Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 1 (1868-1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (48.45 MB)

Scans (1610.58 MB)

ebook (42.73 MB)

XML (2.89 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 1

(1868-1869)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 320]
[p. 320]

Allerlei.

Afschaffing van trekpaarden.

In Amerika, het land, waarin het vindingrijk vernuft ook de grootste dwaasheid den zetel hebben opgeslagen, heeft men eene proeve genomen, om samengeperste lucht tot beweegkracht van voertuigen te bezigen. Op een centraal-station worden vergaârbakken met lucht gevuld en twee daarvan, genoeg voorraad van lucht bezittende voor eene vaart van 8 mijlen, op het achterste gedeelte van den wagen geplaatst. De samengeperste lucht, zoo als men weet, doet den kogel uit het windroer vliegen, maakt de waterstrooming uit de brandspuit gelijkmatig en verricht andere werkzaamheden, zooals het voortdrijven der ‘luchtwagens.’ Ooggetuigen beweren dat zulk een wagen sneller dan een door paarden getrokken, gaat - en de Yankee voorspelt daaruit een geheelen omkeer in de vervoermiddelen, zoo dat de trekpaarden weldra tot den historischen tijd zullen behooren(!?)

De electrische windmeter.



illustratie

In No 5 van deze jaargang hebben wij eene beschrijving gegeven van een windmeter. Verwijzende naar dat nummer, geven wij hiernevens eene afbeelding en beschrijving van een dergelijk toestel, dat door Salleron uitgevonden meer volledig en nauwkeurig is, dan het vroeger beschreven. Het te beschrijven werktuig bestaat uit twee onderscheidene deelen, den eigenlijken anemometer en den registreerder, die in het observatorium zelve de kracht en de richting van den wind aantoont. ‘In het samenstel van den windmeter, zegt de uitvinder, heb ik geheel en al de inrichting der oude weêrhanen weggelaten, die, indien zij niet zeer gevoelig zijn, aan zachte winden niet gehoorzamen en indien zij licht zijn, nooit onbewegelijk blijven en eene menigte richtingen aanwijzen, waartusschen het dikwerf zeer moeilijk is de ware te onderscheiden. In mijn toestel staan twee groote vleugelwielen DD op een horizontalen staaf B, welke een schroefzonder eind draagt. Die wielen zijn een samenstel van kleine wieken, die bij den minsten wind ronddraaien. De schroef zonder eind draait met de wielen en haakt in een getanden horizontalen cirkel A; ten gevolge van deze beweging worden de groote wielen rondom den getanden cirkel medegesleept; zoodat, wanneer de wind in eene schuinsche richting op de wieken werkt, de wielen zich op hun as rondwentelen en tevens rondom den getand en cirkel, totdat zij in eene richting aan nemen, die met den windstroom evenwijdig is; eene richting, die inderdaad de eenige is, waarop de wind geene werking heeft, omdat hij alsdan tegen het scherp der wieken slaat. Verandert de wind dan beginnen de wielen op nieuw te draaien en verplaatsen zich zelven evenwijdig aan den luchtstroom.

De richting der wielen wordt door middel van de electriciteit opgeteekend; de vertikale as, die met de wielen omdraait, brengt ook een rolletje in beweging dat den cirkel E aanraakt, welke in acht deelen verdeeld is, overeenkomstig de acht voornaamste windstreken; acht geïsoleerde koperdraden geleiden de electriciteit in den registreerder’

Om de snelheid van den wind te weten, heeft Salleron het molentje van Dr. Robinson (zie pag. 40) aangenomen. De ‘teller’ van dit molentje is een rad met 250 tanden, die op de raakschroef F ingrijpten. De afmetingen van het toestel zijn zoo berekend, dat elke volledige omwenteling van het wiel met een ned. mijl wegs door den wind afgelegd overeenkomt. Dit wiel wordt verder met de electriciteit in verband gebracht, door een geïsoleerde veer, die het bij elke omwenteling aanraakt, den galvanischen stroom afsluit en dan naar den registreerder zendt. De electrische verbinding kan op verschillende wijzen plaats hebben, welke wij echter heden niet zullen beschrijven. In het afgeteekende toestel dienen acht potlooden, in verbinding met zoovele electrische draden, om de richtingen der winden aan te wijzen; het negende potlood, dat met het molentje in verband staat, teekent telken maal, wanneer de stroom door den ‘teller’ van het molentje gesloten is, een punt- en elk dezer duidt, als wij gezien hebben, een mijl wegs aan door den wind in een bepaalden tijd afgelegd.

Composities van metalen,

voor lepels, vorken enz. die op de parijsche tentoonstelling als schoon gekenmerkt waren, zijn o.a. 1⁰. eene gele compositie, bestaande uit 89.3 procent koper en 10.5 proc. aluminium; 2⁰. eene witte compositie, uit 69.8 proc. koper, 19.8 proc. nikkel 5.5 proc. zink en 4.7 proc. cadmium; 3⁰. eene andere gele compositie, oriede genaamd, uit: 79.70 proc. koper, 13.05 zink, 6.09 proc. nikkel, 0.28 proc. ijzer en 0.09 proc. tin.

Het drogen van aardappelen.

Door ervaring is het bevestigd, dat men aardappelen in den gedroogden staat jaren lang bewaren kan, zonder dat zij minder smakelijk worden; het spoedig bederf dier vrucht is vooral toe te schrijven aan hare groote hoeveelheid water. In Amerika zijn gedroogde aardappelen een belangrijk handels-artikel en worden op deze wijze bereid: Versche aardappelen worden eerst schoon gemaakt en dan tusschen doorboorde, holle, scheef liggende walzen gebracht, die ze snijden en kneuzen, den brij in zich opnemen en aan hun lage gedeelte laten uitloopen, terwijl de schillen onder de walzen vallen. De aldus verkregen aardappelbrij wordt in daartoe ingerichte droogkamers bij eene hooge temperatuur gedroogd en daarna korten tijd in de lucht gelegd om een weinig vochtigheid aan te trekken en eindelijk door hydraulische persen in den vorm van blokken geperst. De gedroogde aardappelmassa is zeer vast, hoornachtig, glanzend, reukeloos en even smakelijk als versche aardappelen.

Een notenboom in een molensteen.

Bij Walton Hill in Engeland ligt of liever hangt sedert vele jaren als eenig overblijfsel van een watermolen een molensteen. Twintig jaren geleden ontsproot uit het vierkante gat in het midden van den steen een stammetje, voortgekomen uit de pit van een noot, die daar by toeval in den grond gekomen was. Het boomptje vulde, bij toenemenden wasdom, allengs het gat van den steen, en voerde dien weldra mede naar boven. Thans hangt de steen 5 voet hoog boven den grond; de boom heeft eene hoogte bereikt van 29 voet. Het ware wellicht voor geleerde genoot schappen de moeite waard - onze tijd wil toch alles onderzoeken - de vraag te behandelen: hoe kan den steen van den boom verwijderd worden, zonder een van beiden te beschadigen?

Onaangename verrassing.

In eene restauratie te Bronsville in Amerika bevonden zich onlangs verscheidene gasten, die met elkander het middagmaal gebruikten; bij het dessert zou een hunner een prachtige meloen opensnijden. Nauwlijks had hij het mes in de vrucht gestoken, of men hoorde een scherp gesis. Allen verschrikten en hij die den meloen was begonnen te snijden, weigerde zijne taak voort te zetten. Doch daar zijne makkers den spot met hem dreven, greep hij moed, en stak op nieuw het mes in de vrucht en.... viel bezwijmend in de armen van den dischgenoot, die naast hem zat. Geen wonder, de meloen diende tot verblijf van een afschuwelijke slang. Het dier, dat door het mes in het oog getroffen was, sprong te voorschijn en kronkelde zich over de tafel. Nu greep de moedigste een mes en stak dit 't ondier in den kop. Gelukkig schoten daarop de anderen toe hielpen hem de slang afmaken. Zij was 24 voet lang; niet alleen moest men er zich over verwonderen dat zij zich in de meloen had kunnen verbergen, maar ook er had kunnen indringen, zonder aan de oppervlakte een zichtbare opening achter te laten.

Rookers en berookten.

Er is op dit oogenblik in Engeland een zonderling proces tegen een der spoorweg-maatschappijen aanhangig. Even als hier vinden vele reizigers en vooral dames het daar zeer lastig en onaangenaam dat zij in de spoorweg-wagens dikwijls in wolken van rook gehuld moeten zitten. De bedoelde maatschappij heeft langen tijd tegenstand geboden aan het algemeen verzoek om invoering van coupés voor niet-rookers, doch is er eindelijk door het gouvernement toe gedwongen. Daar zij echter slechts voor dwang had moeten bukken, liet zij uit weerwraak de coupés zoodanig inrichten dat de niet-rookers wel geene gemeenschap hadden met de rookers, doch wel met den rook, die zich boven door eene groote opening ontlast. De directie beweert dat zij aan hare verplichtingen heeft voldaan dewijl het voorschrift slechts luidt dat de niet-rookers afzonderlijke plaatsen kunnen bekomen; laatstgenoemden, die nu wel niet bij de rookers maar desniettemin in den rook zitten, protesteeren daartegen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken