Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

Allerlei.

Muizen- en rattenvallen.

Velerlei middelen zijn reeds aangewend tegen deze lastige diertjes, wier ongepaste vrijheid aan menig een reden van klagen geeft. Nevenstaande figuren geven twee gemakkelijke vallen aan, die in den laatsten tijd zijn uitgedacht. De eerste (fig. 1.) is de ratten- en muizenval van den Amerkiaan Harlan die vooral daarin uitmunt dat de gevangen ratten of muizen in het water vallen en daarin spoedig verdrinken; de tweede val (fig. 2.) is van meer kunstmatigen vorm en werking. Zij bestaat uit de eigenlijke val en een bak vol water, die voor deze geplaatst wordt, om de door een slag van de val doodelijk gewonde ratten of muizen op te vangen, en voor het oog van andere ratten te verbergen. In het voorvak C is eene ronde opening die juist groot genoeg is om aan de ratten toe te laten er haren kop in te steken. Boven deze opening bevindt zich eene op- en neêrwaarts beweegbare schuif A, aan welker onderzijde twee scherpe messen B bevestigd zijn. De schuif is in verband gebracht met eene kruk D, welke op hare beurt in verbinding staat met eene rol in het bovenvlak van het raam; om deze rol is een strik gewonden wiens nederhangend eind het gewicht E draagt. Deze strik doet de schuif vallen maar ook aanstonds weêr hare vorige positie terug nemen, hetgeen op deze wijze geschiedt. Aan den rol is een schakel- of stuitrad F verbonden; de eenige tand van dit rad wordt, zoolang de val gesteld is, tegengehouden door de punt eener rechtstaande stang, welke aan haar ondereinde door eene kleine kruk en eene rol met den haak G verbonden is.

Daar de val aan alle zijden met ijzerdraad omvlochten is kan de rat of muis niet bij het lokaas komen dan door de kleine opening C; zoodra zij nu daarin haar kop gestoken heeft drukt zij den haak G naar beneden en brengt daardoor het geheele mekaniek in beweging, zoodat de schuif met de mesjes valt en de rat den kop doorboort. Maar even spoedig gaan de mesjes weêr omhoog, de tand van het schakelrad wordt door den tap H weêr opgevangen, de rat valt achterover in het water en de val staat gesteld zooals eerst.



illustratie
FIG. 1.




illustratie
FIG. 2.


Een waar woord van von Bismarck.

Genoemde eerste minister zeide voor eenigen tijd: ‘Wanneer in eene Staats-Courant beweerd wordt dat Pruisen zich ten oorlog uitrust, dan lacht iedereen daarover; maar wordt het als telegram uit een vreemd land overgeseind, dan eerst vindt het geloof. Vóór 1848 was men gewoon te zeggen: ‘Gij liegt alsof het gedrukt stond,’ maar tegenwoordig zou men het moeten veranderen in: ‘Gij liegt alsof het getelegrafeerd ware.’

Kostbare woorden.

De parijsche Navette de Tarare berekent dat volgens het gewoon honorarium, hetwelk de uitgevers der werken van Alexander Dumas, den zoon, voor het eigendomsrecht zijner romans betaalden, de woorden déjeuner (ontbijt) en diner (middagmaal) zoo dikwijls herhaald werden, dat zij in een enkel werk de som van 380 franken en 26 centiemen opbrachten. Aan een anderen schrijver had een uitgever, op dezelfde wijze voor het woord cigaar reeds 2500 franken betaald, terwijl aan een derden uitgever deze woorden van Rochefort: ‘om het u maar rond uit te zeggen’, reeds meer gekost hadden dan een huis van drie verdiepingen te Parijs waard is.

Een hollandsche kolonie

aan het Michigan-meer. In den winter van het jaar 1847 kwamen 33 Hollanders in de Vereenigde Staten aan en begaven zich naar eene wildernis bij het meer van Michigan, waar zij een paar houten keeten opsloegen, de bosschen uitroeiden, den grond in bouwland veranderden en de vreugde mochten smaken hunne kolonie door de aankomst van nieuwe landslieden te zien toenemen. Na een tijdverloop van 22 jaren telt deze kolonie reeds 15,000 zielen, waarvan de nieuwe stad Holland alleen 3000 inwoners heeft. Deze bezit 4 kerken, eene school met 450 leerlingen en drie dagbladen, die in de nederduitsche taal worden uitgegeven.

Aan een bankier

te New-York werd eens een zak geld ontstolen dien hij op de tafel had achtergelaten terwijl hij zich eenige oogenblikken moest verwijderen. Hij had tegen niemand eenig vermoeden, maar sprak ook tegen niemand van den gepleegden diefstal, in de overtuiging dat de dief zich zelven wel zou verraden. Eenige maanden daarna kwam zijn buurman bij hem, en deed onder het gesprek, zoo zonder erg, de vraag: ‘maar, à propos, hebt gij sinds niets meer van den zak met geld gehoord die u ontstolen werd?’ - ‘O, o, John,’ was het antwoord van den bankier, ‘nu heb ik den dief gevonden; gij zelf hebt hem gestolen want buiten den dief en mij kan niemand er iets van weten.’ Hij had goed geraden en kwam aldus weêr in het bezit van zijn geld.

De bevolking der Vereenigde Staten

bedroeg bij de laatste volkstelling 36,743,198 zielen, waaronder 32,109,827 blanken en 4,633,371 zwarten en kleurlingen waren. Sedert 1860 is dus die bevolking met 5,134,282 blanken en 168,866 zwarten en kleurlingen vermeerderd, en dat niet tegenstaande het groote verlies van menschenlevens gedurende den oorlog tusschen de Noordelijke en Zuidelijke Staten. Voor deze bevolking verschijnen 4207 dagbladen en tijdschriften, waarvan er 3293 aan de politiek, 298 aan de letterkunde, 277 aan den godsdienst, en 339 aan allerhande belangen gewijd zijn.

Een onzer schoolopzieners

vroeg bij een schoolbezoek aan de leerlingen eener klasse: ‘Waar is Johannes Husz verbrand?’ - ‘Ik weet het, Mijnheer’, antwoordde een kleine jongen, terwijl de grooteren allen zwegen. ‘Waar dan, beste jongen?’ vroeg de schoolopziener. ‘In het vuur, mijnheer,’ was het triomfeerend antwoord.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken