijn maar menschen die op de aarde moeten leven en strijden. Zelfs de simpelste dingen van elken dag beïnvloeden ons. Dat Johan Daisne aan elk voorwerp uit zijn kamer een gedicht wijdde verwondert ons niet want Daisne kan ons niet meer verwonderen; maar is Daisne eigenlijk niet gewoner en eenvoudiger dan wij het van den mensch gewoon zijn? De mensch leert zoo gauw huichelen en grootspraak verkoopen, zijn onwaarachtigheid wordt hem op den duur een tweede natuur, maar Daisne is in essentie zijn kind-zijn en daarmede zijn primaire en spontane reacties op het leven nooit ontgroeid. Misschien is hij gelukkig omdat hij nog droomen kan en kinderlijk aan zijn suggesties gelooven. Nog kunnen de eenvoudigste dingen tot hem spreken en nog kan de werkelijkheid hem een uitgangspunt worden voor zijn verbeelding. Maar daarnaast bezit hij de eigenschappen van een man: een psychologischen en filosofischen kijk op de facetten van het leven. Vandaar zijn magisch-realisme.

Elk voorwerp uit zijn kamer (het venster, de kast, de stoel, de tafel, het bed, de zoldering e.a.) heeft Daisne bekeken als kind en als man, als met een zintuig voor de verbeelding en een zintuig voor de beschouwing, het innerlijke. Zijn verzen zijn dan ook een kruising van fantasie, sentiment en moraal. In den grond zijn het ontroerende medidaties bij de eenvoudigste stoffelijke dingen, die door Daisne - als mensch en als dichter - tot levende wezens werden omgetooverd.

Daisne hecht er belang aan dat zijn poëzie lééft naar inhoud en naar vorm. Hij schrijft een ‘poésie parlante’.

Sinds het verschijnen van zijn ‘Hermine-uit-de-Storm’ is Daisne er niet op vooruit- noch achteruit gegaan. Een vergelijking is echter moeilijk en misschien gewaagd omdat heide bundels van uiteenloopenden aard zijn, wie meer van de liefde houdt zal

[pagina 482]
[p. 482]

‘Hermine’ verkiezen en de stillere, de meer huiselijke zal ‘Drie-Hoog-Voor’ prefereeren, maar ten slotte treffen wij er altijd Daisne in aan, een buitengewoon talent en ongemeen artist.

Leggen wij deze mooi-uitgegeven verzen op onze schrijftafel, dicht bij de hand, opdat wij bij het lezen ervan bij de dingen, die ons omringen, kunnen wegdroomen en mediteeren.

 

R.B.

‘Zoo zijn wij...’, door Magda Somers. - Uitgeverij N.V. Standaard-Boekhandel. - 154 bldz. - Geb.: 58,- Fr.

In dit boek brengt Magda Somers ons belijdenissen van gevangenen. Het geheel draait rond ééne kern: mogen we oordeelen - onderverzwegen be- of veroordeelen - over de misdaad van anderen.

In haar relaas, want meer is het boek eigenlijk niet, laat schrijfster de psychologie uit de feiten zelf spreken. Ze onthoudt zich van commentaar en tracht in de aanleiding tot de misdaad een verontschuldiging te vinden. Ze bewijst hoe uit kleine, alledaagsche feiten en uit bestiale hartstochten de katastrofale gevolgen (moord en misdaad) ontstaan.

Deze ethische tendenz is geenszins expliciet vermeld, behalve dan, zeer vaag, in de inleiding en de narede.

Niettegenstaande schrijfster zeer gecompliceerde gevallen van pathologischen en psycho-analytischen aard behandelt mist het werk nochtans de noodige bezieling om als roman betiteld te worden.

Crimineele aandriften werden in de literatuur reeds op heel wat praegnantere en minder tendentieuze wijze tot kunst verwoord.

We denken hierbij aan ‘De Gebroeders Karamazow’ van Dostojewski, aan ‘Hamlet’ van Shakespeare, aan ‘The Picture of Dorian Gray’ van Oscar Wilde, e.a.

Het dient nochtans toegegeven dat het werk levensecht is en getuigt van een grondige, hechte levenservaring.

In dit verband verwijzen we graag naar het relaas waarin het ellendige van een vies leven op eenvoudige wijze wordt aan de kaak gesteld.

Dit verslag, dat met goed gevolg als novelle kan gepubli-

[pagina 483]
[p. 483]

ceerd worden, brengt ons een staaltje uit het leven van de Fransche onderwereld. Het verhaalt ons het leven van een Fransch hoerenlooper, gentleman-inbreker, ronselaar en cocaïnesmokkelaar.

Fijn om het dynamisme, treft het vooral om de nuchtere vaststelling der feiten, zonder litteraire tierelantijnen.

De weinig preutsche toon, de realistische en zakelijke vaststelling van schrijnende levensmiserie en rauwe hartstochtreflexen mogen voor een Vlaamsche schrijfster beslist als een zeldzame, doch verheugende vaststelling beschouwd worden.

 

R.L.

‘Lyriek van Henriette Roland Holst van der Schalk’. Klassieke Galerij nr 22. Bezorgd, ingeleid en van aanteekeningen voorzien, door Dr. Rob. Antonissen. - Prijs: 20 fr.

Laat nu alle dichters onzer generatie, naast vele ouderen maar verzen schrijven en publiceeren! Laat ze elkaar maar bewieroken en ophemelen! Laat ze elkaar interviewen en tot dichter en denker uitroepen! Laat ze! Laat ze! Wie plotseling in het schitterende electrische licht staat, denkt niet meer aan stinkende, pinkende, rookende kaarsen!

Hier voor ons, ligt het werk van een waarachtig dichter en denker: H. Roland Holst-Van der Schalk. Met dit boek zijn we plotseling alle geklets, gestamel en rijmelarij vergeten:

 
Aan dit geslacht van dichters is de taak
 
hun ziel met die Klaarheid te overgieten
 
waaruit de gedachten als stralen schieten
 
in de scheem'ring der geesten, die ik laak.
 
 
 
om ze te bevruchten als grond die braak
 
ligt met de zekerheid van één genieten
 
dat menschen telkens vonden en verlieten
 
en weer te vinden zoeken als een baak:
 
 
[pagina 484]
[p. 484]
 
de oorzaken te kennen en de gronden,
 
de verschillen tusschen het valsche en ware
 
en de wetten, waarnaar hun daden gaan.
 
Dan zal er in hun hart voor het gevonden
 
geluk: de waarheid van hun denken, klare,
 
onveranderlijke liefde ontstaan. (blz. 30)

Ziedaar, alles is gezegd wat voor een mensch en meer nog voor een dichter van groot belang is.

En als we zeggen een dichter, dan denken wij ook aan velen die, spijts lovende critieken van collega's; spijts Dr. titels; spijts een... stapel reeds gepubliceerde... werken, al even onbenullig zijn als studenten uit poëzieklas.

Met de lyriek van H.R. Holst-V.d. Schalk, zijn wij - o zeldzaamheid! - een heerlijk boek rijker geworden.

Och, we zouden zoo veel goeds over deze verzen willen mede deelen. Maar liever dan een paar blz. overzicht, schrijven wij: Koopt dit boek en leest deze verzen, en indien mogelijk, legt in de handen van onze dichters het open boek, op, de blz. waar de dichteres zegt:

 
Alle groei is het smartlijk gebeuren
 
van wat later blijkt tot blijheid te worden
 
want lagere verlate' om hoogere orden
 
gaat altijd gepaard met pijn van losscheuren.
 
Dan bedroeft zich de ziel, beangst geworden
 
omdat zij niet weet, dat dit lied is beuren,
 
en vreest vereenzaamd te moeten betreuren
 
verloren echtheden die rond haar dorden.
 
 
 
Totdat, gekomen waar zij vrijer ziet,
 
zij erkent hoezeer haar kracht is toegenomen
 
en de onnoodigheid van haar verdriet;
 
want alles wat tot steun dient van haar aard
 
is menigvuldiger in haar gekomen;
 
en wat terugbleef, was geen hartzeer waard. (blz. 30)
 
 
 
K. Dekandelaere.
[pagina 485]
[p. 485]

‘Beatrijs’, Middelnederlandsche sproke met aanteekeningen en bibliographie. Uitgegeven door Dr. Rob. Roemans. - Klassieke Galerij nr. 21. - Prijs: 20 fr.

Toevallig hadden we ‘Beatrijs’ in de bewerking van Boutens herlezen, toen wij bovengemeld werk ontvingen. Juist den tijd dus, om de eigenlijke sproke te herlezen en te genieten.

De literaire waardebepaling van dit meesterwerk hier aantoonen, vinden wij overbodig. Alleen dit: het boek verschijnt ten zeer gepasten tijde. Mocht het veel, zeer veel lezers vinden; niet om de zeldzaam rijke poëzie; niet om het schijnbaar romantische gebeuren; niet om het genot van de ‘scone taele’, maar slechts om deze waarheid, welke de menschen weer moeten leeren: dat Maria, de Moeder van den Heer nog altijd de middelares blijft tusschen God en de menschen; dat Zij nog altijd blijft: de ‘toevlucht der Zondaren’ die steeds aan al hare kinderen steun en bijstand verleent:

 
‘Wie aan U soect ghenade,
 
Hi vintse, al comt hi spade’
 
(825-826).

‘Beatrijs’ kan, met den goeden wil van de lezers weer de oeroude, maar eeuwige wegen aantoonen, en afleiden van het donkere ravijn, dat door een ontzaglijk aantal, haast allen onbewuste afdwalenden van onzen tijd met rassche schreden wordt genaderd.

Met ‘Beatrijs’ is een mirakel gebeurd. Voor weldenkenden zijn geen mirakels noodig om te gelooven. Maar de gaven van Vreeze, Sterkte en Godsvrucht zijn ten allen tijde en voor alle onderwezen Volkeren noodzakelijk! ‘Beatrijs’ kan een hulp zijn voor velen, die opnieuw naar ware grootmenschelijkheid willen streven.

Wij wenschen de ‘Klassieke Galerij’ oprecht geluk met deze uitgave.

 

K. Dekandelaere.

[pagina 486]
[p. 486]

‘Het Thebaansche legioen’, door André Franchoo. - Uitgave Schoonbaert, St.-Adries, 1945. - 42 blz.

In de inleiding zegt E. Pastoor Vereecke terecht, dat onze tijd nood heeft aan geloofsfierheid, sterke belijdenis en zelfverloochening. In dit boekje lezen wij over den strijd en den gewilligen marteldood van duizenden kristen legioensoldaten, die deze deugden in hoogste mate bezaten. Het verhaal werd blijkbaar zonder literaire pretentie geschreven, maar het boeit en de de inhoud schenkt ons hier en daar een huiverende emotie. Over deze stof ware o.i. eveneens een prachtig jeugdboek te schrijven.

 

A.D.L.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Drie-hoog-voor

  • over Beatrijs


auteurs

  • Remi Boeckaert

  • Rik Lanckrock

  • Karel Dekandelaere

  • Albert de Longie

  • over Magda Somers

  • over Henriette Roland Holst-van der Schalk

  • over Rob. Roemans

  • over André Franchoo