Het Belfort. Jaargang 6

[p. 341]

Vlaamsche Katholieke Landsbond.

Aan de katholieke Vlamingen!

WIJ komen u hierbij de inrichting aankondigen van den Vlaamschen katholieken Landsbond, waarvan wij u tevens de standregels mededeelen, in de hoop dat gij denzelven zult bijtreden.

Het inrichten van den Landsbond beantwoordt aan eene groote staatkundige en maatschappelijke noodzakelijkheid.

Niet alleen bestatigen wij dat, in 't algemeen, de kiesvereenigingen van onze begeerten geene voldoende rekening houden, maar nog zien wij, ten gevolge van het verwaarloozen der volkstaal door de begoede standen, en van 't miskennen onzer volksrechten, in ons heve Vlaanderen de klove tusschen armen en rijken dagelijks dieper en wijder gapen; - zien wij de roode secte in onze steden dreigend het hoofd opsteken, om welhaast den buiten aan te tasten en te overrompelen, indien er tegen den wassenden vloed geen stevige dam wordt opgeworpen.

Terzelfder tijd als het opkomend getij van het socialisme, bestatigen wij het dalen van het zedelijk peil bij ons volk, alsook het verminderen zijner stoffelijke welvaart. En dit hoofdzakelijk ten gevolge der pestlucht van godsdienstige onverschilligheid, die ons overwaait uit het Zuiden.

Vermits wij eene der bijzonderste oorzaken van al die rampen vinden in de verfransching van ons Vlaanderen, is het die verfransching, welke wij in de eerste plaats, en uit al onze macht, bestrijden willen.

Langs eenen anderen kant bespeuren wij in onze Vlaamsche katholieke gelederen eene zekere neiging, om eene zuivere onzijdige beweging in het leven te roepen, die de belangen van Kerk en Godsdienst zou verwaarloozen. Voor alle katholieken echter dienen deze op den voorgrond te staan. Met zulke inzichten is het, dat wij de strijdkrachten van het groote katholieke Vlaamsche leger inrichten willen, en deze, met Gods hulp, ter zege voeren.

De strijders voor dat leger zullen wij vinden in de katholieke Vlaamsche genootschappen, die ten allen kante bestaan, en die gesticht zullen worden. Dat die genootschappen de handen ineenslaan, krachtdadig optreden, en zij zullen de meerderheid der katholieke partij uitmaken.

Daarbij treden wij op als apostels van de maatschappelijke orde. Van stad tot stad, van dorp tot dorp willen wij rondgaan, overal het volk waarschuwen tegen de verleiders, hunne ijdele droombeelden blootleggen eer het te laat zij.

En zooveel wij het vermogen, zullen wij dat volk door allerhande inrichtingen bijspringen in zijnen stoffelijken nood.

Het lot van den werkman, zoowel van dien te lande als van dien uit de nijverheid, alsook van den uitwijkeling, zal ons nauw aan 't herte liggen. Landbouw en Nijverheid zullen in ons welmeenende beschermers vinden.

In een woord: streven willen wij naar de zedelijke hergeboorte van ons volk, naar het herwinnen zijner rechten, naar het herscheppen van zijnen roem en van zijne welvaart.

Zulk verheven doel, meenen wij, verdient de volledige ondersteuning van allen.

't Is daarop steunende dat wij uwe bijtreding tot den Landsbond verwachten.

Het inrichtend bestuur.

[p. 342]

Standregels.

I.	- Onder alle Vlaamsche katholieke genootschappen is er een verbond gesticht, dat heet: Vlaamsche Katholieke Landsbond.
II.	- De Vlaamsche katholieke Landsbond heeft voor doel de zedelijke en stoffelijke belangen van het Vlaamsche volk te bevorderen.
III.	- Met dit inzicht worden er in Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Brabant, Antwerpen en Limburg raden ingericht ter verspreiding van het Vlaamsch gedacht, en ter stichting van Vlaamsche katholieke genootschappen.
IV.	- De innerlijke inrichting dier raden wordt overgelaten aan de verbondene genootschappen van elk gewest.
Voor elke 500 leden, die in een gewest van den Landsbond deelmaken, zendt de raad van dat gewest eenen afgeveerdigde naar den middenraad.
De raad van elk gewest zal minstens door eenen afgeveerdigde in den middenraad vertegenwoordigd zijn.
Het getal boven de laatste 500 wordt niet in aanmerking genomen.
V.	- Zonder lid te zijn van een bijzonder genootschap kan men persoonlijk deel maken van den Landsbond, mits jaarlijks minstens één frank te storten.
Personen, die jaarlijks ten minste tien franken betalen, krijgen recht op den titel van beschermlid; - die jaarlijks ten minste vijftig franken betalen, op den titel van eerelid.
VI.	- De bijtredende genootschappen betalen een vast recht van minstens vijf franken, en daarboven nog twee centiemen per lid.
VII.	- De helft der gestorte sommen blijft in de gouwkas; de andere helft wordt in de middenkas gestort.
De middenkas wordt toevertrouwd aan eenen bezoldigden schrijver-schatmeester, te benoemen en te ontslagen door den middenraad.
VIII.	- De vereeniging van de afgeveerdigden der gewestelijke raden maakt den middenraad uit van den Landsbond.
De middenraad benoemt in zijnen schoot den voorzitter van den Landsbond. Die voorzitter treedt na drij jaren af, en is niet herkiesbaar.
De middenraad beschikt over de gelden der middenkas en geleidt de algemeene richting van den Landsbond.
De middenraad vergadert den derden Zondag van Maart en van September, te Brussel; of zoo het wenschelijk is, elders; en verder naar noodwendigheid bij beslissing van het uitvoerend bureel.
IX.	- Het uitvoerend bureel bestaat uit eenen persoon van elken gewestelijken raad, door dien raad te benoemen onder de afgeveerdigden, die hij reeds naar den middenraad gezonden heeft.
X.	- Bij afwijking aan de voorgaande regelen zal de eerste middenraad, gelast met het inrichten van den Landsbond, bestaan uit de afgeveerdigden benoemd te Oudenaarde den 31 Oogst 1890.
XI.	- Veranderingen kunnen aan deze standregels toegebracht worden door den middenraad, mits voorloopige bespreking in de gewestelijke raden, en bij meerderheid van 2/3 der stemmen.