Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Het Belfort. Jaargang 9
Toon afbeeldingen van Het Belfort. Jaargang 9zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4,91 MB)

Scans (51,62 MB)

XML (1,83 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 9

(1894)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

De sterren.

Coeli ennarrant gloriam Dei.

Sinds eenigen tijd reeds is de zon aan de gouden Oosterkimme verdwenen, de duisternis begint allengskens én hemel én aarde met hare zwarte floersen te omhullen, de vogel zit rustig te droomen op zijn nestje, de landman vernieuwt zijne uitgeputte krachten: 't wordt nacht.

Een vurig puntje doorboort eensklaps het donkere uitspansel; het flikkert en beeft maar eensklaps schiet het eenen schitterenden lichtstraal in de ruimte; en dan, als om in het diepe van den grondeloozen hemel nieuwe krachten te gaan putten, verdwijnt het weer voor een oogenblik uit ons oog.

Eenzaam flonkerlicht, gij die ons zoo liefelijk, zoo minzaam, zoo zoet het oog weet te bekoren, o zeg het mij: zijt gij het Alziende Oog van God dat ons hier omlaag van uit de hooge hemelsfeeren gadeslaat, of zijt gij slechts het onuitdoofbaar licht dat sinds alle eeuwigheden waakt voor zijn troon als het licht eener Godslamp?

Zijt gij een edelgesteente, de kroon eens Seraphiens of eene perel in 't dartelen een engeltje ontvallen?

Zijt gij eene bloem uit het donkere kleed der nachten of de laatste sprankel van den pas uitgedoofden hemelgloed?

Maar neen! een tweede, een derde, een honderdste, een duizendste puntje is verschenen, de gansche hemel blaakt welhaast hij schittert en glinstert onder hun wemelend licht.

O neen! Die lichtjes des hemels, zoo klein voor ons oog, wat zijn het anders dan reusachtige hemellichamen

[pagina 118]
[p. 118]

grooter en schooner nog dan de weldadige planeet die de bloezems onzer aarde verkwikt.

Groote God, Schepper der peillooze kringen, waar die ontelbare hemellichamen in rondzweven, wat zijn ze schoon, wat zijn ze groot, wat zijn ze heerlijk al uwe werken!

Hier zie ik sterren die gansch alleen in de hemelgewelven ronddwalen; daar zijn ze zoo talrijk als de bloemen eener weide, zoo talrijk als de graanhalmen op een gouden korenveld. Hier vormt de Melkweg eene reusachtige baan door het sterrenleger heen; boven ons hoofd staat de Noordster te blinken met duizenden en duizenden sterren rondom haar, als de hovelingen rond den troon van eenen machtigen vorst; statig en vol praal rijdt ons de Hellewagen voorbij, rechts staan de Drie Koningen, links de Maagd, terwijl Leeuw en Draak ootmoedig voor haar het hoofd buigen. De Avondster lacht ons minzaam toe, Venus bekoort ons door haren rooden vuurgloed, Orions oog gloeit als eene vurige bake, in een woord, alle wedijveren om ons hunnen glans en schoonheid te toonen.

O God! als het statiekleed des hemels reeds zoo schoon is, hoe schoon moet de hemel zelf dan niet zijn!

Schitterende sterren, wat al eeuwen zijn er verloopen sinds de hand van den Schepper u alle in de ruimte slingerde, en ieder uwer in 't bijzonder loop en wendingen voorschreef!

Gij hebt den eersten nacht verlicht van den Koning der Schepping, terwijl gij zijne verrukte borst den Allerhoogsten een zegelied deed aanheffen; in de sombere en duistere nachten van den zondvloed hebt gij u met dikke en zwarte wolken overtogen, als huiverdet gij de verwoesting te aanschouwen; aan de Wijzen uit het Oosten hebt gij den weg getoond tot uwen Schepper, die als hulploos wicht in Betlehems kribbe lag; drie en dertig jaar later hebt gij u met eene bloedroode tint overtogen als schaamdet gij u over de menschen die hunnen Schepper en Verlosser aan een schandelijk kruishout hadden vastgeklonken.

De Ouden aanzagen u als goden en droegen u wierook op, gij blinkt op de borst der helden, de herder verbeidt uwe komst om zijne kudde tot den schaapstal te leiden, gij matigt de duisternis der nachten, gij zijt de eenzame getuigen van het waken der kluizenaars, gij zingt in reusachtige koren den lof des Scheppers met de monniken in de nachtelijke

[pagina 119]
[p. 119]

uren, de landbouwer vraagt u de voorteekens van het goede weder, de zeeman mint u vurig en de dichter vindt in uwe onuitputtelijke schoonheden een uitgestrekt perk om er met zijne verbeelding in rond te dwalen.

o Neen, neen, glinsterende sterren, de Godheid heeft u niet alleen aan den hemeltrans gestrooid om ons het oog te verrukken: uwe grootheid zingt ons Gods grootheid; uwe schoonheid de schoonheid des Scheppers; uw luister de luister des hemels; gij geeft ons vleugelen om op te stijgen naar den Eeuwige, gij dwingt ons in te stemmen met het loflied der Schepping: ‘Groote God, wat zijn uwe werken wonderbaar.’

Hal.

Fr. A.V.H.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken