Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Belfort. Jaargang 3 (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Belfort. Jaargang 3
Afbeelding van Het Belfort. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Het Belfort. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.93 MB)

Scans (43.36 MB)

ebook (4.51 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 3

(1888)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 477]
[p. 477]

Dood van een Indiaansch kind.

HET was avond in het kamp der Roohuiden: honden en kinderen tuimelden ondereen voor de deur der wigwams; doch in de tent van Otterhart heerschte stilte en droefheid. Daar lag een krank, een stervend kind, door den bezweerder dagelijks bezocht. Het was het eenig zoontje des gezins, teederlijk door het ouderlijk paar bemind en geliefkoosd. De verkwijnende papoes lag in de armen zijns vaders, terwijl de bezweerder zijne vorschende blikken op het lijdend wichtje vestigde, eene geheele reeks van eigenaardige bezweringen makende bij het onophoudend trommen en zingen zijns medehelpers, en de hartscheurende kreten der bedrukte moeder. Otterhart was in diep stilzwijgen verzonken; het was oogenschijnlijk dat de lieve kleine die in zijne armen rustte, den goeden wilde diepe angstvalligheid baarde. Eilaas! al de bezweringen brachten geene bate: het schaapje naderde met rasse schreden het noodlottig oogenblik.

Toen de morgenzon het kamp verlichtte, was alles voorbij; de lieve kleine was dood en begraven, het vuur uitgedoofd, de wigwam opgebroken en verplaatst, en alles tot een ander oord overgebracht. Indianen hebben eene afschrik van hunne dooden, en daarom ook worden zij zonder uitstel begraven. Uit bijgeloovige vooroordeelen wordt een doode nooit langs de deur uitgedragen; eene opening wordt langs den achterkant der tent gemaakt om er het lijk door te laten, opdat het, met langer onder hen te vertoeven, geene andere leden des huisgezins medevoere.

[pagina 478]
[p. 478]

Het opbreken der tent en het uitdooven van den haard is vrij een algemeen gebruik onder de Indianen. In sommige wilde stammen bestaat een vreemde gewoonte na de dood eens zuigelings. Eene haarlok wordt afgesneden en zorgvol met papier, linten en strikken omwonden. Daarrond worden de kleedjes, wampumpaarlen en tooisieraden van den overleden papoes gebonden, in den vorm van een langwerpigen bundel, wel aaneengesnoerd om hem te kunnen dragen als eene pop. Het uiteinde des bundels, dat het hoofd des kleinen verbeeldt, wordt met vederen en takjes versierd, en op de borst wordt de lepel vastgemaakt waar het kind meê gevoed werd. Die weemoedige verbeelding van het gestorven wicht draagt eenen naam die ‘weepop’ beduidt, en de rouwende moeder draagt dat pak een gansch jaar met haar, plaatst het bij het vuur en neemt het mede op reis.

Dit in schijn onbeduidend gebruik heeft voor grond de meening, dat het onnoozel, hulpeloos schepseltje, daar het noch gaan noch staan kon, onmogelijk zijnen weg kan vinden naar het Indiaansch paradijs, de immergroene jachtgronden. De moeder, volgens die natuurkinderen, kan den kleine op zijne reize voorthelpen met zijn opgebundelden vertegenwoordiger overal meê te dragen.

In zeker geval stierf ook eens een vader weinig na de dood zijns kind. Ofschoon de Swaaw haren man uiterst lief had, scheen zij getroost bij dit tweede verlies want, zeide zij: Hij volgde niet ver achter den kleinen papoes en als deze niet meer voort kan, zal hij door hem gedragen worden.

Als het rouwjaar voorbij is, wordt een familiefeest gevierd, de bundel losgemaakt en al de versieringen worden weggegeven, uitgenomen de haarlok, die met eerbied begraven wordt.

Waarlijk, het moederlijk hart blijft overal hetzelfde.

Montreal.

Anselmus, C.S.C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken