Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 120]
[p. 120]

Allerlei.

Gasbereider van Dunderdale.

Verschillende soorten van ongezuiverde bronolie, voornamelijk de pensylvanische, bevatten eene koolwaterstof in vloeibaren staat, die zich daardoor onderscheidt dat zij bij iedere aanraking met de lucht lichtelijk in damp overgaat, die gemakkelijk ontvlamt en als eene heldere gas-vlam brandt. Deze vluchtige bestanddeelen laten zich gemakkelijk van de ongezuiverde olie afscheiden en reinigen. In goeden, zuiveren staat komen zij voor als eene kleurlooze, niet onaangenaam riekende, licht ontbrandbare en daardoor gevaarlijke vloeistof, die men onder verschillende benamingen, vooral onder die van petroleum-ether of gasoline, in den handel heeft gebracht. Deze zelfstandigheid schijnt vooral geschikt te zijn tot het vervaardigen van gaz, want voert men er eenen luchtstroom door dan ontwikkelt zich zonder eenige verwarming eene soort van gas, dat met eene heldere witte vlam brandt, zooals het beste gazlicht. Sedert jaren heeft men er zich reeds op toegelegd om eenvoudige toestellen te vervaardigen, waarmede men een luchtstroom door dezen petroleum-ether kan voeren die eene juist genoegzame mengeling van lucht en gasoline-damp geeft als noodig is om de branders een helder licht te doen geven. Vele toestellen werden uitgedacht, allen even vernuftig en eenvoudig, maar ook allen met eenige gebreken, welke het bijna onmogelijk maakten zich op den duur er van te bedienen; de meesten hadden dit gebrek, dat in den winter, wanneer het verkregen gas door de koude pijpen heen naar de branders stroomde en ten gevolge der koude het gasoline gedeeltelijk weder tot zijn vorigen staat van vloeistof terugkeerde, de toevoer te gering werd en alzoo de branders een slecht licht gaven. In den laatsten tijd mocht het evenwel den Amerikaan Dunderdale, van New-York, gelukken een toestel te vervaardigen waardoor men het gemelde bezwaar ontwijken en dus die nieuwe soort van gas met vrucht, hoewel altijd nog met eenig gevaar, tot verlichting gebruiken kan.

De toestel bestaat, zooals uit onze afbeelding te zien is, uit eenen met lood bekleeden houder A A die met verdund zwavelzuur gevuld is. Boven dezen houder bevindt zich een gasketel B B die in water neêrhangt en daardoor de buitenlucht afsluit. Van het bovengedeelte van dezen ketel hangen een korf D neêr en een tweede houder C C, waarvan de eerste met reepjes bladijzer en de tweede met petroleumether of gasoline gevuld is. Bevindt zich nu de korf D in het verdunde zwavelzuur dan ontwikkelt zich waterstofgas, dat naar boven dringt, slechts door de buizen L L in kan ontsnappen en dus door den petroleumaether heenvloeit die in C C vervat is, in de richting welke door de pijltjes wordt aangegeven. Uit de houders CC dringt het met petroleum-etherdamp verzadigde waterstofgas door de kleppen K K in de buitenste ruimte van den gasketel van waar uit het naar de branders gevoerd wordt.



illustratie

Wordt er geen gas verbruikt dan wordt de ketel, ten gevolge van de opeenhooping daarvan, omhoog gestooten en daardoor tevens ook de korf D uit het zwavelzuur getrokken zoodat het waterstofgas ophoudt zich te ontwikkelen, om weder te voorschijn te treden, zoodra er genoeg gaz verbruikt is om den korf weder in het zwavelzuur te laten zakken. zooals te begrijpen is moeten van tijd tot tijd de grondstoffen vernieuwd worden, waartoe de kranen en openingen F.G.H.I.J. en M. dienen.

Bewijzen van duurte.

Eene dame kwam voor eenigen tijd in eenen manufactuurwinkel, vroeg om zijde te zien en tevens den prijs er van te mogen weten. Zij vond ze echter te duur en maakte de aanmerking dat zij dezelfde zijde vroeger goedkooper gekocht had. De winkeljufvrouw antwoordde daarop: ‘Mevrouw, eene onder de zijwormen heerschende ziekte is hiervan de oorzaak.’

Eene der andere jufvrouwen, het bovenstaande hoorende was juist bezig een boerin lint te verkoopen, welke eveneens de prijs te hoog vindende haar vroeg hoe het toch kwam dat het lint zoo duur was: ‘O! jufvrouw’ was het antwoord ‘dat komt wegens eene ziekte onder de lintwormen.’

Een zeker heer

van hooge jaren, door de natuur met buitengewoon groote ooren bedeeld, had zijn neefje op zijnen schoot en terwijl hij den knaap op zijne knieën liet rijden, zegde hij: ‘jongen ik zal u eens een raadsel opgeven: het is grijs, heeft lange ooren en men rijdt er op. Raad nu eens, wat is dat?’ - ‘Wel, oom, dat zijt gij,’ antwoordde de kleine neef.

Volkenkunde.

- Een boer uit een eenzaam dal in Tyrol komt voor den eersten keer in eene hem geheel vreemde landstreek, waar hij eene gemetselde varkenskooi bemerkt, die hij voor eene woning aanziet. Een varken steekt juist den kop door de opening en knort. Vol verwondering blijft de boer staan en zegt tot zijnen zoon: ‘zie eens, jongen, hadt ge wel gedacht, dat er in de vreemde landen zoo'n vreemde kerels woonden?’

Aardbevingen.

Een engelsch geleerde: dr. Winslow heeft uitgerekend, dat van de 621 aardbevingen, die in deze eeuw waargenomen zijn, 177 in den winter, 164 in den herfst, 151 in de lente en slechts 129 gedurende den zomer plaats hadden en dr. Winslow brengt deze eigenaardige verhouding in verband met den stand der aarde in betrekking tot de zon.

In Amerika

zijn reeds meer dan honderd patenten voor uitvindingen en verbeteringen van vélocipèdes gegeven. Ook het woord vélocipèdagoog is als de benaming in zwang voor iemand, die onderwijs geeft in het rijden met een vélocipède.

Het rooken van tabak

stamt af van de wilden van Amerika en was in Europa vóór de ontdekking van het nieuwe werelddeel in het jaar 1492 geheel onbekend. De spaansche monnik Peter Roman Panc, een reisgezel van den beroemden Columbus, verhaalde voor het eerst bij zijnen terugkeer in Europa in 1496, dat de wilden op het eiland Domingo in de provincie Tabaca opgerolde bladeren van de tabaksplant in den mond namen, aanstaken en zoo, om hun gelaat te beveiligen tegen de pijnlijke steken der lastige muskieten, tobacco, dat wil zeggen rook, maakten. Van hetgeen nu de Spanjaarden bij de amerikaansche wilden hadden gezien, maakten zij in 't eerst slechts gebruik om zich eveneens tegen die kleine diertjes te beveiligen, maar weldra begonnen zij ook op wandelingen en reizen voor tijdverdrijf te rooken. Door het leger van Karel V, dat in Frankrijk, Italië, de Nederlanden en in Duitschland kampeerde, werd langzamerhand het rooken overal bekend; maar inzonderheid in ons land met voorliefde in praktijk gebracht; maar toen in het jaar 1560 Jean Nicot als fransch gezant zich aan het hof van Spanje bevond, verschafte deze zich, in de plaats van de tot dusver in Europa ingevoerde amerikaansche tabaksbladeren, zaden, die hij in Spanje, Portugal en Frankrijk plantte, en welke hem een voordeelig produkt opleverden. Ter eere zijner ieverige bemoeiing, om den tabak in Europa over te planten, kreeg de alhier uit amerikaansche zaden gekweekte plant in de botanie den naam van Nicotiaan; deze kwam nu in Spanje in gebruik; eerst rookte men hem, later gebruikte men hem om te snuiven en om te pruimen.

In een fransch blad

stond voor eenigen tijd deze zonderlinge advertentie: ‘Een geheel wanhopig mensch, die het besluit heeft genomen, om aan zijn leven zoo spoedig mogelijk een einde te maken, biedt zich te koop aan eenen engelschen of anderen gentleman. Tegen eene levenslange rente van 10,000 francs per jaar voor zijne kinderen, belooft hij zich ter beschikking te stellen van zijnen kooper. Hij neemt aan om, als zijn meester het goedvindt, met iedereen, wie het dan ook zijn moge, een duël aan te gaan; hij zal den top van een ijsberg beklimmen, zich in de diepte van den Vesuvius werpen of des verkiezende uit eene luchtballon springen. Zich te adresseeren met gefrankeerde brieven, aan: ‘Jean de Buvé, te Parijs.’ In zoo verre thans bekend is, zijn er nog geen liefhebbers voor het dolzinnig aanbod gevonden.

In de stad New-York

zijn niet minder dan 600 pruikenmakers, die zich meestal met het vervaardigen van chignons bezighouden. Het jaarlijksch verbruik van Valsch haar dat tegen hooge prijzen van arme meisjes en zelfs bij de vrouwen der wilden wordt opgekocht, moet men in deze plaats alleen op twee millioen dollars schatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken