Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Belfort. Jaargang 9 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Belfort. Jaargang 9
Afbeelding van Het Belfort. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van Het Belfort. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.91 MB)

Scans (51.62 MB)

XML (1.83 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 9

(1894)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 211]
[p. 211]

Vacantiefeesten.

Onder de ontelbare Congressen, welke dit jaar plaats gegrepen hebben gedurende de verlofdagen, stippen wij er voornamelijk drie aan, welke, dunkt ons, voor de algemeenheid der lezers van Het Belfort van overwegend belang zijn. Wij bedoelen vooreest den Zitdag van den Vlaamschen Katholieken Landsbond, welke te Brussel gehouden werd op dinsdag, 21e Augustus; vervolgens het Nederlandsch Katholiek Wetenschappelijk Congres dat, insgelijks in de hoofdstad, vier dagen lang, van maandag 3n tot vrijdag 7n September, zijne vergaderingen hield; en eindelijk het Congres van den Belgischen Volksbond, dat te Antwerpen op zondag 9n en op maandag 10n September bijeenkwam. - Welke eischen moeten de Vlaamschgezinde Katholieken doen gelden, welke handelwijze moeten zij aannemen in de politiek? Ziedaar het vraagstuk waarover de Zitdag van den Katholieken Landsbond te beraadslagen had. Het Wederlandsch Katholiek Congres van Wetenschappen had meer het karakter eener betooging en was geroepen om het bewijs te leveren hoe de Katholieke geleerden zich roemvol weten te onderscheiden in de eerste rangen der beoefenaars van al de vakken der Wetenschap. Het Congres van den Volksbond eindelijk had voor doel te bespreken welke middelen de partij onzer Katholieke Democraten zoude aanwenden om, volgens de heilzame wenken van Paus Leo's onsterfelijke encycliek op den toestand der werklieden, den toestand van onverdiende ellende te doen ophouden, waarin de werkmansstand zoo dikwijls verkeert, en tegenover de bedriegelijke redmiddelen van het albrekende Socialisme zijne eigene redmiddelen te stellen van rechtvaardigheid en naastenliefde.

 

In den Brusselschen flamingantenzitdag waren al de werkzaamste en ijverigste onder onze Vlaamsche leiders bijeengekomen; en om slechts diegenen te noemen welke het meest aan de besprekingen deel genomen hebben, stippen wij de welbekende namen aan van onze drie Vlaamsche volksvertegenwoordigers, de heeren Janssens, Helleputte en

[pagina 212]
[p. 212]

Coremans; verder, van de heeren J. Devriendt, Verhees, K. Brants, pastoor Daens, D'Hooghe-Bellemans, Meyfroidt, De Winde, Stienon, Chielene, Lebon, Priem, De Pelsmaker, Lambrechts, Du Catillon, De Ceuleneer, Laporta, Plancquaert, Van Caeneghem, Vliebergh, Lein, Devisschere, Van Neste, Backx, Fabri, enz.

‘De algemeene vergadering’, lezen wij in de Gazette van Brugge van 22n Augusti, ‘schijnt ons voornamelijk gewichtig. Drij van de voornaamste kamerheeren Coremans, Helleputte en Janssens, voerden daar het woord en hebben verklaringen afgelegd, die 't aanstippen waard zijn.

Vlaamsch spreken in de Kamers is het recht, zelfs door de Walen erkend, van de afgevaardigden der Vlamingen.

Wij mogen verwachten dat er van dit recht gebruik zal gemaakt worden in de aanstaande Kamers.

M. Helleputte verklaarde dat hij de eerste zou zijn om zulks te doen.

M. Janssens, van St-Nikolaas beloofde dat hij de Vlaamschsprekenden door het Vlaamsche woord zou ter zijde springen.

M. Coremans vroeg verleden jaar, toen de Kamer in geheime zitting hare begrooting besprak, de benoeming van snelschrijvers die het Vlaamsche woord konden opnemen.

Gegrond is dus de hoop dat Vlaamsch zal gesproken worden in de nieuwe Kamers.

Dit zal niet gebeuren zonder dat storm ontsta, maar wat zullen Walen en Vlaamschonkundigen vermogen tegen het recht van geheel een volk? Wat zullen zij kunnen tegen eenen onvermijdbaren toestand, als Vlaamsche volksjongens zullen gekozen worden door de werklieden, gelijk het bij de antisocialisten te Gent zal geschieden?

Dit zal een der gevolgen zijn van de wijziging der grondwet en voorzeker een harer gelukkigste gevolgen.’

 

Dit jaar was het Congres van den Volksbond, zoo mogelijk, nog beter geslaagd dan de vorige jaren

‘De algemeene vergadering, zegt het Fondsenblad van 10n September, begon om 10 ½ ure, er waren 1500 personen in de groote feestzaal aanwezig.

De eigenlijke afgevaardigden waren ten getalle van 300; zij vertegenwoordigden 200 maatschappijen of groepen, te zamen 60000 leden sterk.

Men bemerkte twee afgevaardigden van Fransche maatschappijen, de Ligue démocratique (volksbond) van Rijsel en de Cercle d'étude (studiekring) van Reims; alsook de afgevaardigden van vier Hollandsche werksmanskringen: Dordrecht, Rotterdam, Den Haag en Arnhem.

Het bureel was samengesteld uit de heeren Helleputte (Leuven),

[pagina 213]
[p. 213]

Verbiest (Brussel), Backx (Antwerpen), Eylenbosch (Gent), Foucher (Ochamps), Klein (Lokeren), Martavelle (Aulny), Stock (Brugge) en Van Hamme (Brussel).... De heer A. Janssens, volksvertegenwoordiger van St-Niklaas, vergezelde de afvaardiging van het Land van Waas.’

Op de algemeene avondzittingen voerden het woord de heeren Helleputte, Schaepman, Klein, Arthur Verhaegen, Claessens en Verbiest.

De zevende afdeeling hield zich uitsluitend bezig met de belangen van het onderwijs en van de onderwijzers; wellicht komen wij, in een afzonderlijk artikel, eens terug op de belangrijke besprekingen welke hier plaats gegrepen hebben, en op de besluitselen welke er gestemd werden. Meer dan 300 onderwijzers waren in de zaal aanwezig.

‘Merkwaardig en aandoenlijk is het, zoo deelde ons een der aanwezigen zijn indruk mede, hoe op deze vergaderingen, waar de toekomst voorbereid wordt, die de vergaderingen zijn der toekomst, ons Vlaamsch overal, met algemeene instemming, nevens het Fransch zijne plaats heeft ingenomen. Beide talen hebben er dezelfde rechten, elke redevoering wordt onmiddelijk in de andere taal beknopt samengevat, al de besluitselen worden in beide talen gestemd en afgekondigd. Een verheugend verschijnsel, voorwaar, en wel geschikt om diegenen gerust te stellen, welke vreezen dat de volkomen gelijkstelling van de twee landstalen, in de Kamers b.v., tot misverstand en fweedracht aanleiding moet geven...’

 

De eerste twee Wetenschappelijke Congressen van de katholieken hadden plaats gegrepen te Parijs. Nu er beslist was geworden dat de volgende Congressen om de drie jaar in eene andere stad zouden vergaderen, was aan Belgie's hoofdstad de eer te beurt gevallen de zetelplaats te zijn van het eerste Katholiek Congres buiten Frankrijk. Dank aan den ijver van het inrichtend komiteit, waarvan Prof. Dr. Lefebvre, van Leuven, voorzitter, en de E. Pater Van den Gheyn algemeen secretaris was, heeft het welslagen van het Brusselsch Congres alle verwachtingen overtroffen.

Uit Holland, Frankrijk, Duitschland, Zwitserland, Oostenrijk-Hongarie, Italië, Spanje, en zelfs uit de Vereenigde Staten van Amerika waren talrijke bijtredingen gekomen, en de tegenwoordigheid van eene menigte beroemde Katholieke geleerden uit die verschillende landen zette de vergaderingen een ongemeenen luister bij. Eene opsomming, van enkel de meest befaamden zelfs, zullen wij niet beproeven. Evenmin een kort verslag van de werkzaamheden, in de verschillende afdeelingen van menschkunde, wijsbegeerte, recht en staathuishoudkunde, geschiedenis, natuurwetenschap, taalkunde, godsdienstwetenschap en christene kunst. Op de algemeene zittingen voerden met den grootsten bijval het woord Z.H. Kardinaal Goossens, de heer Lagasse-de Locht,

[pagina 214]
[p. 214]

de heer de Lapparent, leeraar van aardkunde aan de Katholieke Hoogeschool te Parijs, minister de Burlet, de E.H. Pisani die lezing gaf van de redevoering welke Mgr. d'Hulst belet was uit te spreken, de heer P. Allard, Dr Schaepman, E. Pater Van den Gheyn die lezing gaf van de redevoering welke de E.H. Zalm, leeraar ter Hoogeschool van Indiana (Vereenigde Staten) hem verzocht had voor te dragen; en ten slotte de geestdriftige Rector der Hoogeschool van Washington, Mgr. Keane, wiens voordracht over het Congres der Godsdiensten in alle harten de diepste ontroering deed ontstaan.

Het Wetenschappelijk Congres der katholieken is in alle opzichten te belangrijk geweest opdat wij het niet wenschelijk zouden achten er met meer uitvoerigheid op terug te komen. Voor ditmaal houden wij ons tevreden met het volkomen welslagen, met den grooten bijval ervan aan te stippen. Meer dan 2,200 bijtredingen; meer dan 160 ingezonden verhandelingen, om het voorwerp te zijn der besprekingen in de afdeelingen: ziedaar de stoffelijke uitslag. ‘Gisteren,’ was het slotwoord van het verslag over de voorbereidende werkzaamheden, door den geleerden algemeenen secretaris, den pater Bollandist Van den Gheyn voorgedragen, ‘gisteren zegde een vijandiggezind dagblad dat het Wetenschappelijk Congres eene clericale betooging zou zijn, en eene hulde aan de moderne wetenschap. Maar, voegde het met kwaadwillige bedoeling erbij, eene hulde die aan de moderne wetenschap niet gebracht werd uit eigen beweging, dewijl de Kerk noodzakelijk, vastgeklonken als zij is aan hare leerstellingen, de vlucht der wetenschap moet belemmeren. Het zal u gemakkelijk vallen, M.H., te bewijzen dat het verlichte geloof geenszins een hinderpaal is voor de wetenschap, en dit derde Congres zal, evenals de twee vroegere Congressen, de Kerk tot roem en eere en hare verkleefde zonen tot een nieuwen prikkel verstrekken, om op geen enkel gebied vreemd te blijven aan den vooruitgang van de Wetenschap.’

Door zijn volkomen welslagen heeft dan ook het Brusselsch Congresvolkomen dat bewijs geleverd.

S.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken