Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 1 (1868-1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (48.45 MB)

Scans (1610.58 MB)

ebook (42.73 MB)

XML (2.89 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 1

(1868-1869)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Allerlei.

De afwisselend vloeiende fontein

is een toestel, dat even als de Hero's fontein, waarvan men de uitvinding aan den den wijsgeer Hero van Alexandrië (120 j.v.C.) toeschrijft, op vernuftige wijze de spanning der samengeperste lucht en de dampkringsdrukking aantoont. Zij bestaat uit een glazen bol A vol water en gedragen door eene sterke holle glazen buis T. De bol, boven door een glazen stop gesloten, heeft beneden twee dunne uitmondingspijpjes t.t. die steeds open zijn en toch slechts eene afgebroken uitstrooming aan het water uit den bol veroorlooven. De buis T, aan beide einden open, strekt zich uit tot het bovengedeelte van den bol A; van onder is zij bevestigd in een ring B, die midden in een groot vat staat. In dezen ring zijn vele gaatjes, die aan de lucht gelegenheid geven om door de buis T in den bol A te geraken. Zoodra nu het water, dat uit den bol in het vat stroomt, zich boven den ring met gaatjes verheft en de lucht aldus geen toegang meer heeft tot den bol om drukking op de oppervlakte van het water uit te oefenen, houdt het uitstroomen op. Vervolgens na eenige minuten, wanneer door het zijdelingsch uitvloeien van het water uit den bak, de gaatjes van den ring weder ontbloot worden, begint de strooming op nieuw en zoo vervolgens, tot dat al het water uit den bol A gevloeid is.



illustratie

De hero's fontein

bestaat uit twee glazen bollen A en B, op zekeren afstand boven elkander geplaatst en verbonden door twee buizen a en b. De bovenste bol A heeft een trechter, waarin een uitstroomingsbuis c is, die bijna den bodem van den bol A bereikt. Een van de verbindings buizen a eindigt eenerzijds in dien bak en anderzijds in het beneden gedeelte van den bol B, terwijl de andere buis b van het boven gedeelte van den bol A tot dat van den bol B gaat.

Om de fontein in werking te brengen, neemt men de buis c weg en door de vrije opening vult men den bovenbol A; daarop steekt men de buis c weder in en men giet water in den bak. Dat water stroomt door de groote buis a in den bol B en drijft hieruit de lucht, die door de buis b in den bol A stijgt. De spanning der samengeperste lucht drukt op het water en doet het met kracht uit de buis c springen, zoo als onze teekening aantoont. En daar het opspringende water in den bak terugvalt, wordt deze gestadig gevuld naar mate het water, dat hij bevat zich naar den ondersten bol begeeft. Hieruit volgt dat de fontein blijft springen tot dat de bovenste bol ledig is. - In onze teekening zijn sieraadswege een gedeelte der buizen a en b bevat in de standaarden, die de beide bollen verbinden.

Een onbevoegd rechter.

De plaats-kommandant van een der pruisische garnizoensteden was onlangs eenige oogenblikken tegenwoordig bij eene muzikale voordracht, die daar elke week op de markt door het korps hoornblazers wordt gehouden. Tot zijne groote verwondering zag hij dat drie leden van het muziekkorps langen tijd, tamelijk lui met hun instrument onder den arm, tegen eene ballustrade leunden, middelerwijl al de anderen zich blijkbaar zeer vermoeiden om de vercischte toonen voort te brengen. Toen het muziekstuk geëindigd was, liet hij den kapelmeester bij zich komen, vroeg hem naar de namen der drie muzikanten en verwijderde zich zonder verder een woord te zeggen.

Den volgenden morgen werden zij tot hunne groote verwondering alle drie bij den kommandant ontboden. ‘Gij hebt gisteren avond uwen plicht verzuimd;’ snauwde hij hun toe, ‘door den luiaard te spelen en alles aan uwe kameraden over te laten.’ De muzikanten zagen elkander verwonderd aan. ‘Waarom hebt gij zoo langen tijd met dat groote ding onder uw arm gestaan, terwijl uwe kameraden hun best deden, luilap?’ vroeg hij den hoornblazer, die het dichtst bij hem stond.

‘Ik had honderd zeven en twintig maten rust, majoor,’ was het antwoord.

‘Wat rust. gij hebt niet te rusten als uw kameraden werken. ‘En gij?’ vervolgde hij, zich tot den tweede wendende.

‘Ik had pauze in het adagio, majoor,’ antwoordde deze.

‘Zoo, rust en pauze, daar behoeft ge niet voor op de markt te komen, luie vlegels.,, alle drie acht dagen provoost, hoort ge... ik zal u wel leeren rusten en pauzen!’

De muzikanten trachtten zich nog te verdedigen, doch de kommandant wilde van niets hooren.

Toen dit geval ter oore van den kapelmeester kwam, haastte hij zich de zaak aan den kommandant op te helderen, wat hem intusschen niet weinig moeite kostte. De kommandant kon maar niet begrijpen, waarom de werkzaamheden in de muziek zoo ongelijk verdeeld werden. Hij zegde dat dit een einde moest nemen en droeg den kapelmeester den last op te zorgen dat de muzikanten, die tusschenbeiden zoo lang tijd hadden, de anderen een handje hielpen: dat was niet meer dan plicht. In alle gevallen konden zij dan ten minste zoo lang op de trom slaan, dat klonk altijd meer gevuld. Op die voorwaarde wilde de kommandant alleen de drie schuldigen ontslaan. Hoe de kapelmeester zich daaruit zal redden weet men nog niet.

Inkomsten en uitgaven,

Men heeft berekend dat de gezamentlijke inkomsten in de landen van Europa ongoveer 11200 millioen francs beloopen. waarvan na aftrek der kosten, door het inzamelen veroorzaakt, netto 8960 millioen overblijven. Daar men evenwel gemiddeld jaarlijks 10000 millioen noodig heeft, is er ieder jaar een te kort van 1000 millioen francs. Deze berekening is alleen gegrond op eenen tijd van gewapenden vrede, zooals wij dien thans beleven. Men neemt aan dat in oorlogstijd het te kort oneindig grooter is; sommige beweren evenwel dat een gewapende vrede dezelfde uitgaven veroorzaakt als een oorlog.

Van deze 10000 millioen ontvangen de hoven 236 millioen of 2.63%; de renten der staatsschulden grootendeels door den oorlog veroorzaakt, verslinden 3336 millioen of 37.23%, terwijl er eindelijk voor het onderhoud van legers en vestingen 3120 millioen of 34.82% noodig is. Deze drie posten bedragen te samen 74.70%, zoodat er voor de vervulling der stoffelijke en zedelijke behoeften der volken ruim 25% overblijft. Hoe kan zulks in de XIXe eeuw, in de zoogenaamde eeuw van verlichting mogelijk zijn?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken