Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Napoleon III.
(Vervolg en slot).

Zoo de aanslag geluke, zou Napoloon van uit deze sterke plaats gemakkelijk naar Parijs kunnen oprukken. Hij werd op den 30en october 1836 uitgevoerd onder medewerking van den graaf de Persigny, kolonel Vandrey, den escadronchef Parquin, de luitenants Querelles en Locty, de heeren de Gricourt, Schaller, Bruc, Lombard, Gros, Petri, Dupenhoriat, mej. Gordon en anderen, waarvan de meesten later in de geschiedenis van Frankrijk een rol hebben gespeeld. De aanslag mislukte echter geheel; allen werden gevangen genomen en voor eene jury gebracht, behalve Napoleon, die onmiddellijk door Lodewijk Philips naar Amerika verbannen werd. Zijne medeplichtigen ontkwamen aan alle straf, zij werden door de jury vrijgesproken. Aldus eindigde het straatburgsche drama, oogenschijnlijk met den ondergang van Napoleon, ofschoon velen meenen, dat de fransche koning hier eene groote politieke fout beging, door op eens op den man, aan wien niemand dacht, de blikken der geheele wereld te vestigen.

 

b. Met 30 louis d'or in den zak stapte Napoleon te New-York aan wal. Hieruit blijkt reeds genoegzaam dat zijn toestand in de nieuwe wereld niet benijdenswaardig was. Zonder eenig middel van bestaan, zonder bekenden of vrienden in eene maatschappij gekomen, die hem alleen beoordeelen zou naar de grootheid zijner bezittingen of de pracht, die hij ten toon spreidde, door een wereldzee gescheiden van Arenenberg, welks schatten overigens voor een goed deel reeds verkwist waren in politieke kuiperijen, was hij reeds den tweeden dag van zijn verblijf te New-York de wanhoop nabij, daar hij begreep met zijne 30 goudstukken hoogstens eenige dagen te kunnen leven. En eerst zes weken later had hij eenige hulp uit Arenenberg te wachten. Maar Napoleon bezat daarentegen een aantal eigenschappen, die hem, daar alle middelen in zijn oog goed waren, het gebrek aan bronnen van bestaan ruimschoots vergoedden. Hij zag in, dat hij, die niet door handenarbeid in zijn onderhoud kon voorzien en weinig op zijne moeder mocht rekenen, het leven van een avonturier leiden moest, en onderwierp zich aan zijn lot. Gemakkelijk maakte hij kennis met eenige uitgewekenen, die hetzelfde leven leidden; door hen knoopte hij verschillende betrekkingen aan en op hunne beurs speculeerende, drong hij hun zijne diensten op, die hij met goud deed betalen. Het toeval bracht hem in eene aanzienlijke familie; reeds na eenige dagen van kennismaking was hij haar nuttig door een dief op te sporen, die haar 200,000 dollars ontstolen had. Hij ontving 50,000 dollars tot loon voor zijnen dienst, maar hij verkwistte weldra dit geld, en was na weinige weken weder even arm als voorheen. In zijn grooten nood liet hij zich verleiden tot een wedloop met een spoortrein, en het verbaasde New-York zag den bestrijder van Lodewijk Philips als een hardlooper naast de locomotief. Hij verloor de weddenschap en werd uitgelachen. Gelukkig nam bovenbedoelde familie hem weder op en bewaarde hem voor den hongerdood.

Wij zwijgen over vele voorvallen, waarin hij zich wikkelde en die hem meer dan eens op den rand van stoffelijken en moreelen ondergang brachten; maar volgen hem liever op zijne ontvluchting uit Amerika, welk ballingsoord hij in weerwil der voorzorgen van den franschen gezant wist te ontkomen. Op den 30 September 1838 kwam hij weder te Arenenberg aan in de hoop zijne moeder, wier ernstige ziekte men hem gemeld had, nog in leven te vinden; hij vond haar stervend. In Zwitserland was hij echter niet veilig, evenmin als in verschillende duitsche staten, want koning Lodewijk vervolgde hem onverbiddelijk, en dus zag hij zich genoodzaakt naar Engeland de wijk te nemen, dat voor alle vluchtelingen open stond. Hier verbleef hij tot in Augustus 1840, even als in America zonder hulpmiddelen. Eindelijk stak hij met 40 volgelingen het kanaal over, deed een aanslag op Boulogne, die natuurlijk geheel mislukte, en werd door den rechter tot eeuwigdurende gevangenisstraf veroordeeld.

Die eeuwigdurende gevangenisstraf op het kasteel Ham duurde echter slechts tot den 16 Maart 1841, op welken dag hij door zijn lijfarts dr. Conneau en mej. Gordon, die wij reeds bij Straatsburg ontmoet hebben, op listige wijze uit zijne gevangenis verlost werd. Hij ontsnapte aan al zijne vervolgers, trok door het noorden van Frankrijk en reisde over Ostende naar Londen, waar hij den 28 Maart aankwam.

Bijna acht jaren bracht hij nu weder in Engeland door.

 

c. De revolutie van 1848 verjoeg Lodewijk Philips uit Frankrijk, deed de republiek proclameeren, waarin de Lamartine de hoofdrol speelde, maar veranderde vooreerst niets aan Napoleons lot, wijl de Bonaparten door eene wet uit Frankrijk verbannen waren. Doch dezen zwakken hinderpaal wist de sluwe pretendent gemakkelijk weg te nemen. Velen zijner aanhangers konden zich tot leden van het Wetgevend Lichaam doen kiezen, en deze drongen op de afschaffing dier wet aan. Zij slaagden, in weerwil van den hevigen tegenstand van de Lamartine, Ledru Rollin en anderen. Nauwlijks was Frankrijk voor Napoleon geopend, of hij trad in het Wetgevend Lichaam, tot lid waarvan hij reeds driemaal gekozen was. Daar wij slechts eene vluchtige schets schrijven van Napoleons leven, kunnen wij hier niet spreken over de intrigues, kuiperijen en ontzaglijke geldverspillingen, die aangewend zijn om den prins den terugkeer naar Frankrijk mogelijk te maken. En toen hij schijnbaar rustig te Parijs leefde, bleven zijne vrienden in het geheim voortwerken met het gevolg dat hij op den 11 December 1848 met 549,4572 van de 749,4572 stemmen tot President van de republiek verkozen werd. Cavaignac, die Frankrijk uit de klauwen der revolutie had gered, bekwam slechts 146,9156 stemmen.

[pagina 299]
[p. 299]

Schier onmiddellijk na zijne verkiezing toonde Napoleon dat hij het einddoel van zijn streven nog niet bereikt had. Om tot zijn doel te komen, nam hij in zijn ministerie velen zijner vertrouwelingen op, gaf de voornaamste posten in de administratie en het leger aan hen, die hem te Straatsburg en elders hadden gediend, ondersteunde met alle kracht de keuze zijner vrienden tot leden van het Wetgevend Lichaam, deed zich langzamerhand aan deze vergadering als een meester kennen, die gehoorzaamheid geen bevel wilde, won de geestelijkheid en de Katholieken door de herstelling van den pauselijken troon en verzekerde zich tegelijk den bijstand der revolutionairen door hun het vooruitzicht te openen op eene kosmopolitische republiek. Legitimisten, orleanisten, republikeinen, allen bedroog hij, en menigmaal heeft men zich afgevraagd of zij met blindheid geslagen waren.

Door zijn hofhouding op vorstelijken voet in te richten, maakte hij de Franschen langzamerhand gewoon aan den luister van het koningschap; door beloften en geschenken verbond hij een gedeelte van den ouden adel aan zijn lot. Het leger werd door hem gevleid en zoodanig met weldaden overladen dat het hem op de handen droeg. Lang had hij te strijden tegen generaal Changarnier, maar toen hij dezen had weten te verwijderen en zich het opperbevelhebberschap over het leger had toegeëigend, was het spel door hem gewonnen, en begon hij het Wetgevend Lichaam, waaraan hij zijnen wil met brutaal geweld had opgedrongen, op de smadelijkste wijze te verachten.

De beruchte coup d'état van 2 December 1851 maakte feitelijk aan de fransche republiek een einde, ofschoon nog niet onmiddellijk het keizerrijk volgde. In den nacht van den lsten op den 2 December deed Napoleon een groot aantal leden van het Wetgevend Lichaam gevangen nemen. Velen der overigen vergaderden in den morgen van den 2den en verklaarden Napoleon van zijne waardigheid vervallen, doch hij deed ook hen uiteendrijven of gevangen nemen, en toen het verzet nu feitelijk werd en een opstand zich ontwikkelde in de straten van Parijs, volbracht het leger Napoleons vreeselijke bevelen en richtte een ontzettend bloedbad aan.

Napoleon had gezegevierd; de gevangenen werden naar Cayenne of Algiers gevoerd of tot levenslange ballingschap veroordeeld. De partij van Ledru Rollin vluchtte naar Engeland en begon daar tegen haren vijand de samenzwering, die na een twintigjarig voortbestaan nog altijd zonder succès gebleven is.

Sinds dien dag ging Napoleon met reuzenstappen zijn doel te gemoet; hij deed een reis door Frankrijk en gedroeg zich als ware hij reeds keizer; zijn keizerrijk, proclameerde hij alom, zou de vrede zijn, en het volk, dat vrede behoefde, geloofde aan zijn woord, snelde ter stembus, en 7½ millioen stemmen verhieven hem tot keizer. Op den tweeden December 1852 werd het keizerrijk te Parijs uitgeroepen, nadat een senaatsbesluit de wettigheid der volksstemming erkend had.

 

d. Het kan ons plan niet zijn thans eene geschiedenis van het tweede keizerrijk te schrijven. Reeds eene dorre opsomming der feiten, die overigens van genoegzame bekendheid zijn, zou ons te ver voeren. Vergenoegen wij ons daarom met eenige algemeene beschouwingen.

Het schijnt immer het doel van Napoleon te zijn geweest de revolutie, aan wier dienst hij zich verbonden had, te bevorderen en tevens zich zelven tegen hare werking te beveiligen. Van daar aan den eenen kant die aanmoediging van de revolutie in Duitschland en Italië, en aan den anderen de kracht, waarmede hij haar in Frankrijk vervolgt, zoodra zij het gebied der pers, waar zij veilig heerschen mag, verlaat, om zich op de straat te vertoonen. Door onverbreekbare banden aan haar verbonden, zooals hem door menigen moordaanslag herinnerd werd, kan hij zich niet van haar scheiden, omdat hem de moed daartoe ontbreekt, maar tevens kan hij haar niet den vrijen teugel laten, wijl hij zijn troon wenscht te bewaren en letten moet op de eischen zijner katholieke onderdanen. Hij liet haar in Italië tot op zekere hoogte de vrijheid, omdat zij met hare bommen te Parijs begon te werken, maar hield haar staande voor de poorten van Rome, uit vrees voor de verbittering zijner onderdanen. Zoo is hij altijd door twee beginselen beheerscht, en aan geen van beiden heeft hij zich geheel overgegeven. Als alleenheerscher bedwong hij gedurende 18 jaren Frankrijk, poogde den materiëelen voorspoed te vermeerderen, om zich bij het volk bemind te maken, en verwekte een oorlog als dit middel niet krachtig genoeg meer werkte, door welke taktiek hij zich goed met den aard van zijn volk bekend toonde. Maar daar hij de revolutionaire beginselen, hoewel hij hare resultaten bestreed, vrije baan liet, werden zij eindelijk machtiger dan hij, en was hij genoodzaakt op den 2 Januari 11. het hoofd in den schoot te leggen en zich overwonnen te verklaren. Op dien dag begaf hem niet zijne keizerlijke waardigheid, maar wel het keizerlijk gezag; hij werd een schaduw-keizer. Van trap tot trap afgedaald van de hoogte zijner macht, almacht zeiden wij bijna, moest hij het eene voorrecht na het andere aan het volk afstaan en thans is hij gekomen in het gelid der modern-constitutioneele koningen. De kracht om den Paus door zijn persoonlijken wil te beschermen is hem ontnomen, en ook den wil om de revolutie te beteugelen bezit hij niet meer; mocht dus, wat God verhoede, de revolutie te eeniger tijd Rome andermaal willen bespringen, hij zal dit, zelfs voor den schijn, niet meer kunnen beletten, al kan hij ook op zijn vingers berekenen, dat 's Pausen val zijn eigen ondergang ten gevolge moet hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken