Het Belfort. Jaargang 11

[p. 430]

Hymnus van het officie van St. Benedictus, ad vesperas.

Laudibus cives resonent canoris!
Templa solemnes modulentur hymnos!
Aurea summi Benedictus arce

Scandit Olympi!

Ille florentes peragebat annos,
Cum puer dulcis patriae penates
Liquit, et solus latuit silenti

Conditus antro.

Inter urticas, rigidosque sentes
Vicit altricem scelerum juventam:
Inde conscripsit documenta vitae

Pulchra beatae.

OEream turpis Clarii figuram
Et nemus stravit Veneri dicatum;
Atque Baptistae posuit sacrato

Monte sacellum.

Jamque felici residens Olympo
Inter ardentes Seraphim catervas
Spectat, et dulci reficit clientum

Corda liquore.

Gloria Patri, Genitaeque Proli,
Et Tibi compar Utriusque semper
Spiritus alme, Deus unus omni
Tempore saecli! - Amen!

[p. 431]

Hymnus van het officie van St. Benedictus, ad vesperas.

Christenen! Stemt uwe feestelijke akkoorden!
Dreune in den tempel 't zegevierend hooglied!
't Hemelsche Hof ontsluit zijn gouden poorten

Voor Benedictus!

Kind nog, hoe lokte vleiend hem de wereld,
Als hij, het lieve vaderhuis verlatend,
In een spelonke diep zich ging verbergen,

Eenzaam en stille!

Wentelend over distelen en doornen
Smoorde in zijn bloed de prikkel van de driften:
Vrijer dan staafde en schreef hij zijne orakelen,

't Wetboek van liefde.

't Bronzene beeld der schandezon verdelgt hij;
En op het woud waar Wulpschheid op den troon zat,
Sticht hij en wijdt hij een kerksken aan zijn God, ter

Eer van den Dooper.

Van uit den hemel, waar zijn minnend herte
Zalig nu blaakt van 't vuur der Serafijnen,
Neêrblikkend, stort hij sprankels van zijn liefde in

't Hert zijner kindren.

Glorie den Vader, met zijn Eengeboren!
Glorie den Geest ook, die van beiden voortkomt,
God gelijk zij: der Godlijke Drieëenheid

Eeuwig zij glorie! - Amen!

E.V.