Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 351]
[p. 351]

Gestichten te Jerusalem.

Meermalen hebben wij de aandacht onzer lezers gevestigd op het H. Land en zijne hoofdstad, zijne kerken en andere gebouwen of edenkwaardige plaatsen besproken, waartoe meestal eene gravure ons eene gewenschte aanleiding gaf. Thans willen wij meer in het bijzonder onze eschouwingen wijden aan de godsdienstige gestichten, waartoe een kortelings uitgekomen reisbeschrijving van een fransch priester, die uit het H. Land is wedergekeerd, ons eene zeer geloofwaardige bron levert.

De godsdienstige gestichten buiten die der Turken kunnen verdeeld worden in vier soorten: die der Katholieken, Grieken, Protestanten en Joden. Wij willen deze achtereenvolgens bespreken en komen dus het eerst tot de

Katholieke gestichten.

Het is ongeveer 53 jaren geleden dat het latijnsche patriarchaat door Z.H. den Paus te Jerusalem gevestigd werd. Mgr. Valerga, tot Patriarch benoemd, vond toen hij bezit nam van zijn zetel dat zijne geheele geestelijkheid bestond uit één priester. Men begrijpt dat hij van den aanvang reeds met groote moeielijkheden te kampen had, en let men op zijne geringe hulpmiddelen, dan moet men erkennen dat hij buitengewoon veel tot stand heeft gebracht. Hij heeft te Jerusalem een tamelijk groot patriarchaal huis ('t is te eenvoudig om het een paleis te noemen) gebouwd, benevens eene kerk en een seminarie. De eerste is nog niet geheel voltooid, het laatste heeft reeds inlandsche priesters geleverd. Eene jaarlijksche toelage van 12000 francs, hem door Frankrijk verstrekt, stelt hem in staat een hospitaal te onderhouden; hier worden de zieken van iederen godsdienst en natie ontvangen en door franciscaner religieusen met liefdevolle zorg verpleegd. Het is een klein onaanzienlijk gebouw, maar de zieken komen er gaarne; zij weten dat zij er troost en verzachting in hun lijden vinden. Het opschrift Ospizio Cattolico di S. Luigi doet vermoeden, waartoe ook zijne oudheid grond geeft, dat het door den H. Lodewijk is gebouwd. Waarom het opschrift in het italiaansch is geschreven is onbekend.

De heilige plaatsen, die het middelpunt der katholieke parochie uitmaken, worden bewaakt door Franciscanen, bij wie de pelgrims steeds welwillende gastvrijheid vinden. Zij hebben eene school voor de jongens, terwijl de meisjesschool door zusters van den H. Joseph wordt bestuurd. Onze schrijver betreurt het dat het klooster der Franciscanen niet ruim genoeg is, om het in twee deelen te verdeelen, het eene voor de mannelijke, het tweede voor de vrouwelijke pelgrims, daar de laatste meestentijds genoodzaakt zijn in een logement haren intrek te nemen. Ook wenschte hij dat het aantal der geestelijken grooter ware, opdat zij den pelgrims, die nu veelal van de hebzuchtige Turken afhangen, ten gids konden strekken op hunne vrome tochten.

De religieusen van O.L. Vrouw van Sion, die zich voornamelijk wijden aan de bekeering der Joden hebben twee prachtige gestichten, die veel te danken hebben aan zekeren bekeerden Jood, Ratisbonne geheeten. Toen hij in 1842 tot het Katholicism overging, schonk hij de fondsen voor het onderhoud van 100 tot 140 weesmeisjes. Jerusalem bezit geen weeshuis voor jongens; slechts te Bethlehem wordt een priester gevonden, die zich met de verzorging van mannelijke weezen belast, doch de geringe middelen, die hij bezit, doen vreezen dat hij zijne schoone taak weldra zal moeten opgeven.

Gaarne zouden wij tot onze lezers van nog andere katholieke gestichten spreken, doch buiten die van het H. Graf, welke wij in vroegere nummers reeds tot in kleine bijzonderheden behandeld hebben, zijn er geen andere, en onze schrijver weet nauwelijks woorden te vinden om zijne droefheid uit te drukken over den treurigen toestand, waarin zich de Katholieken te Jerusalem bevinden. Hij wil dat Europa de H. Stad te hulp zal komen even als het dit deed in de middeleeuwen, maar het zende geen ridders en krijgslieden, het schenke eenvoudig arme missionnarissen en liefdezusters, en deze zullen de vurig verlangde bevrijding aanbrengen. Met de kruisvaarders drongen monniken van verschillende orden Jerusalem binnen; bij den val der stad werden zij verdreven. Thans zijn weder Jezuïeten, Capucijnen, Lazaristen enz. in Syrië, in afwachting dat op aandrang van de Europeesche Mogendheden de poorten van Jerusalem voor hen geopend zullen worden.

Grieksche gestichten.

De grieksche Kerk bezit ongeveer een zesde gedeelte van de stad; daarin worden 15 kloosters gevonden, waarin de pelgrims een toevluchtsoord vinden. Sedert de vestiging der Protestanten te Jerusalem, die zich ten koste der Grieken uitbreiden, zijn deze uit hunne werkeloosheid opgewekt, en doen zij alle moeite om den Protestanten, die zij evenzeer haten als de Katholieken, het terrein te betwisten. Zij hebben scholen voor jongens en meisjes gebouwd, benevens een seminarie voor ongeveer 30 studenten en eene boekdrukkerij, van waar zeer vele arabische en grieksche boeken door Palestina verspreid worden. Ook zijn zij begonnen met den bouw van een hospitaal, doch daaraan wordt niet voortgewerkt, omdat een russisch hospitaal aanbood al de grieksche zieken op te nemen. Het hoofd-etablissement der Grieken is reusachtig groot; het wordt ingesloten door dikke muren en bevat uitgestrekte hoven en tuinen, eene groote kerk en eene kleinere voor den archimandriet, benevens diens paleis, een hospitaal voor zieke pelgrims en eene reeks van gebouwen, die 15000 pelgrims kunnen bevatten. Dat etablissement wordt begrensd door het hotel van het russische consulaat, welks vlag het beschermt. Men zegt dat de aanleg en bouw 6 millioen hebben gekost. De grieksche patriarch van Jerusalem verheugt zich in de bescherming van den russischen Czaar, maar ten koste van zijne onafhankelijkheid, waarvan hem niet het geringste deel is overgebleven.

Protestantsche gestichten.

Het Protestantisme te Jerusalem is nog geen 30 jaren oud. Toch verkeert het in een bloeienden toestand, dien het aan het goud en de bescherming van Pruisen en Engeland te danken heeft. Meer door politiek dan door godsdienstzin gedreven, voerden die beide Mogendheden het in Europa stervende Protestantism te Jerusalem in en wel voornamelijk om den invloed van Rusland te breken, dat zich in het Oosten meer en meer uitbreidde. Dus werd dan in 1842 een protestantsch bisdom van Jerusalem gesticht en voor den bisschop een paleis en kerk gebouwd. Langen tijd bleven de bisschop met zijne predikanten de eenige bezoekers der kerk, maar wat bezwijkt er niet voor het engelsche goud, vooral wanneer grieksche en joodsche hebzucht aanwezig zijn. Naar hetgeen onze schrijver mededeelt, zou men vermoeden dat het aantal der Protestanten zoo groot niet was, als de menigte hunner gestichten moet doen gelooven; althans hij geeft geen cijfers en schrijft de opmerkelijke uitdrukking neder; ‘iedere secte te Jerusalem schijnt een groot aantal gestichten te bouwen om een groot denkbeeld te geven van hare kracht.’ De volgende gestichten worden opgenoemd:

1.De engelsche protestantsche Kerk.
2.Het zendelingshuis.
3.Het weeshuis op den berg Sion voor 40 à 45 jongens, onderhouden door het engelsch zendelinggenootschap.
4.De ambachtschool voor jongens nabij de poort van Damascus.
5.De meisjesschool voor kosteloos onderwijs, bestuurd door protestantsche diaconessen.
6.Het engelsche hospitaal, op groote schaal onderhouden door het zendelinggenootschap, en bestuurd door geneesheeren, apothekers en diaconessen.
7.Het jongens-weeshuis onderhouden door het pruisisch zendelinggenootschap voor ongeveer 60 weezen.
8.Het meisjes-weeshuis, eveneens door het pruisisch zendelinggenootschap onderhouden en door diaconessen bestuurd, voor 80 weezen.
9.De jongensschool in het midden der stad en
10.de bibliotheek, waar boeken tegen betaling of kosteloos uitgeleend worden.

De kinderen, in die weeshuizen en op die scholen verpleegd en onderwezen, zijn niet allen van Joden, die tot het Protestantism zijn overgegaan. Er worden vele grieksche en, jammer, zelfs katholieke kinderen onder hen gevonden. Men belooft hunne ouders hun een goede opvoeding te geven, hun een ambacht te doen aanleeren en bij hun vertrek uit het gesticht verder voor hen te zorgen. Door die schoone beloften verleid, geven de ouders dikwijls hunne kinderen aan die gestichten over, maar moeten wanneer zij hen terugzien tot hunne smart ontdekken dat den kinderen de protestantsche dwalingen zijn ingescherpt en dat zij bovenal eenen schier onuitroeibaren haat tegen de Katholieken hebben ingezogen. Somtijds bemerken de ouders dit reeds spoedig, doch wanneer zij dan de kinderen weêr tot zich willen nemen moeten zij een franc betalen voor iederen dag, die de kinderen in het gesticht hebben doorgebracht.

Joodsche gestichten.

Te allen tijde zijn de Joden te Jerusalem zeer talrijk geweest, maar hun getal neemt dagelijks toe vooral sedert zij minder mishandeld worden. In de laatste 25 jaren hebben zij de volgende inrichtingen in het leven geroepen. Vooreerst 4 synagogen, waaronder eene zeer groote en schoone; deze zijn meest allen gebouwd door de duitsche Joden. Voorts hebben zij den bouw ondernomen van een hospitaal voor de zieken en een gesticht voor hulpbehoevende grijsaards. Deze inrichtingen, vooral als zij vereenigd zijn met die, welke door de familie Rotschild zijn gesticht, zullen de arme en ongelukkige Joden buiten de noodzakelijkheid brengen hun toevlucht te nemen tot de Protestanten en, gehecht als zij zijn aan de wet van Mozes, behoeven zij niet meer de smart te gevoelen van hunne broeders voor geld aan hunne vijanden te zien verkoopen.

Het hospitaal Rothschild verdient vooral de aandacht om de orde, de zindelijkheid en de tucht, die er heerschen. Het staat onder het bestuur van een joodschen geneesheer en apotheker en neemt alle Israëlitische zieken op, onverschillig door welke ziekten zij getroffen zijn, of welke zorg zij behoeven. Door de familie Rothschild gebouwd, is het veel verschuldigd aan den rabbijn Albert Cohn, wiens echtganoote er dagelijks brood aan de arme Israëlieten uitdeelt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken