Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 337]
[p. 337]

[Nummer 43]

Het smoushondje.



illustratie
GEZICHTSBEGOOCHELING.


Eenige jaren zijn voorbij gegaan sinds in eene stille en vreedzame gemeente de rustige dorpelingen, bij openbare afkondiging van den plaatselijken omroeper, op last en bevel van den burgemeester werden aangemaand, het edel achtbaar hoofd der gemeente behulpzaam te willen zijn in het opsporen van een gestolen smoushond, wiens signalement breedvoerig werd bekend gemaakt, terwijl eene ruime belooning was toegezegd aan ieder die den dief, of bij gebreke van dien, ten minste den hond zoude aanwijzen. Was het nu uit achting en eerbied voor het bevel en aanmaning van den geachten burgemeester dat de anders zoo rustige dorpelingen in alle richtingen ronddwaalden en, blijkbaar bezorgd, overal iets zochten wat zij nergens konden vinden, of was het de beloofde premie van 10 gulden die deze onrust te weeg bracht? Het is niet genoeg bekend geworden om het hier als van de daken te verkondigen,

[pagina 338]
[p. 338]

maar sub rosâ zij het aan ieder onzer geachte lezers gezegd: de meeste boeren opineerden voor de premie, enkelen slechts, zooals bijv. de schepene, wiens zoon winkelier was en dus de olie voor de straatlantarens enz. leverde, waren minder baatzuchtig dan de anderen, die altijd slechts hun eigenbelang in het oog hadden. Maar helaas! noch de boeren, die premie noch de schepene cum suis, die het verloren smousje zochten, konden op het einde van den dag aan den edel achtbaren burgemeester eenig naricht doen. Dat was een vreeselijke tijding voor het hoofd der gemeente dat zeker veel beter over de vindingrijkheid zijner onderhoorigen geoordeeld had; maar verloren is.... verloren, en slechts zelden komt het terug. Kwam er van het vermiste dier dan in het geheel geene tijding? Ja, maar eerst na drie weken van kwaad humeur voor den burgervader; op dien tijd ging mijnheer de burgemeester, nog altijd nokkend over het verloren smoushondje, naar C., eene stad in de nabijheid, en ziet op eens komt smousje met een doorgeknaagd touw om den hals, uitgehongerd en heel leelijk geworden op zijn meester toegeschoten, die het met beide handen aangrijpt, op zijn arm draagt, in zijne tilbury zet en naar huis rijdt, om eerst zijn herwonnen schat in veiligheid te brengen en dan nog eens naar de stad terug te keeren en zijne zaken af te doen. Wederom werd bij stemme van den omroeper aan de tot haren vroegeren staat van rust teruggekeerde bevolking van het geluk des burgervaders kennis gegeven, waarop hij door den wethouder, wiens zoon winkelier was, werd geluk gewenscht. Deze tweede man van het dorp was door de trouw van het smoushondje zoo sterk ingenomen, dat ook hij er toe over ging zich een smousje aan te schaffen, dat wel zeer aan hem gehecht was, maar één kapitaal gebrek niet kon overwinnen, namelijk van altijd te willen vechten met zijn collega van den burgervader. Dit was voor den bezorgden schepene eene bron van rampspoed en harteleed, want het smousje van den burgemeester werd nijdig en twistziek en deed ten laatste zijn heer in zijn afkeer jegens collega deelen, zoodat de laatste geheel in ongenade viel.

Dezen smousjes-aard heeft de teekenaar van bijgaande gravure levendig voorgesteld in het smoushondje dat van zijne vier kleintjes omgeven zijn beeld in een spiegel ziet en opvliegt om het te verjagen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken