Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 289]
[p. 289]

[Nummer 37]

Het meer van Constanz.

Een der schoonste natuurtooneelen in het bekoorlijke Zwitserland levert het beroemde meer van Constanz, waarvan de nevenstaande gravure ons eene afbeelding aanbiedt. Niet gelijk andere meren van dit land is het omringd door de sneeuw der Alpen of de schaduw van dennebooboomen en rotsen, maar zijne boorden zijn als bezaaid met weilanden, wijngaarden en schilderachtige dorpjes, in 't lommerrijkst groen schier bedolven. Alles ademt de liefelijkheden der zachte natuur. Slechts aan den kant van Tyrol biedt de aanblik der blauwe Alpen en hunner met ijs bedekte kruinen de tint van het meer verhevene en ontzagwekkende.Doch ook daar wordt dit grootsche schouwspel getemperd door het zachte, omgevende groen, en 't oog des toeschouwers vindt in 't azuur van het meer zelf overvloedig gelegenheid, om van het vergezicht op de trotsche bergtoppen uit te rusten.

Door de wonderbare doorschijnendheid van het water laat het, niettegenstaande zijne blauwachtige kleur, toch het oog tot eene buitengewone diepte doordringen. ‘Allerbetooverendst is het,’ zegt een fransch reiziger, ‘op deze bekoorlijke spiegelvlakte te dobberen, wanneer zij verlicht is door de zilveren stralen der ondergaande zon. 't Is bijna onmogelijk voor het hart, om die weelde te verdragen. Gelijk de visscher der ballade zou men zich gaarne in die golven wenschen te storten, die zoo aanlokkelijk zijn en verleidend.’



illustratie
HET MEER VAN CONSTANZ.


Het meer van Constanz is als eene Middelandsche Zee in 't klein. Verschillende staten van Duitschland ontmoeten elkander aan zijne boorden. Zwitserland bevat het westelijk gedeelte, de stad Constanz behoort tot het hertogdom Baden, Friedrichshafen aan Wurtemberg, Lindau aan Beieren, Bregenz aan Oostenrijk. Alom heerscht de levendigste handel. Het meer is de gewone en natuurlijke weg van den koophandel tusschen Zwitserland en Duitschland. De scheepvaart op het meer toont overtuigend hoe gering nog de politieke eenheid in Duitschland is. Zoo bijv. biedt er zich geen gelegenheid aan, om de reis van Constanz naar Bregenz op een en hetzelfde vaartuig te doen. Van Constanz vertrekt men met een badensch schip, dan wacht den reiziger een wurtembergsche stoomboot, om hem naar Friedrichshafen te brengen; van daar vaart men weder met een beiersche boot naar Lindau, van waar men eindelijk met een oostenrijksche naar Bregenz vervoerd wordt.

Friedrichshafen is de minste der drie groote aanlegplaatsen op de duitsche oevers van het meer. Zijne rêe wordt gevormd door eene rij palen, die in den bodem van het meer zijn geslagen; bij hevige stormen rukt de wind ze soms weder uit de diepte en richt de grootste verwarring aan onder de zoo onveilig geankerde schepen.

Bregenz biedt door een ring van bergen aan de voorbijvarende een zeer prachtig schouwspel en is een der belangrijkste marktplaatsen voor den handel.

Tusschen deze twee steden ligt het trotsche Lindau, welke stad ‘de koningin van het meer’ bijgenaamd wordt en waarvan een duitsch dichter

[pagina 290]
[p. 290]

getuigt ‘dat zelfs Venetië jaloersch zou worden, wanneer het Lindau zag.’ En inderdaad, in bevallige en schilderachtige ligging behoeft Lindau voor Venetië niet onder te doen. Het is gebouwd op drie eilandjes, die door lange bruggen met elkander vereenigd zijn. De ruime haven wordt door een dijk van groote arduinsteenen gevormd en aan den nauwen ingang van deze bevindt zich een prachtige vuurtoren. Op de kade is een groot marmeren beeld voor den overleden koning Lodewijk opgericht. Even als Venetië heeft ook Lindau zijne zoogenaamde brug der lagunen, dat is: eene verbindingsbrug over de kleine meertjes in de stad zelve. Deze brug vereenigt de haven met de duitsche oevers. De gewelven zijner vijfhonderd bruggebogen uit steenen vervaardigd, wit als marmer, worden van alle kanten weerkaatst door het blauwe water, dat hen omgeeft. Boven over de brug is de kostbare spoorweg aangelegd, die Lindau met Augsburg, Munchen en al de voornaamste steden van Beieren vereenigt en die aan de haven de grootste levendigheid verschaft. Lindau, dat in den laatsten tijd aanmerkelijk in bloei is toegenomen, telt 5248 zielen, welke voor ruim een derde gedeelte den katholieken godsdienst zijn toegedaan; het heeft vier kerken, een koninklijk slot en eenige inrichtingen van onderwijs. De voornaamste bronnen van welvaart voor de bewoners bestaan in den uitvoerhandel van wijn, bier, koren en meer andere artikelen.

In de nabijheid van Constanz splitst zich het meer in twee takken, waarvan de eene de Untersee of het Benedenmeer en de andere de Uberlingensee genaamd wordt. De wateren van het meer zijn zonder zichtbare oorzaak dikwijls aan onverwachte rijzing en daling onderhevig, hetgeen aan de vulcanische gesteldheid van den bodem wordt toegeschreven. Behalve den Rijn ontvangt het meer een groot aantal minbeduide rivieren, waaronder de voornaamste zijn: de Aach van Bregenz, de Argen, de Schussen en de Aach van Seefeld. De oude benaming van het meer was: lacus Brigantinus of lacus Rheni, terwijl het ook thans veelal Bodensee of Bodmansee wordt genoemd, naar de ruinen van een oud kasteel Bodman, in de nabijheid van Stockach gelegen, hetwelk weleer de residentie was der carlovingsche koningen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken