Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Belfort. Jaargang 1 (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Belfort. Jaargang 1
Afbeelding van Het Belfort. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Het Belfort. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.86 MB)

Scans (28.99 MB)

XML (1.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 1

(1886)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 450]
[p. 450]

Inrichting der Koninklijke Vlaamsche Academie van Taal- & Letterkunde.

HET Ministerie heeft een nieuw bewijs gegeven van zijne krachtvolle genegenheid voor de Vlaamsche letterkunde en van zijn verlangen om tot haren bloei en ontwikkeling bij te dragen: de Vlaamsche Academie is bij koninklijk besluit van 8 Juli 1886 gesticht.

De wensch, de droom van zoovele geleerden, het verzoek van zoovele letterkundige genootschappen, te rekenen van vader Willems af, is eindelijk door het ministerie Beernaert-de Moreau volbracht.

De Koninklijke Vlaamsche Academie is gevestigd te Gent. Z.M. de Koning is haar beschermheer. Zij bestaat uit: 1o werkende leden; 2o inlandsche en buitenlandsche eereleden; 3o inlandsche briefwisselende leden.

Het getal werkende leden beloopt tot 25. Zij vereenigen zich maandelijks in gesloten, en jaarlijks éénmaal in openbare zitting. - De plechtige instelling zal geschieden den Zondag 11 October aanstaande, om 3 ure namiddag, door den heer Minister van landbouw, nijverheid en openbare werken.

Hoezeer deze instelling door het volk gewaardeerd wordt, is gebleken tijdens den jongsten kiesstrijd in deze stad. De kandidaten der behoudende partij lieten geene enkele meeting afloopen zonder de ontworpen

[pagina 451]
[p. 451]

stichting, als zeer aanstaandelijk, aan te kondigen; de heeren V. Begerem, bestuurlid van het Davidsfonds, en Justijn van Cleemputte zullen zich herinneren dat de woorden, waarmede zij bij het Gentsche volk het uitbundigst en hartelijkst werden toegejuicht, diegene zijn, welke betrekking hadden met de bedoelde stichting. Onze kandidaten vonden er 't bewijs in, dat de Vlamingen, de Gentenaren in 't bijzonder, innig en vurig verkleefd zijn aan hunne taal, en dat men altijd zeker is hunne goedkeuring, ja hunne verkleefdheid weg te dragen wanneer men met de rechtzinnige trouw aan 't voorvaderlijk erfdeel vrank en vrijmoedig voor den dag komt.

Vlaamsche Academie.

LEOPOLD II, Koning der Belgen.

 

Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil.

Willende een nieuw bewijs geven Onzer bezorgheid voor de helangen der Nederlandsche letteren;

Overwegende dat niets meer van aard is om dezer ontwikkeling te bevorderen dan de inrichting van een bestendig letterkundig genootschap;

Op de voordracht van onzen Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken,

Wij hebben besloten en wij besluiten:

Art. 1. Er wordt te Gent, onder de benaming van Koninklijke Vlaamsche Academie van taal- en letterkunde, een genootschap ingericht van letterkundigen en geleerden, dat de studie en de beoefening der Nederlansche taal- en letterkunde tot voorwerp zijner werkzaamheden zal hebben.

Art. 2. De Koning is de Beschermheer dezer academie.

Art. 3. De academie bestaat uit 1o werkende leden; 2o inlandsche en uitheemsche eereleden; 3o inlandsche briefwisselende leden.

De titel van eerelid kan vergund worden:

A. Aan werkende leden, welke door hunnen ouderdom of door andere oorzaken zich in de onmogelijkheid zouden bevinden aan de werkzaamheden der academie te blijven deelnemen, of welke, na hunne benoeming, zouden ophouden in België gehuisvest te zijn.

[pagina 452]
[p. 452]

B. Aan buitenlandsche geleerden, die zich hebben doen kennen door belangrijke werken.

Art. 4. Er zijn vijf-en-twintig werkende leden; twintig dezer leden moeten Belgen zijn en in België gehuisvest; de vijf andere kunnen worden gekozen onder Noordnederlandsche letterkundigen en geleerden, in België woonachtig.

Art. 5. De achttien eerste benoemingen van werkende leden zullen worden gedaan door Ons. De verdere benoemingen van werkende leden, de benoemingen der eereleden en die der briefwisselende leden worden door de werkende leden gedaan en aan de koninklijke goedkeuring onderworpen.

Art. 6. De werkende leden vereenigen zich maandelijks in gesloten zitting en eenmaal 's jaars in openbare vergadering.

De eereleden en de briefwisselende leden kunnen aan de beraadslagingen over wetenschappelijke zaken deelnemen met stemrecht.

Art. 7. De benoemingen voor de openstaande plaatsen worden gedaan in de maandelijksche zitting, volgende op die, waarin kennis werd genomen van het openvallen dier plaatsen.

Art. 8. Het bureel der Academie bestaat uit eenen bestuurder, eenen onder-bestuurder en eenen bestendigen secretaris, allen gekozen onder de werkende leden.

Art. 9. Het eerste bureel der Academie zal benoemd worden door Ons.

Art. 10. Te beginnen met het tweede jaar van haar bestaan, zal de Academie jaarlijks haren bestuurder en haren onderbestuurder kiezen.

Art. 11. De bestuurder en de onder-bestuurder kunnen niet onmiddellijk in dezelfde hoedanigheid herkozen worden.

De benoemingen van den bestuurder en van den onder-bestuurder worden aan de goedkeuring des Konings onderworpen.

Art. 12. De bestuurder heeft het algemeen beheer der Academie; hij zit alle vergaderingen voor en maakt van rechtswege deel aller commissiën; hij doet beraadslagen over de verschillige punten, welke in de bevoegdheid vallen van de Academie; hij zamelt de stemmen in, door de leden uitgebracht en spreekt de beslissingen uit, welke met meerderheid van stemmen genomen zijn.

In geval van ontstentenis wordt hij door den onder-bestuurder vervangen.

Art. 13. De eerste benoeming uitgezonderd, wordt de bestendige secretaris benoemd door den Koning op eene dubbele lijst van voorstelling, opgemaakt door de Academie, bij geheime en bij volstrekte meerderheid der stemmen, in eene zitting waar ten minste de twee derden der werkende leden aanwezig zijn.

Art. 14. De bestendige secretaris houdt het boek der beraadslagingen; hij onderteekent met den bestuurder de genomen beslis-

[pagina 453]
[p. 453]

singen; hij levert de bewijsschriften vau goedkeuring en andere getuigschriften af; hij ontvangt de brieven en de memoriën, aan de Academie gezonden.

Hij is gelast met de briefwisseling en met de bewaring der archieven en der bibliotheek.

Hij is daarenboven gelast met den rekendienst der Academie.

Art. 15. Wanneer door ziekte of eenig ander wettig beletsel de bestendige secretaris zich in de onmogelijkheid bevindt de zittingen bij te wonen, kan hij, naar eigen keuze, zich doen vervangen door een werkend lid.

Art. 16. De Academie stelt haar reglement van inwendige orde vast, dat aan de koninklijke goedkeuring moet worden onderworpen.

Er kunnen aan dit reglement geene wijzigingen worden gebracht dan op het voorstel van ten minste vijf leden, met de toestemming van de twee derden der werkende leden der Academie. Die wijzigingen moeten aan de goedkeuring van den Koning worden onderworpen.

De voorstellen tot wijziging van het reglement moeten op de dagorde en in de bijeenroepingsbrieven worden aangekondigd.

Art. 17. Aanwezigheidspenningen en schadeloosstelling voor reis- en verblijfkosten, waarvan het bedrag door Ons zal worden bepaald, kunnen aan de leden worden toegekend.

Art. 18. Onze Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken is gelast met de uitvoering van het tegenwoordig besluit.

 

Gegeven te Brussel den 8 Juli 1886.

LEOPOLD.

 

Van 's Konings wege:

De Minister van Landbouw, Nijverheid

en Openbare Werken,

Ridder de Moreau.

Koninklijke Vlaamsche Academie van Taal- en Letterkunde.

LEOPOLD II, Koning der Belgen.

 

Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil!

Gezien Ons besluit van heden, dat eene Koninklijke Vlaamsche Academie inricht, en namelijk de artikels, 4, 5, 8 en 9 van gezegd besluit, luidende als volgt:

[pagina 454]
[p. 454]

‘Art. 4. Er zijn vijf en twintig werkende leden; twintig dezer leden moeten Belgen en in België gehuisvest zijn; de vijf andere kunnen worden gekozen onder noordnederlandsche letterkundigen en geleerden in België woonachtig.

‘Art. 5. De achttien eerste benoemingen van werkende leden zullen worden gedaan door Ons. De verdere benoemingen van werkende leden, de benoemingen der eereleden en die der briefwisselende leden worden door de werkende leden gedaan en aan de koninklijke goedkeuring onderworpen.

‘Art. 8. Het bureel der Academie bestaat uit eenen bestuurder, eenen onderbestuurder en eenen bestendigen secretaris, allen gekozen onder de werkende leden.

‘Art. 9. Het eerste bureel zal benoemd worden door Ons.’

Op voorstel van onzen Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken,

Wij hebben besloten en Wij besluiten:

Art. 1. Zijn benoemd tot werkende leden der koninklijke Vlaamsche Academie:

De heeren Claeys (H.), te Oostakker;
De Hondt (L.), te Gent;
De Laet (J.-A.), te Antwerpen;
Delcroix (D.), te Schaarbeek;
De Pauw (N.), te Brugge;
De Potter (F.), te Gent;
Gaillard (Edw.), te Brugge;
Genard (P)., te Antwerpen;
Gezelle (G.), te Kortrijk;
Hiel (E.), te Schaarbeek;
Nolet de Brauwere van Steeland (Dr J.), te Vilvoorde;
Roersch (L.), te Luik;
Rooses (M.), te Antwerpen;
Snieders (A.), te Antwerpen;
Stroobant (E.), te Brussel;
Van Beers (J.), te Antwerpen;
Van der Haegen (F.), te Gent;
Willems (P.), te Leuven.

Art. 2. Zijn benoemd: tot bestuurder der koninklijke Vlaamsche Academie, de heer Willems (P.); tot onder-bestuurder, de heer Van Beers (J.), en tot bestendige secretaris, de heer De Potter (F.).

Art. 3. Op zondag, 10 October 1886, te 3 ure namiddag, zal de Koninklijke Vlaamsche Academie worden ingesteld, in Onzen naam, door onzen Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken.

Art. 4. De Vlaamsche Academie zal binnen de drie maanden vaststellen haar bepaald reglement van inwendige orde, vermeld bij artikel 16 der inrichtende statuten.

[pagina 455]
[p. 455]

Art. 5. De Vlaamsche academie zal zich, onmiddellijk na hare instelling, bezighouden met de keus der zeven werkende leden voor hare vollediging.

Art. 6. Onze Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken is gelast met de uitvoering van het tegenwoordig besluit.

 

Gegeven te Brussel den 8 Juli 1886.

LEOPOLD.

 

Van 's Konings wege:

De Minister van Landbouw, Nijverheid

en Openbare Werken,

Ridder de Moreau.

 

De dagbladen stellen vast, dat de keus van het Staatsbestuur over het algemeen zeer gelukkig is. De Academie ga in dienzelfden zin voort, zorg dragende dat zij getrouw blijve aan den geest, met welken zij is ingesteld; dat zij een brandpunt weze van geestes-ontwikkeling, beschut en tegen den partijdrift, welke haar gezag zou ondermijnen, en tegen de vreemde invloeden, die haar vaderlandsch karakter zouden bederven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken