Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 1 (1868-1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (48.45 MB)

Scans (1610.58 MB)

ebook (42.73 MB)

XML (2.89 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 1

(1868-1869)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Nummer 49]

Een landschap bij den ondergang der Zon



illustratie
Ondergang der Zon.


Nevensgaande gravure, genomen naar eene prachtige schilderij van K.F. Schinkel, verplaatst ons in de vrije natuur bij het ondergaan der zon. Naarmate men zich op een verschillend standpunt plaatst. maakt het ondergaan der zon een verschillenden indruk, maar altijd is het voor hem, die heeft voor de schoonheden der natuur, een treffend schouwspel. Bevindt men zich tusschen de bergen in stille eenzaamheid, welke slechts nu en dan afgebroken wordt door het gezang van een vogel of het klingelen van de klokjes der schapen en geiten, dan geraakt men in verrukking bij de zonderlinge verschijnselen, die de ondergaande zon te voorschijn roept. Kort nadat de zonnestralen de aarde verlaten hebben, verschijnen schaduwen op de berghellingen en worden deze voortdurend langer en langer, tot weldra de toppen van heuvelen en rotsen in de schemering verborgen zijn. Van daar gaat de schaduw de ruggen van hoogere

[pagina 386]
[p. 386]

bergen omgeven, en klimt bij iedere seconde. De toppen der bergen baden zich in de wolken en de gouden stralen, en lang nadat de aarde met de duisternis is overdekt geworden, vertoont de bergkruin nog een vurigen kegel. De straalbreking, door bergtoppen en wolken veroorzaakt, komt het tooneel nog meer bekoorlijkheid en verscheidenheid bijzetten.

Op de stille vlakte geeft het ondergaan der zon een tooneel van geheel anderen aard. Een zekere eentonigheid heeft uren achtereen op het landschap gelegen; nu begint er leven en beweging te komen. Het vee, zuchtende onder de hitte der zonnestralen, heeft zich nabij eene beek neêrgelegd, na zijn brandenden dorst gelescht te hebben. Maaiers en ploegers hebben eene wijl den arbeid gestaakt, dien de groote warmte hun onmogelijk maakte, en zich in het zachte gras nedergevlijd om er eenige verkoeling en rust te vinden. De herder heeft de dichte schaduw van een boom gezocht; van daar houdt hij het gezicht op zijne schapen. Zoo heerscht er stilte en vrede en rust, maar eene rust, verkregen door verpletterende warmte. Eindelijk evenwel schijnt de kracht der zonnestralen gebroken; de zon spoedt naar den horizon, en met het naderend avondkoeltje keert leven en beweging in menschen en dieren weder. Zelfs het gras richt het hoofd op, als wist het dat het oogenblik weldra zal slaan, waarop de zoete dauwdrup het zal komen verfrisschen. De koe loeit, het schaap blaat, de klokjes klingelen, de maaier arbeidt weêr, en de geheele natuur zingt bij de ondergaande zon, Gode ter eer, haar avondlied.

Nog anders is het schouwspel, dat de ondergaande zon oplevert op de vlakte in de nabijheid eener stad. Heeft men aan de eene zijde het geheimzinnig geritsel der bladeren en den plechtigen ernst der velden, van de stadszijde verneemt men een zonderling en onbestemd gedruisch, dat nu vermindert, dan toeneemt en eindelijk wegsterft onder het vroolijke avondgelui der klokken.

Zoodanig tooneel heeft Schinkel op het doek weergegeven; en zijn wel geslaagde arbeid verkreeg een eereplaats in het museum te Berlijn. Het is dan ook een heerlijk gezicht, dat de gravure oplevert. Op den voorgrond ziet men de toeschouwers, die naar de stad, aan de overzijde van de rivier gelegen, heenblikken. De stad is door eene monumentale brug met den anderen oever verbonden, die een oud slot draagt, hetwelk aan de fransche kasteelen der 12e en 13e eeuw denken doet. Dat alles en ook de zacht stroomende rivier, die vele schepen draagt, wordt door de zon beschenen en met goud overgoten. Een enkele maal verbergt zij zich achter de wolken, maar dan ontwaart men een tal van stralenbundels, die het oog verblinden en aan een kolossaal vuurwerk doen denken, dat achter de wolken wordt afgestoken. Het prachtige stuk is bloot eene fantaisie, waarin de schilder de kunst, die hij bij de natuur heeft opgedaan, trouw teruggeeft. Te ontkennen is het niet dat de schilder aan de stad Coblentz heeft gedacht toen hij arbeidde, want de ligging is bijna volkomen teruggeven. Coblentz, door een brug over den Rijn met de vesting Ehrenbreitstein verbonden - het wordt op treffende wijze door de gravure voorgesteld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken