Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Eene lastige ontmoeting.

 
Wanneer ge, waarde Lezer, het boekje
 
Openslaat uwer memorie,
 
Artikel hondenhistorie,
 
Dan vindt ge daar ergens in een hoekje
 
Iets van Hector staan... och, ge weet het wel -
 
Van dien hond, die een bol frikkedel
 
Zoo trouw wist te bergen onder zijn vel.Ga naar voetnoot1)
 
Welnu, permitteer dat ik u nog eens wat vertel
 
Van honden, mitsgaders van een vrijgezel.
 
't Zou me spijten zoo ik uw zenuwgestel
 
Door dit vertelsel kwel.
 
 
 
Een zeker Meneer,
 
Wiens voornaam Steven
 
Voor dertig jaren ongeveer
 
In 't doopboek was geschreven,
 
Passeerde op zijn academie-reis een dorp,
 
En was er nauwlijks een steenworp
 
In verdwaald,
 
Toen hij op eens plechtig werd ingehaald
 
Door een eerewacht van honden, die hem heel cyniek
 
Inhaalde met blaffend muziek.
 
Gelijk een tamboermajoor bij 't marcheeren
 
De tamboers in 't gelid houdt door 't manoeuvreeren
 
Met zijn stok - zoo houdt Steven in 't gelid
 
Den troep, die hem wat al te dicht op de hielen zit.
 
Vreeslijk slaat zijn stok met breede kringen
 
De hijgende lucht.
 
Daar verliest hij zijn wapen, - en nu dringen
 
De honden verwoed op hem aan, en dwingen
 
Hem lijfsbehoud te zoeken in de vlucht,
 
Of liever in het springen
 
Op een halfsteenschen muur... Ziet hem zitten dáár,
 
In de houding van een jongen ooievaar,
 
Die zich voor 't eerst op den kant van het nest durft wagen!
 
De vijand gaat voort hem uit te dagen
 
Om in de vlakte den strijd nog eens aan te gaan.
 
Zoo daagde weleer de fiere Trojaan
 
Achilles uit; maar deze liet hem blaffen tegen de maan,
 
En bleef in zijn tent
 
Zittend of overend
 
En dacht: ‘ge snapt me niet leelikert die ge bent!’
 
Steven nu drukte den voetstap van zoo'n dapperen vent,
 
En blijft zitten op zijn pan
 
Zoo goed en zoo kwaad als hij kan.
 
Toch stond hem dat zitten weergaasch slecht ân,
 
Niet alleen omdat een fatsoenlijk man
 
Veel beter zit in een charaban,
 
Maar omdat hij bedreigd werd door het dubbele wee
 
Van een classieken matroos in de Middellandsche Zee:
 
Rugwaarts had hij de Scylla, een gevaarlijke klip,
 
Waar een ‘hoorbare stilte’ hem toeriep R.I.P.
 
Neuswaarts de Charybdis, een draaikolk van honden.
 
Nog maar weinige seconden,
 
En de historie zal melden door welk een dood
 
Steven voor 't levenslicht zijn oogen sloot.
 
De laatste kracht is reeds ingespannen
 
Om 't schuiven te beletten der krakende pannen...
 
Hemel! daar komt hij... Wie? Steven?... Abuis!
 
Een reddende engel om den hoek van het huis:
 
Hij komt- en hij ziet- en hij heeft overwonnen;
 
Want smous en kardoes en poedel en mop
 
Hadden respect voor zijn stokslag en schop,
 
Namen den staart onder den arm, zetten het in galop,
 
En verdwenen als een brief in een envelop.
 
En Steven sprong vroolijk, als de stop
 
Van een champagne-flesch, van zijn top.
 
 
 
't Vertelsel is uit! ‘Dat 's komiek verzonnen!’
 
Maar in waarheid, en in lang niet komiek,
[pagina 403]
[p. 403]
 
Hebben wij dezelfde scène zien repeteeren
 
(De lezer zal het zich wel rappeleeren)
 
Op het theater der politiek.
 
Vorsten werden in hun eigen land
 
Door de honden der revolutie aangerand;
 
Met den stok der energie in de hand
 
Boden zij in den beginne duchtig wederstand;
 
Maar om zich minder te fatigeeren
 
Wilden zij het reis probeeren
 
Om door halveeren
 
En balanceeren
 
En concessioneeren
 
De blaffers aan zich te obligeeren -
 
Doch hopsa! Zij moesten cabrioleeren
 
En gelijk Steven op de pannen poseeren.
 
Ja, erger nog werd hun straf:
 
Want eenigen vielen er achterwaarts af
 
En vonden vóór den tijd hun graf
 
Of zetten met verlies van zetel en staf
 
Met ingetrokken staart het op een draf.
 
Anderen bleven zitten en doen niets dan klagen:
 
‘Zuster Anna! Zuster Anna! ziet ge nog niets dagen?’

voetnoot1)
Zie Belg. Illustratie eerste Jaargang.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken