Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Steven Waggelaer.
Uit het leven van een Vlaamsch declamator.

In het kleine stadje, waarvan ik een der zooveel duizendsten uitmaak, woont meer dan eene beroemdheid. Dat is overigens door het heelal et autres lieux bekend. Op den hoek der straat staat een huis, met eenen trapgevel: welnu, dat huis zoo nederig, om niet te zeggen zoo smerig, werd meer dan eens met bloemen omkransd, met wimpel en geschrift versierd, met den wierook der populariteit omwolkt.

Ge schijnt verwonderd, maar 't is eene eeuwige waarheid, dat het wezenlijk genie niet onder de gouden lambrizeering woont, vooral niet het genie zooals ik er nu een in het oog heb. Het huis zelf heeft iets dat met het daarin verborgen genie overeenkomt. De hoogste punt van den gevel, met eenen verroesten windhaan bekroond, is schuins gezakt, en ook evenzoo hangt de hoed op het hoofd van zijnen meester, vooral dan wanneer hij uit de soms onstuimige rederijkersvereeniging komt.

De twee raampjes boven in den gevel, met bestoven en gescheurde ruiten, zijn wel het trouwe afbeeldsel van de brilglazen des meesters. De schrale en verwaarloosde wijngaard, die boven de deur neêrhangt, is de los geknoopte halsdas, en wij zouden de verzakte muren beneden, bijna, 't is wel gewaagd, kunnen vergelijken aan de afzakkende broek van den huisbaas. Geniën zijn nooit slaven van de mode.

Ziedaar huis en heer in een paar trekken geschilderd.

Boven de deur van het huis leest men Steven Waggelaer, broodbakker, en uit den winkel, waarvan de halve deur altijd open staat, wasemt u de geur - van myrthen en lauweren? - neen, van het versch gebakken brood tegen, hetgeen, wees er zeker van, bij al de Muzenzonen, op bepaalde oogenblikken, de reukzenuwen meer streelt, dan de palmen van den roem.

Uit den winkel borrelen soms vier of vijf verwaarloosde kinderen, die men, naar de kleur te oordeelen, voor Japaneezen zou gehouden hebben, naar buiten: - 't zijn de kinderen van 't genie. Soms komt eene bleeke en ziekelijke vrouw, wier ellebogen door de mouwen steken, met een schreeuwend kind op den arm, in den winkel - het is de echtgenoote van het genie.

Achter den winkel is de woonkamer: het ziet er even haveloos uit als het uitwendige van het huis, de winkel, de vrouw en de kleine geniën; maar boven den schouw hangt er toch iets blinkends in eene vergulde lijst: het zijn dertien vergulde en zilveren medailles door den genie-vader in verschillende omstandigheden behaald. Dáár ook hangen dorre lauwerkroonen, met groene, blauwe, roode en witte zijden linten vastgestrikt - onweêrlegbare kenteekens van Steven's roem.

Laat nu de spiegel gescheurd, de bedgordijnen gescheurd, porcelein en tafelblad gescheurd zijn - de glans, die van de zilveren penningen neêrstraalt, geeft immers weelde en geluk in overvloed. Bengels, schreeuwers! die in den winter soms om een duffelsch wammes huilt - ziet opwaarts en koestert u in den gloed van 's vaders glorie! Moeder, die soms mort, bidt en heimelijk weent en naar den hemel verlangt - hef het hoofd op, en boven den schouw ziet ge den hemel van uwen Steven - een hemel, met dertien blinkende starren, behalve de dwaalstarren, die er vroeger gepronkt hebben, en die, de een na de andere heimelijk als dieven, naar den berg van Barmhartigheid geslopen zijn.

En nu het genie zelf?

Volg mij; we strompelen door een donkeren gang en stooten eene lage deur open. Bekommer u niet over de smachtende hitte, welke u tegenstaat, noch van de rookwolken, die van tijd tot tijd naar buiten slaan en u doen denken aan de hel in Robert le Diable. Vooruit!

Plotseling wordt ons de weg afgesneden: een Romein - 't kan ten minste geen mensch van onzen tijd zijn - vliegt ons met gebalde vuist, vlammend oog en recht staand haar te gemoet. Zijn bovenlijf is naakt, het stuifmeel hangt hem een halven duim dik op het wezen; om zijn middel is een witte of liever vuilgrauwe rok geplooid, het eenige en ook voldoende kleedsel in die keerkringswarmte. ‘Verrader:’ ....roept hij uit, een broodmes boven het hoofd zwaaiend;

 
Verrader, 'k zal mijn zwaard u in den boezem steken,
 
Ik wil mij over 't bloed, geplengd in Rome, wreken.
 
Ik wil....
[pagina 76]
[p. 76]

De lezer is gerust gesteld; hij heeft bakker Brutus, den phenix der declamátoren van ons stadje, herkend, hoewel hij op het eerste gezicht aan een' ontsnapte uit een zinnelooshuis moet gedacht hebben.

Eensklaps wendt de Talma zich om, meet met wijd uitgestrekte stappen de bakkerij, blijft voor den met meel bestoven' spiegel staan, en daar hervat hij de woorden, die deze of gene eposfabrikant aan Brutus, den Romein, in den mond legt. Steven rekt de armen uit, balt de vuisten, wringt zich het lijf, trekt de oogen en neusgaten wijd open, grijst en grimt tegen zijne eigene beeltenis en geeft mij de overtuiging dat, als Brutus zóó gedaan heeft, hij een der beste clowns uit het paardenspel van dien tijd moet geweest zijn.

Nu krijgt de declamator een ongebakken brood in het oog. Het mes wordt ijselijk rondgezwaaid, opgeheven en neêrgelaten, en als hij einde lijk, na een kwartier uurs declameeren - waarin Cesar natuurlijk zoo stil moest blijven liggen als het deeg - het wapen neêrslaat, komt het met geweld in het arme brood te recht, terwijl Brutus uitroept.

 

Ik boor nu met dit mes, u door het borstkuras,

Terwijl ik met genot in 't bloed mijn handen wasch....

 

En daarop plotseling het mes wegwerpende, ploft de vervoerde declamator zijne twee handen in een pot met zuiverwit botermelk. De man is diep geroerd, ver op de ‘vleugelen der verbeelding’ weggedreven; hij hoort niets, hij weet niets, hij bemoeit zich met niets dan met zijn alexandrijnen, Nu ontspant zich zijn gelaat en schaterlachend zegt de vreeselijke Brutus:

 

Het stroome 't bloed: Brutus heeft nu zijn plicht volbracht,

Terwijl hij met geklaag en met gejammer lacht.

Hij lacht.....

 

Dat is, in dergelijke stukken, altijd de superlatief van het effect.

‘Vader,’ roept een der vuile en gehavende jongens, met de haren pinrecht op het hoofd en door de halfgeopende deur loerend, ‘daar is volk in den winkel, en moeder zit te jammeren van de hoofdpijn!’ Doch de bakker heeft geen ooren; hij deelameert voort:

 
Hij lacht; hij kroont zich hier met myrt en lauwerbladeren,
 
En 't laag gemeen kan slechts met eerbied tot hem naderen.

Een helsche stank verbreidt zich uit de bakkerij, door gansch het huis. ‘Vader’, schreeuwt een meisje, op hare beurt het hoofd binnen stekende; ‘maar riekt gij dan niet dat het brood tot kolen verbrandt!’ De bakker is te ver boven de prozaïsche wereld om nu juist brandreuk gewaar te worden. Met de armen opgeheven, declameert hij:

 
Ja, 't is de wierookgeur die, dankend zich verbreidt.
 
Omdat men in triomf Brutus ten hemel leidt.
 
Steekt op trompetten....

Slot volgt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken