Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Awater. Jaargang 8 (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van Awater. Jaargang 8
Afbeelding van Awater. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Awater. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.50 MB)

Scans (108.68 MB)

ebook (8.46 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Awater. Jaargang 8

(2009)– [tijdschrift] Awater–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Awaters Jaarlijstjes
Ware grootte gevolgd door Zwarte gaten en De zieken breken
De beste bundels van 2008

Uit het aanbod van het afgelopen jaar kozen Awater-redacteuren en -medewerkers gewoontegetrouw hun favoriete dichtbundels: Awaters Jaarlijstjes 2008. Precies zoals vorig jaar leveren twaalf lijstjes in totaal maar liefst 23 verschillende titels op. Er heerst dus ook dit jaar een grote verscheidenheid aan voorkeuren. Vijftien bundels worden slechts één keer genoemd. Vijf bundels worden twee maal genoemd: die van Schaffer, Boskma, Meuleman, Barmens en Gerbrandy. Eén keer vaker worden de bundels van Godijn en Verhagen genoemd. Vijf maal en daarmee het vaakst, wordt genoemd Ware grootte van Tonnus Oosterhoff. Deze bundel staat ook bovenaan ‘De Woordlijst 2008’ en Oosterhoff is daarmee de eerste winnaar van een gloednieuwe prijs: de Awater Poëzieprijs (zie pagina 25).

Tsead Bruinja

Mijn favoriete bundel van het afgelopen jaar is Zwarth Gaten van Hans Verhagen. Op de tweede plaats komt Erik Jan Harmens met Gospels en Psalmen, gevolgd door Bedrieglijke dagen van Hester Knibbe. Deze bundels hebben iets ruws en meedogenloos. Het zijn alle drie geschikte kompassen in een tijd waarin we volgens Verhagen opnieuw de weg laten bepalen ‘door vreeskwezels en aartsverraders’.

Rutger H. Cornets de Groot

Astrid Lampe: Park Slope. K'nex studies. Met het montagespeelgoed van K'Nex Studies wordt poëzie weer kinderspel, zelfs voor profs met een blog, die achter alle willekeur toch een vaardig combinerende hand vermoeden.

Tonnus Oosterhoff: Ware grootte. Een compleet gedicht op ware grootte: ‘Tot poeder gewreven tussen de bronzen/ klokken en de fluit. Overdreven door de lucht/ torenhoog in de bocht van de donkere gracht.’

Peter Holvoet-Hanssen: Navagio. Wrakhoutgedichten. En van torenhoog naar de ‘dieperik’ van een dichter die ‘bikkelhard de sleep van gruwelleed’ ziet, en wrakhoutgedichten fabriceert van wat als mooie droom op de kust te pletter slaat.



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie

[pagina 23]
[p. 23]

Daniël Dee

Wouter Godijn: De zieken breken. Een bezwerende bundel, verslavend en bedrukkend. Herhaaldelijk smijt ik hem door mijn woonkamer, om hem vervolgens weer aan mijn borst te koesteren.

Alexis de Roode: Stad en land. De nieuwe Hadewijch in de Nederlandse letteren is een man en zijn naam is Alexis de Roode. Met zijn tweede bundel laat deze dichter zien dat hij ongelofelijk veel in zijn mars heeft.

Anneke Claus: Dat was dat. Prachtige verzen om voor te lezen aan je geliefde op huwelijksreis. Levert diepgaande discussies op. Levert geen garanties voor het standhouden van dat huwelijk. Werkt op een bizarre manier als afrodisiacum.

Remco Ekkers

IJzerbijt van Hedwig Selles: gedichten op het scherp van de snede; zeer origineel en verrassend. Haar gedichten gaan dieper dan die van Verhagen. De zieken breken van Wouter Godijn: de dichter vertelt in deze bundel ook verhalen, net als in zijn roman, maar er zijn grote verschillen. Deze verhalen zijn compacter, dichter, en de beelden botsen sneller op elkaar. De lezer moet harder werken, maar krijgt daarvoor op de vierkante centimeter ook meer terug. Er is weinig aan de lente veranderd van Jane Leusink: het leven gaat door, het bloed blijft stromen, er is honger en verzadiging naar behoren en dat voelt allemaal vreemd genoeg als verraad. Men schaamt zich voor eigen leven, maar dat is natuurlijk onzin. Niettemin realiseert de dichteres zich dat de realiteit van de geliefde vervaagt en dat hij ‘meer en meer in beelden in/ beelden van beelden’, ja wat? Verschijnt? In beelden van beelden? Het is een treffende observatie.

Edwin Fagel

Met de aantekening dat een aantal volgens mij (óók) belangrijke bundels nog ongelezen op de stapel liggen, kom ik tot de volgende keuze: Wouter Godijn, De zieken breken. Omdat dit een eerlijke, harde en moedige bundel is, die alleen in de verschrikkelijkste dooddoeners samen te vatten is - een kenmerk van zeer goede poëzie, volgens mij. Tonnus Oosterhoff, Ware grootte. Omdat deze bundel tegelijk speels en wrang is, tegelijk brutaal en ontwapenend, tegelijk barok en to the point. Martijn Benders, Karavanserai. Omdat deze bundel een veelvormigheid, eruditie en trefzekerheid bezit die je maar zelden bij debutanten ziet.

Laurens Ham

Tonnus Oosterhoff, Ware grootte. Ook zonder tekeningen of bewegende tekst is hij zonder meer een van de grootste levende dichters. Poëzie die telkens fris en nieuw aandoet en toch aan het Oosterhoffidioom herkenbaar is.

Rozalie Hirs, Geluksbrenger. Een zoektocht naar een eigen stijl en stem die bij iedere lezing aan kracht wint. Net als Oosterhoff is Hirs een echte experimenteel: ze laat zich verrassen door wat opkomt.

Miek Zwamborn, Het krieken van sepia. Hetmooiste kleine bundeltje van het jaar kwam in de Slibreeks: Miek Zwamborn, die de poëzie zeebenen geeft. Een vergeten wereld komt tot leven: ‘de kopere leepelspykertjes/ de bosse 10 voets hoepen’.



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie

[pagina 24]
[p. 24]

Thomas Möhlmann

Alfred Schaffer: Kooi. ‘Blijf bij de les. Weet je trouwens op wie je nu lijkt? Nee? Echt, de gelijkenis is sprekend.’ Een beklemmende verzamelplaats van citaten.

Tonnus Oosterhoff: Ware grootte. Minder speels dan Oosterhoffs voorgaande bundel. Maar ook speelser. En duisterder.

Toon Tellegen: Hemels en vergeefs. Tellegen bouwt voort aan zijn wonderlijke universum, waarin alleen alle kleine en grote dingen van het leven tellen.

Janita Monna

Hans Verhagen: Zwarte gaten. Deze nu eens opzwepend muzikale dan ingetogen lyrische poëzie komt uit de tenen. Een duizelingwekkende bundel, met een weinig vrolijke boodschap, maar op z'n urgentst verwoord.

Alfred Schaffer: Kooi. Poëzie die nietsontziend is, die pijnlijk is en wrang. Overtuigende (proza)gedichten, met levendig absurde wendingen over liefde, afscheid, contact. Over er zijn: ‘We zijn live.’

Pieter Boskma: Het violette uur. In volle, meeslepende verzen schrijft Boskma indringend mooi over de liefde, verval, de dood, de stad en de natuur. Lyriek over verlangen en onmacht om betovering in stand te houden.

Bertram Mourits

Hans Verhagen, in de bloei van zijn tweede (derde?) leven, schreef met Zwarte gaten alweer een dichtbundel met beelden en ideeën die de lezer bijna van zijn vrije wil beroven. Ware grootte van Tonnus Oosterhoff is in vrijwel alle opzichten een stap terug, maar had het nog bewegender, nog fragmentarischer, nog grappiger gekund? Ik denk het niet: terug is in het geval van Oosterhoff de goede kant op. Annemieke Gerrist: Waar is een huis, sterke gedichten in aangenaam los geschreven regels. (En warm aanbevolen maar om professionele redenen buiten mededinging: Vis, Vriendinnen, De zieken breken, Het leven van.)

Ilja Leonard Pfeijffer

Erik Jan Harmens: Gospels en Psalmen.

Piet Gerbrandy: Vriendinnen.

Nachoem M. Wijnberg: Het leven van.

Marja Pruis

Bart Meuleman: omdat ik ziek werd. Poëzie zoals die bedoeld is: de dichter tapt uit een ander vaatje. Hij staat er middenin én doet een stap opzij. Met een algehele ondertoon van een soort zoete aanvaarding van wat nu eenmaal is, en niet anders kan zijn dan dit.

Piet Gerbrandy: Vriendinnen. Onnavolgbare gedichten die als je je er eenmaal voor hebt opengesteld pure pornografie blijken te herbergen.

Ingmar Heytze: Elders in de wereld. De beste gedichten in deze bundel van de ongekroonde Dichter des Vaderlands zijn geestig, melancholiek, vormvast en lijken alles te zeggen wat er te zeggen valt.

Ron Rijghard

Pieter Boskma: Het violette uur. Raadselachtige schoonheid.

Bart Meuleman: omdat ik ziek werd. Onherbergzame fluisteringen.

H.H. ter Balkt: Vuur. Storm en wind gevangen.



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Tsead Bruinja

  • over Rutger H. Cornets de Groot

  • over Daniël Dee

  • over Remco Ekkers

  • over Edwin Fagel

  • over Laurens Ham

  • over Thomas Möhlmann

  • over Janita Monna

  • over Bertram Mourits

  • over Ilja Leonard Pfeijffer

  • over Marja Pruis

  • over Ron Rijghard