Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1870-1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.90 MB)

Scans (1593.18 MB)

ebook (38.82 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Allerlei.

Zeldzame conditie.

Een bejaard heer, die alleen woonde, wilde nooit een huisknecht in dienst nemen die niet hard en lang kon fluiten. Al bezat iemand ook alle andere goede eigenschappen voor zoodanige betrekking vereischt, hij werd afgewezen wanneer hij aan die conditie niet voldeed. Een vriend vroeg hem eens naar de oorzaak daarvan en de bejaarde heer ant woordde: ‘Mijn knecht moet alleen naar den kelder om wijn te halen en bier te tappen; gedurende den tijd dat hij daar bezig is moet hij hard fluiten zonder op te houden, dan ben ik overtuigd dat zijne lippen niets anders te doen hebben.’

Persische spreewoorden.

De onwetendheid is een ros, dat hem die het bestijgt, bij elken stap doet struikelen en zijn menner telkens bespotting op den hals haalt.

Die rijker wordt in ondervinding, wordt rijker in kennis.

Hij, die zijn kind geen beroep laat leeren, doet niets anders dan het opleiden tot gauwdieverij.

De honger is eene wolk, waaruit een regen van welsprekendheid en kennis ontvloeit; de verzaadheid daarentegen is eene wolk, welke een regen neêrzendt van onkunde en plompheid.

Als de maag ledig is, wordt het lichaam geest; maar als zij overladen is wordt de geest lichaam.

Zoek nooit twist tegen drie personen te gelijk, uit vrees dat de eene zich tot uwe tegenpartij stelle en de twee anderen zijne getuigen worden.

Iets over ezels zooals men er tegenwoordig velen ontmoet.

Op den spoortrein tusschen A........ en L..... veroorloofde zich onlangs een jong mensch allerlei ongepaste aardigheden over een bejaard priester, die in zijne nabijheid zat. Hij trachtte vooral den lachlust der aanwezigen op te wekken door op de groote ooren van den geestelijke te zinspelen. ‘Ik kan niet loochenen,’ zegde laatstgenoemde eindelijk: ‘dat mijne ooren voor een mensch buitengewoon groot zijn; doch gij zult wel willen bekennen dat de uwe voor een ezel veel te klein zijn.’

Hypochondrie

Deze ziekte brengt de zonderlingste denkbeelden in de hersenen der lijders te weeg. Zoo verhaalt een geloofwaardig geneesheer van zulk een zieke dat hij meende den hemel te dragen op den top van zijn duim, welken hij ook altijd stokstijf omhoog hield, uit vrees dat de hemel anders vallen en het heelal verpletten mocht. Een ander verbeeldde zich weder in een haan veranderd te zijn en hij bootste diens bewegingen na, o.a. het slaan met zijne vleugels en hij kraaide daarbij zonder ophouden. Een derde meende een aarden pot te zijn; hij durfde zich niet bewegen uit vrees van te breken. Een vierde dacht zijn hoofd verloren te hebben; men genas hem door hem een looden hoed op te zetten waarvan de zwaarte hem zijne dwaling deed inzien. Een vijfde eindelijk dacht dat hij dood was en onder de leus dat de dooden niet eten, weigerde hij hardnekkig alle voedsel. Een zijner vrienden besloot, om hem te redden, den doode te spelen. Men legde hem in eene kist tegenover den lijder en bracht hem eenige oogenblikken daarna te eten. De doode zag nu zijn dooden buurman en ouden vriend eten, hij volgde zijn voorbeeld en was genezen.

Middel tegen de rupsen.

Men neme vier kilo roet en losse die langzamerhand op in twee emmers water. Bij het gebruik voege men er nog zooveel water bij, dat men eene hoeveelheid krijgt van zes emmers. Hiermede begiete men de takken en bladeren der boomen. Den volgenden morgen vindt men de rupsen dood op den grond liggen. De boomen lijden er volstrekt niet door, maar een duitsch blad getuigt zelfs, dat de bladen er frisscher bij worden van kleur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken