Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 1 (1868-1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (48.45 MB)

Scans (1610.58 MB)

ebook (42.73 MB)

XML (2.89 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 1

(1868-1869)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

Allerlei.

Een gedenkteeken voor de Pauselijke soldaten.

Op den 3 Juni 11. is in Rome de eerste steen gelegd voor de Pauselijke soldaten, die in het vorige jaar in den strijd tegen Garibaldi gevallen zijn. Dit monument, waarvan Pius IX de kosten uit zijn civiele lijst bestrijdt, was men aanvankelijk voornemens in de kerk te Monte Rotondo op te richten, doch wijl deze kerk geen genoegzame ruimte aanbood, is men van dit plan teruggekomen, en zal nu het monument verrijzen op de Campo Santo in de nabijheid der laurentijnsche basiliek. Op een breed, trotsch voetstuk zal zich een achthoekige zuil verheffen. Op zeven zijvlakken zullen de namen gegrift worden van de gevallenen, hunne familiën en hun vaderland. Het achtste zal het volgende opschrift bevatten: Fortissimis. Militibus. Indigenis. Exterisque. - Qui Anno MDCCCXVII. - Adversus. Copias. Parricidarum. - Pluribus. Praeliis. - Pro Religione. - Atque. Urbis. Incolumitate. - Dimicantes. In. Ipsa. Victoria. - Vitam. Cum Sanguine. Profuderunt. - Pius IX, Pontifex. Maximus. - Monumentum. Fieri. Jussit. - Quo. Gratae. Irsius Voluntatis. In. Filios. Meritissimos. Virtutis que. Eorum. Memoria. Sancta. Atque. Sacrata. - Posteritati. Tradatur. (Den helden uit dit en het buitenland, die in het jaar 1867 tegenover de benden der sluipmoordenaars in verschillende gevechten voor den godsdienst en de verdediging der stad de overwinning behaalden maar het leven verloren, liet Pius IX dit gedenkteeken oprichten, om daardoor zijne dankbaarheid jegens zijne verdienstelijke zonen en het hooggezegend aandenken aan hunne dapperheid aan de nakomelingschap te verkondigen.) Op de pyramidale spits van den steen zal een groep staan, voorstellende den Prins der Apostelen, die, de symbolische sleutels ten hemel heffend, met de linkerhand aan een geharnasd krijger een zwaard toereikt met een vaandel, waarop de woorden Orbis Catholicus (Katholieke wereld) te lezen staan.

De velocipede, draisine of snelvoet.

Deze was vroeger slechts een speeltuig voor kinderen; thans echter is zij door de verbeteringen, die zij ondergaan heeft, een in Frankrijk, Duitschland en Engeland algemeen gezocht ‘zelf-vervoermiddel’ geworden, en als men kan gelooven wat des aangaande uit Parijs geschreven werd over gehouden konkoersen van velocipeden bij wijze van de harddraverijen, bij vele volkeren en ook in België in gebruik, zou de velocipède in snelheid mets aan den besten draver toegeven. In Parijs heeft zij haar volkomen burgerrecht verkregen, en in Frankrijk pleit men voor den invoer er van ten gebruike van de post- en telegraafboden; daar is zulk nuttig verkeermiddel bijna onmisbaar geworden. Elk huisgezin, schrijft men, zal weldra een snelvoet bezitten en wedrennen aanleggen zoo als met paard of gondel. Jonge lui kunnen zich zonder eenige moeilijkheid des namiddags van hunne zelfs verscheidene mijlen verwijderde lusthoven begeven, daar een goede snelvoet in een uur ongeveer 12 mijlen afleggen kan. Die geestdrift voor de velocipède zal er ongetwijfeld toe leiden om het werktuig tot een hoogere volmaaktheid op te voeren, en wellicht kunnen wij dan later hierop terugkomen. De nevenstaande afbeelding is een tweewielige snelvoet (velocipède bicycle) volgens een amerikaansch model; deze wordt al rennende door eenige bedrevenheid van den voerman in rechten stand gehouden: de beweging zelve wordt, zoo als men duidelijk op de afbeelding zien kan, door de voeten veroorzaakt, terwijl men met de handen het werktuig bestuurt, waartoe een hefboom zich aan het voorwiel bevindt, rustende op een vorkvormig steunsel. Volgens een dergelijk model worden er ook snelwagentjes voor dames vervaardigd, met een zadel ter zijde en voor de veiligheid met drie wielen (velocipède tricycle) waarbij dan het voorwiel het roerwiel en de beide andere wielen als draagwielen beschouwd worden. De zadel of zitplaats rust op een sterke stalen veêr, waardoor het schokken bij 't loopen verminderd wordt. Men houdt zich thans ook bezig met de vervaardiging van velocipèdes. die door een ‘koetsier’ in beweging gebracht worden; zelfs is men van plan kleine stoomlocomobilen te maken, waarmeê een enkel persoon op de gewone wegen met buitengewone snelheid kan rijden. De water-draisinen zijn eveneens tot meerdere volmaakheid gebracht en tot het varen op rustige wateren eigenaardig geschikt. Bij deze bevindt zich een soort van scheprad onder het zadel van den zittende en aan beide zijden van het rad drijfzwengels, die door de voeten bewogen worden, terwijl het sturen met de hand geschiedt.



illustratie

De opdelvingen in de wijk Trastavere te Rome.

Sedert langen tijd houdt men zich op last des Pausen bezig met het graven in de ontzaglijke ruïnen van het oude Rome, en met ieder jaar komen belangrijke stukken en documenten uit het stof, waaronder zij een aantal eeuwen gerust hebben, te voorschijn.

Het meest hield men zich in de laatste jaren bezig met de ruïne van het paleis van Augustus op den palatijnschen heuvel, binnen welks muren een groot deel der romeinsche geschiedenis haren oorsprong nam. Zoowel van pauselijke zijde als van die der franschen, die een aanzienlijk deel van den grond, met de ruïnen van het paleis bezaaid, gekocht hebben, komen vele zaken te voorschijn, die een helder licht verspreiden over vele punten, tot nu toe raadselachtig in de geschiedenis.

Van niet minder belang zijn de opgravingen aan den Tiber in de wijk Trastavere. Op deze plaats heeft men voor eenige maanden de oude bewaarplaats ontdekt van het marmer, dat onder de romeinsche keizers uit verschillende landen der wereld, vooral uit Griekenland en Egypte, naar Rome werd gevoerd. De eer dier ontdekking komt toe aan den pauselijken commissaris voor de opdelvingen Visconti en was niet het werk des toevals maar het resultaat van geschied- en oudheidkundige studiën. De marmerblokken, per schip den Tiber opgebracht, werd in genoemde wijk nedergelegd en bewaard, tot men ze voor het oprichten van gebouwen noodig had. De aanvoer moet het gebruik ontzaglijk overtroffen hebben, want de voorraad, in Trastavere gevonden, wordt op 50 millioen gulden geschat, op vele blokken zijn de namen der afzenders gegrift.

Zoodra de H. Vader de tijding van dezen gelukkigen vond vernam, liet hij van een der marmerblokken beeldjes, kruizen enz. vervaardigen en schonk die aan hen, welke op audiëntie bij hem kwamen. Een groot aantal Zouaven heeft zoodanige door den Paus gewijde voorwerpen ontvangen. Leefde Nero nog, hij zou van zijn eigen marmer de afbeelding zien van Hem, wiens leerlingen hij zoo gruwelijk vervolgd heeft.

Niet verre van deze bewaarplaats heeft men op eene diepte van 25 voet een onbedekten binnenhof gevonden, die door vier muren ingesloten was. Zeedieren in mosaïk versieren den vloer, en in een hoek staat het zeshoekige bekken van een bron, wier afvloeiing naar den linkerkant nog zichtbaar is. In een der muren is een nis met keurig beeldwerk versierd; hare muur is bedekt met schilderingen, heldenfiguren op witten grond, waterdieren, vogelen enz.

Ook de overige muren van den hof zijn beschilderd. Deze muurschilderingen zijn zeer beschadigd, maar wat er van overgebleven is laat den aanschouwer zeer goed toe zich eene voorstelling van het vroegere geheel te vormen.

Op een grooten steen vond men het borstbeeld van keizer Alexander Severus (222-235) en verschillende inscriptiën; hierin heeft men den naam gelezen van genoemden keizer en dien van romeinsche soldaten van de 7e Cohorte der Vigiliën; voorts heeft men er uit afgeleid dat de soldaten in dezen hof krijgsoffers vierden, wat uit nog verscheidene andere gevonden voorwerpen op te maken is.

De vervolgens voortgezette uitgravingen, hoewel door de nabijzijnde huizen zeer moeilijk uittevoeren, hebben een aantal kamers doen ontdekken, die met den binnenhof in betrekking stonden.

Fabriek van preêken.

Het is in de engelsche kerk gebruikelijk dat de predikanten hunne leerreden van den preêkstoel voorlezen, iets wat natuurlijk al zeer weinig bijdraagt tot bevordering der kanselwelsprekendheid. Een jong en zeer geleerd predikant is voor eenigen tijd op de gedachte gekomen om eene reeks predikatiën te vervaardigen voor alle gelegenheden des jaars, die hij door de steendrukpers heeft laten verveelvuldigen, zoodat zij er uit zien of zij geschreven zijn. Hij heeft bovendien de voorzichtigheid gebruikt om ze niet voor het algemeen maar alleen voor predikanten verkrijgbaar te stellen, ten einde het practisch nut niet verloren zou gaan. Nu gebeurde het onlangs dat in een dorpskerk in het graafschap Essex de namiddag godsdienst door een vreemden hulpprediker zou worden geleid. Een grondeigenaar, die des morgens zeer getroffen geweest was over de voortreffelijke leerrede welke door den gewonen predikant werd gehouden, ging ook de namiddag-godsdienstoefening bijwonen en hoorde nu woord voor woord dezelfde predikatie. Toen hij hierover bij het uitgaan der kerk zijne verwondering te kennen gaf, zeide een spotvogel dat hij het moest beschouwen als een groot bewijs voor de eenheid in de anglicaansche kerk.

Beide predikanten waren bij den preêken-fabriekant geabonneerd, zij hadden echter verzuimd met elkander ruggespraak te houden.

Op den spoorweg

Toen dezer dagen bij het vertrek van den spoortrein van Antwerpen naar Brussel de locomotief een buitengewoon schril geluid liet hooren, zeide een zenuwachtige dame in de eerste klasse tot een jongeling die naast haar zat:

‘Dat gaat door merg en been, niet waar?’

‘Pardon madame’, antwoordde de jongeling, ‘over Mechelen naar Brussel.’

Een boer,

die een hond, welke hem had willen bijten met de gaffel te neêr gestoken had, werd voor den kantonrechter gedaagd tot het geven eener schadevergoeding aan den eigenaar. ‘Waarom hebt gij den hond niet met den steel van u afgeweerd’ vraagde hem de rechter. - ‘Dat zou ik gedaan hebben als de hond mij in plaats van met zijne tanden met zijn staart gedreigd had’ luidde, het antwoord van den boer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken