Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1870-1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.90 MB)

Scans (1593.18 MB)

ebook (38.82 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van het oorlogsveld.

Na den slag.

De worsteling is geëindigd; sprakeloos en stom als een lijk zwijgt het moordkanon, de brullende storm en 't krijgsalarm suist en bruischt niet meer in wilde dolhuis-klanken, als vermoeid legde zich de engel des doods op zijne bloedige, lijkenriekende zeis.... Ach, hoevele levenslustigen slapen naast hem den eenzamen, kouden slaap des doods!

Dronken van de vlammen der geestdrift stuwden zij elkaâr des daags voort, gelijk de gloeiende golven eens vuurbergs; ter neêr gestort is de brandende stroom in den zwarten, wijdgapenden afgrond en over de gevallen helden spreidt het sombere wolkfloers zijn treurig rouwkleed. Troostend rijzen liefde, vriendschap, 't gevoel der overwinning, de hoop der onsterfelijkheid aan den donkeren hemel.

‘t Is vreemd, maar waar; de tafereelen des oorlogs, hoe ijzingwekkend ook en verschrikkelijk, zijn boeiend en aantrekkelijk.... Het hart vol weemoed en 't hoofd met twijfel vervuld, staren wij onthutst als kinderen op het smartvolle raadsel: hoe duizenden en duizenden aldus de rechten der menschelijkheid kunnen vertrappen en in woeste wreedheid der wilde dieren overtreffen. - Toch streelt het de verbeelding, de vreeselijke krijgstooneelen te aanschouwen.

Wat dikwerf de meest gedetailleerde en getrouwe beschrijving niet kan, vermag hier de hand des teekenaars. In weinige trekken voert zij ons duizenden gewaarwordingen en voorvallen van 't oorlogsveld geheimzinnig en toch sprekend voor den geest. Ziedaar wat ook de prachtige gravure: ‘na den slag’ kenmerkt.

Helder en rustig schitteren als sterren over het sombere tooneel de kameraadschappelijke vriendschap en de dankbare en medelijdende traan aan den gevallen krijgsmakker gewijd, lachend als 't zonnelicht glinstert zelfs op 't gelaat der overwinnaars de troost der duur gekochte zegepraal.

Zoo doet het licht het donkere meer te voorschijn treden; terwijl eindelijk de koelbloedige krijgsman welke heel bedaard en gemoedelijk zijn sigaar opsteekt, als had hij een flinke karwei verricht, ons treffend herinnert, hoe in den fatalen ernst des levens het pathetische meest met het comische vergezeld gaat.

 

De gevechten onder de muren der fransche hoofdstad behooren niet tot de minst verschrikkelijke van dezen oorlog. Het gure wintergetijde, hevige sneeuwbuien, felle koude verergerden op de vreeselijkste wijze het lot der arme soldaten, welke menigwerf den nacht onder den blooten hemel doorbrachten om vervolgens des daags in de bloedigste menschenslachting gevoerd te worden. Van een dezer gevechten, zegt een engelsch correspondent, welke tevens ooggetuige was van de veldslagen bij Rezonville en Sédan, ‘dat hij niets verschrikkelijkers dan deze moordtooneelen bijwoonde.’ Het hart bloedde hem bij het schouwspel de soldaten onder het geschut der forten vooruit te zien rukken en hen bij elken stap dood te zien vallen; de Franschen en Saksers onder het gebulder van 't geschut te zien vechten, elkander doodende met chassepot of naaldgeweer; de ‘hoera's’ te hooren uitgalmen, gevolgd door de volle laag, en, als de poederdamp is opgetrokken, te ontwaren dat de liniën gedund zijn en de levenden over de gestorvenen, of stervenden heênstappen, om de overblijvenden af te maken! Niets ter wereld kan verschrikkelijker zijn dan dit slagveld, waar ontelbare lijken op den ijskouden grond liggen, terwijl de zon hunne strakke gelaatstrekken beschijnt en het kanon van Avron en Nogent mijlen ver de aarde doet dreunen! ‘Een der eerste groepen lijken, welke ik in 't gezicht kreeg’ zegt de engelsche ooggetuige ‘bestond uit fransche soldaten, omgeven van eenige Saksers en Wurtembergers. In het midden van de groep lagen een veertigtal Franschen als 't ware in dicht gesloten linie. Tusschen het eene lijk en het andere was geen plek open, waar een derde soldaat had kunnen vallen. Zij lagen uitgestrekt, schouder aan schouder, juist zooals zij in 't vuur hadden gestaan. Verreweg de meesten lagen op den rug, de voeten naar Parijs en de hooiden naar Villiers gekeerd. Helaas! men kon zien, dat velen hunner niet dadelijk gestorven waren, maar waarschijnlijk nog menig uur op den met sneeuw en ijs bedekten grond geleefd hadden, zonder dat hun een hand ter hulpe was toegestoken. Een arme soldaat lag met zijn gezicht op den bodem. Hij had twee schoten in den rug gekregen, hij had zichzelf gedeeltelijk ontkleed, en was gestorven met eene hand op elke wonde. Verscheidenen hadden zich van hunne ransels ontdaan, om die onder hunne hoofden te leggen, en alzoo rustende op een peluw, waren zij van koude en gebrek omgekomen. Anderen hielden hunne veldflesch in de hand, maar zij waren niet bij machte geweest de kurk er af te trekken, en waren dus gestorven zonder in hunnen doodstrijd hunne verdroogde lippen te kunnen bevochtigen. Sommigen hadden in hun nameloos lijden een kuil gegraven in het dikke klei, waarin zij hun hoofd konden bergen, maar zij hadden hun bloedig en met aarde bemorst gelaat naar de hoogte gekeerd, voor dat zij de eeuwigheid waren ingegaan. Ik zag er twee, welke hunne wapens stijf in de hand hadden geklemd, alsof zij stervende met den vijand nog wilden worstelen. Er waren er onder, wier gelaat den glimlach vertoonde van een kind. De uitdrukking van anderen daarentegen deed zien, dat zij een verschrikkelijken doodstrijd hadden gehad. Elke trek op hun gelaat was verwrongen; hunne beenen waren zoo krampachtig opgetrokken, dat de knieën stijf in de borst en de nagels hunner vingeren in de palm hunner handen gedrukt waren. Achter, voor en ter zijde van deze zes en veertig lijken, zag men er nog verscheidenen verspreid, Saksers en Franschen. Een hunner had een ijzingwekkende wond in het hoofd. Hij had zijn handen in zijne mouwen gestoken, om ze te warmen, maar zijn muts was afgevallen en het bloed was in zijn haar vast geronnen. Naast hem lag iemand, welke een beschuit uit zijn knapzak en de veldflesch van zijn zijde had gehaald om zich te laven. Meer dan één lag op den grond met de handen ten gebed gevouwen, en bij één vond ik een kleine medaille, de heilige Maagd voorstellende. Een gedeelte van den rand was er afgeschoten. De chassepots en naaldgeweren waren nog in veler hand of arm.

 

Bij de inneming van Chateaudun ontbrak het niet aan de gruwzame tooneelen, welke dezen oorlog brandmerken.

Toen de Pruisen na de inneming van Orleans op Chateaudun aanrukten, was in deze plaats onder de bevolking de meening heerschende, dat het slechts een troep vluchtelingen was, welke door een wanhopigen en gewaagden aanval de stad wilden verrassen. Onmiddellijk werden

[pagina 160]
[p. 160]

toebereidselen ter verdediging gemaakt, een colossale barricade werd opgericht, alle toegangen tot de stad versperd, en in alle huizen posteerden zich scherpschutters. De inbezitneming der stad ging met groote verliezen voor de Pruisen gepaard; officieren en soldaten waren woedend over den tegenstand, welken zij ontmoetten; en toen de stad ingenomen was, zag men weldra gansche wijken in brand staan. Allertreurigst werd het voorkomen der stad, gansche wijken waren door den brand vernield, de huizen lagen in puin, hier en daar zag men nog een groenen wijnstok, welke bij de vernieling gespaard was, zich langs het brokstuk eens muurs omhoog slingeren; enkele onbrandbare voorwerpen leverden een bittere ironie op het lot der stad. Hier prijkte nog het uithangbord van een agent eener brandwaarborgmaatschappij; ginds zag men aan een, door rook en vlammen zwart gebranden muur, een bordje hangen met het opschrift: huis te huur. Elders hingen aanplakbiljetten en, even als te Bazeilles, bloeide in enkele tuinen voor de verbrande huizen, nog de roos, en in het priëel hing nog de vogelkooi, waarin de arme canarie gebraden en verschroeid lag.

Het was een jammerlijk schouwspel wanneer men de arme, van alles beroofde ongelukkigen aan de hoeken der straten staande, met doffe blikken de verwoesting zag aanschouwen en den schuwen oogopslag bemerkte, waarmeê zij den voorbijgaanden vijand nastaarden.



illustratie
DE AANBIDDING DER WIJZEN, NAAR STEVEN LOCHNER


De huizen droegen de sporen van de granaten, welke in de stad geworpen waren. Het dak en de toren van het stadhuis, alsmede de aangrenzende huizen waren allen beschadigd. Alle woningen op het plein van het stadhuis waren aan de plundering prijs gegeven; brand, verwoesting, dood heerschten alom.

 

Een kapitein van de mobiele garde welke het arrondissement der Eure bezocht had, ten einde er de verdediging op orde te brengen, vond in verscheidene dorpen, waarvan de mannen naar Evreux vertrokken waren, al de posten door vrouwen, met het geladen geweer in de hand, bezet.

Dewijl al de burgers van Tourneville en Brosville te Evreux onder de wapens waren hadden de vrouwen hen vervangen. Bij zijne aankomst te Brosville, had de officier zijnen intrek bij een zijner bloedverwanten genomen.

Al de vrouwen van het dorp, van zijne tegenwoordigheid verwittigd, wilden zich van zijne identiteit overtuigen. Vier van haar begaven zich gewapend naar het huis, in hetwelk zich de officier bevond, sloten de deuren en begonnen een verhoor aan hetwelk het uitspreken van zijnen naam onmiddellijk een einde stelde.

De officier, over zooveel koelbloedigheid verwonderd, ondervroeg op zijne beurt de amazonen en bevond dat hare militaire instructie volledig was. ‘Wij oefenen ons sedert eene maand in den wapenhandel,’ zegden zij. - Hoe vreeselijk moet een oorlog niet wezen, wanneer zelfs de zwakke vrouw het gevoel der menschelijkheid trotseert, om naar het moordende wapen te grijpen.

 

Toen de tijding der gevangenneming des franschen keizers bij Sédan te Leipzig aankwam, geraakte de gansche bevolking der stad in eene blijde stemming, welke zich natuurlijk door een herhaald luid hoezee, het uitsteken van vlaggen enz. lucht gaf. Er bevond zich te Leipzig een fransch officier in gevangenschap, welke juist werd geschoren, terwijl het vreugdegedruisch op straat weêrklonk. De officier vroeg den barbiersknecht in 't Fransch: ‘wat er te doen was?’ De barbier welke het Fransch niet verstond, maar toch de vraag begreep, antwoordde: ‘Napoleon is gevangen genomen.’ De Franschman, van zijnen kant onbekend met de duitsche taal, herhaalde zijne vraag met aandrang, sprong met ingezeept gezicht naar het raam, om zelf te zien wat er te doen was, - maar werd door het zien niets wijzer en maakte den barbier radeloos door zijn parleeren. Doch deze krijgt een inval! Daar zit een vlieg - flap! - hij heeft ze, en nu de gesloten hand den Franschman toonende, schreeuwt hij: ‘Napoleon! Napoleon! Napoleon!’ Deze gebarentaal bracht den Franschman terstond op de hoogte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken