Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arsenaal. Jaargang 3 (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arsenaal. Jaargang 3
Afbeelding van Arsenaal. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Arsenaal. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.55 MB)

Scans (360.88 MB)

ebook (6.16 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arsenaal. Jaargang 3

(1947)– [tijdschrift] Arsenaal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 250]
[p. 250]

Boekbespreking

Joris Eeckhout - Litteraire profielen XIV - Uitgeversmij N.V. Standaard-Boekhandel - 128 blz.

Van een belezen kritikus die de opvatting verdedigt dat kunst en leven met innige banden dienen verbonden te zijn verwacht men heel wat meer dan Joris Eeckhout ons schenkt in zijn ‘Litteraire profielen’. Er staat inderdaad in dit werk geen enkel essay dat ons dieper inzicht schenkt in het oeuvre van één der behandelde schrijvers.

De bijzonderste reden hiervoor dient m.i. gezocht in het feit dat J.E. zelden of nooit objectief oordeelt. Bij elk opstel stelt hij zich een doel, en hierop richt hij dan al zijn waardebepalingen af. Wanneer hij schrijft: ‘Daudet is een pamflettist van litteraire kritiek heeft hij geen benul’ (blz. 31) dan hoeven we, om onze indruk over hem weer te geven, eenvoudig zijn naam in de plaats te schuiven van die van de Franse auteur. Voor hen die deze uitspraak te radicaal vinden geef ik een paar staaltjes van 's schrijvers exhibities. Bij een behandeling van de jongere Vlaamse romankunst noemt hij de volgende namen: Louis-Paul Boon (die hij natuurlijk volledig neerhaalt), Piet Van Aken, Johan Daisne (wiens ‘Trap’ hij, naar eigen verklaring, beoordeelt naar hetgeen hij las in een Hollands tijdschrift en... op de kaft van het boek), Valère Depauw, Maurice Roelants en - volgens hem de allergrootste - Emiel Van Hemeldonck. Mensen als Lampo, Van Baelen, Inghelram, Duribreux, enz. zijn hem eenvoudig het vermelden niet waard.

Wanneer hij tracht het eerder drakerige ‘Quo Vadis?’ op te hemelen dan maakt hij van de auteur van het boek, Henryk Sienkiewicz een reus in vergelijking met... Leo Tolstoj (blz. 29).

Als we Joris Eeckhout een raad mogen geven dan deze: bespreek, om godswil, de boeken naar hun wezenlijke waarde en niet naar de rol die hun het best past in het kader van uw armzalig gedoe.

Paul Berkenman.

Clement Van Straelen - De wegwijzer voor wie naar Kongo wil. - Uitgave N.V. Standaard-Boekhandel - 64 blz.

Nu zich de ogen onzer bevolking meer en meer naar onze kolonie richten kan deze brochure uitstekende diensten bewijzen aan de jongeren die dromen ginds carrière te maken. Het boekje geeft, benevens een opsomming van de mogelijke koloniale beroepen, een objectief beeld van de in Kongo heersende toestanden. De dromers-van-luilekkerland zullen er waarschijnlijk door ontnuchterd worden; de werkelijke idealisten (degenen die niet bang zijn voor het werk) zullen het werkje van Van Straelen als een eerste kennismaking weten te waarderen.

Paul Berkenman.

Dr. Giovanni Rajberti - De kat en haar philosophie. Uitgave N.V. De Sleutel - 76 blz. - 60 fr.

Zelden waren wij zo sceptisch bij het ter recensie ontvangen van een werk dan toen we deze zeer verzorgde, mooi geillustreerde en van knappe foto's voorziene uitgave ter hand kregen. We dachten te doen te hebben met één der uitgaven zoals er in Holland nog al veel van de pers komen: een brave causerie van een oude heer over zijn hobby. Laat ons echter al gauw bekennen dat we aangenaam werden verrast. Dr. Giovanni

[pagina 251]
[p. 251]

Rajberti (die naar het schijnt een in 1805 geboren Milanees is, die met dit boekje een eigen plaats wist te veroveren in de letterkunde van zijn land) heeft ons een werkje geleverd dat na 100 jaar nog even fris voorkomt alsof het gisteren geschreven werd. Het geheel is niet enkel een satire met de kat als voorbeeld yan de menselijke gebreken, maar tevens een uiteenzetting van degelijk verantwoorde en dikwijls tot de kern dringende principes.

De schrijver wordt echter nooit gewichtig, doch blijft altijd pittig en prettig. Voor hen die absoluut elke auteur willen klasseren noem ik als geestesverwanten: Rajberti en de prozaïst Richard Minne. Degenen die nog meer wensen te vernemen lezen het werkje zelf, ze zullen er een paar genoeglijke uren aan beleven en een stuk ironische levenswijsheid rijker worden.

Paul Berkenman.

Jef Crick - Petrus Paulus Rubens, de roman van zijn leven. - Boekuil en Karveel-uitgaven, Antwerpen - Tweede druk - ingen. fr. 125 - geb. fr. 150.

Ondanks de ondertitel zal wel niemand dit werk als een echte roman beschouwen. Hiervoor mist het niet enkel psychologische spankracht, maar is het tevens eerder een naast elkaar plaatsen van min of meer historische gebeurtenissen dan wel een verhaal.

Jef Crick's verdienste ligt echter elders dan op het litteraire plan. Zijn ‘Rubens’ brengt onze mensen nader tot één onzer grootste kunstenaars. Dank zij de handige afwisseling van fantasie en geschiedenis, alsmede door de mooi volgehouden atmosfeer, zullen zowel ‘intellectuelen’ als volksmensen het werk met interesse kunnen lezen.

Om kort te zijn: een boek zonder letterkundige waarde, dat echter omwille van de degelijkheid van de documentatie, de vlotte schrijftrant en vooral om het enthousiasme waarmee het één der geniaalste Vlamingen verheerlijkt een ruime belangstelling verdient.

Paul Berkenman.

Dr. Rob Antonissen. - Schets van den ontwikkelingsgang der Zuidafrikaanse letterkunde. 1ste deel: studie, 2de deel: bloemlezing. 410 en 346 blz. Geb. 300 fr. Uitg. Pro Arte, Diest.

Enige jaren geleden, toen dr Antonissen nog drs tekende, lazen wij van hem af en toe artikels in een degelijk Vlaams weekblad. Dat het met hem zou vergaan als met een hol in een haag, daar het aantal letters van zijn titel - door het wegvallen van de s - al groeiend zou verminderen was klaar genoeg te voorzien. Aan die titel echter ergerden wij ons niet - het zou ons trouwens even belachelijk hebben gemaakt als de vos in het fabeltje met de groene druiven - doch die titel stemde ons evenmin enthousiast: een dr-pijl is immers niet onmisbaar om een hoofdvogel af te schieten, dr J.A. Goris hanteert zelfs een Marnix Gysen-pijl. Maar het feit dat er uit die drs Antonissen een klepper zou groeien liet ons allerminst onverschillig. En waarachtig, Rob Antonissen is een klepper geworden, zelfs in een betrekkelijk korte tijdspanne.

 

Ongeveer een jaar geleden reeds heeft Rob Antonissen wellicht zijn sporen verdiend met de uitgave van ‘Herman Gorter en Henr. Roland Holst’. De lovende recensies, die aan dit lijvig werk werden gewijd, kunnen wij evenwel nog niet bevestigen, daar wij dit eerste groots uit-

[pagina 252]
[p. 252]

gewerkte essay van Rob Antonissen nog niet hebben gelezen. Zijn ‘Schets van den ontwikkelingsgang van de Zuidafrikaansche literatuur’ heeft ons echter in zo'n mate geïnteresseerd dat wij zodra mogelijk ‘Herm. Gorter en Henr. Roland Holst’ in handen zullen trachten te krijgen.

Het kan niet anders of Rob Antonissen moet jarenlang in de Zuidafrikaanse literatuur gegrasduind hebben. En wanneer wij zeggen ‘gegrasduind’ doen wij de essayist onrecht aan, want Rob Antonissen heeft niet alleen de Zuidafrikaanse taal, maar - zoals blijkt uit deel I - ook de Zuidafrikaanse literatuur grondig bestudeerd. Rob. Antonissen is op dit gebied trouwens niet aan zijn proefstuk. Een bloemlezing, die wij geregeld ter hand nemen, is zijn ‘Zuidafrikaansche poëzie’, verschenen in 1943. Eerlijk gezegd, vooraleer deze bloemlezing verscheen wisten wij van de Zuidafrikaanse poëzie weinig of niets af en voor ons, kinderen der duisternis, was deze bloemlezing een van de heerlijkste openbaringen. Het feit dat Antonissen ons thans een monumentale bloemlezing, waarin ook proza, uit de Zuidafrikaanse literatuur heeft bezorgd, kunnen wij dan ook niet anders dan appreciëren. Meer nog, deze bloemlezing heeft ons zelfs zo bevredigd dat wij ons dienen te beheersen om ons niet aan een al te pathetische lofbetuiging te bezondigen. Vooral wij, jongeren, die op soberheid en eenvoud belust zijn, die almaardoor op ongekunstelde psychologische literatuur hebben aangestuurd, op schrijvers die ons dieper de mens, en niets dan de mens, leren kennen, zullen hier meer dan onze gewone gading vinden, te veel zelfs om het achtereenvolgens te verslinden. En het feit dat een broedervolk wars is gebleven van allerlei schoonschrijverij, dank zij zijn ongerepte levenskracht en spontaneïteit, weze ons een ongewone duurbare boodschap. Rob Antonissen heeft, alles behalve propagandistisch, ons de weg gewezen naar een gaaf, een jong cultuurvolk. Een steeds nader contact met de Zuidafrikaners kan dan ook niet anders dan heilzaam wezen.

Remi Boeckaert.

Ch. Nordhoff en James Hall - ‘Met bestemming naar Marseille’. - Uitg. Gottmer - Haarlem - 118 blz.

Nordhoff en Hall, die bekendheid verwierven met hun avonturenroman ‘De Mannen van de Bounty’ en de meer idyllisch exotische roman ‘Donkere Stromen’, hebben met dit nieuwe werk opnieuw het avonturen-genre aangepakt.

Het is echter geen succes geworden. Integendeel.

Als thema namen de auteurs een zeer verdienstelijk onderwerp. Enkele Franse gevangenen uit Cayenne weten in 1940 hun gevangenis te ontvluchten en bereiken na veel avonturen (natuurlijk!) Engeland, waar ze als soldaten van ‘la France libre’ de strijd tegen Duitsland voortzetten. Er was stof genoeg om een adembenemende roman te schrijven, maar dit ging beslist boven de krachten van deze auteurs, die al de eigenschappen missen om dit groots epos op praegnante wijze voor te stellen. Anderzijds vind ik de keuze van galeiboeven als helden van het Frans bevrijdingsleger nogal kras. Weliswaar hadden de schrijvers hiermede een bedoeling, d.i. aantonen dat deze boeven betere patriotten waren dan vele Franse burgers, doch er waren zekere andere middelen (misschien minder origineel!) om dit duidlijk te maken.

Rik Lanckrock.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Litteraire profielen


auteurs

  • Paul Berkenman

  • Remi Boeckaert

  • Rik Lanckrock

  • over Jef Crick

  • over R.K.J.E. Antonissen