Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1870-1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.90 MB)

Scans (1593.18 MB)

ebook (38.82 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 328]
[p. 328]

Allerlei.

De kleine wilddieven.

De verboden vrucht is aantrekkelijk maar pijnlijk het naberouw over het bedreven kwaad. Spoedig gaan wij over tot iets wat ons aanlokt, maar hebben wij het verbod eenmaal overtreden, dan eerst gevoelen wij goed wat wij gedaan hebben; wij beginnen te vreezen voor de kwade gevolgen en het minste gerucht is genoeg om ons met schrik te vervullen.

Zoo ging het ook met de kleine wilddieven door den teekenaar in onze gravure voorgesteld. Het duifje te schieten, dat zich onder het bereik van het geweer bevond, was zoo aanlokkelijk; maar pas is het opgeraapt en in de schuur gebracht, of daar overvalt hen de vrees voor mogelijke ontdekking, nu zij van ter zijde eenig gerucht vernemen. Vol angst zien zij om als meenen zij reeds den jachtopzichter voor zich te hebben, hoewel het gerucht dat zij vreezen slechts wordt te weeg gebracht door de geit, welke zelf onbewust van het gepleegde misdrijf daarvoor de misdadigers straft met een ongegrondde vrees.



illustratie
DE KLEINE WILDDIEVEN


De waarzegger in doodsgevaar.

Een waarzegger had den dood voorspeld van iemand, die aan het hof van een tyran zeer hoog stond aangeschreven. Toevallig kwam zijne voorspelling tot op den dag toe uit. Kort daarop werd hij aan het hof ontboden. De vorst, die last gegeven had hem op een gegeven teeken uit het venster te werpen, vroeg hem: ‘Ge kunt zoo goed de toekomst van anderen voorspellen, maar weet ge nu ook, wanneer ge zelf sterven zult?’ De waarzegger begreep hieruit het hachelijke zijner positie en antwoordde: ‘Sire, door mijne kunst ben ik tot de bevinding gekomen, dat mijn dood drie dagen vóór den uwen zal plaats hebben.’ Dit trof den dwingeland zoodanig, dat hij hem ongedeerd liet vertrekken.

Een lastig proces.

Drie veehandelaars die zich naar eene jaarmarkt hadden begeven, gaven hun geld in bewaring aan eene waardin met uitdrukkelijken last het aan niemand hunner ter hand te stellen, zoolang zij het niet gezamenlijk zouden komen halen. Kort daarop vertoonde zich echter een hunner weder in de herberg en zegde tot de waardin. ‘Mijne collega's zijn van hun besluit teruggekomen; geef mij spoedig het geld, want zij hebben geaccordeerd; dan kunnen wij nog aanstonds vertrekken.’ De vrouw geeft hem het geld en hij verwijdert zich. Toen nu later de beide anderen kwamen, eischten zij dat de vrouw, om het niet nakomen van hare belofte, de schade van den diefstal lijden zou, en deden haar, bij weigering daarvan, een proces aan. De waardin verloor het proces. Doch in hooger beroep gekomen, verklaarde haar advocaat dat zijne kliënte van alle drie te zamen het geld in bewaring gekregen had en het dus ook niet kon of mocht afstaan, tenzij zij alle drie kwamen. Het geld, zegde hij, ligt gereed en de uitbetaling zal oogenblikkelijk plaats hebben, als zij zich maar met hun drieën vertoonen. Hierdoor nam de zaak eene andere wending en won de waardin het proces.

Middel om bekend te worden.

Zekere arts te Montpellier liet altijd, als hij in eene stad kwam, waar hij niet bekend was, door den omroeper aan het publiek bekend maken, dat hij zijn hond verloren had en den eerlijken vinder 25 louis d'or tot belooning zou geven. Daarbij moest de omroeper alle kenteekenen van den hond, alsmede alle titels en academische waardigheden van den arts vermelden en tevens waar hij zijn intrek had genomen. Zoo werd dan spoedig zijn naam door de gansche stad bekend, en kreeg hij in plaats van zijn hondje verscheiden patiënten.

Eene zonderlinge kuur.

Doctor Hill was door de koninklijke Academie van Wetenschappen te Londen beleedigd, daar deze geweigerd had hem als medelid op te nemen; hij zond aan den secretaris dier Academie, onder den verdichten naam van een geneesheer uit de provincie het verhaal eener genezing, welke hij kort te voren had gedaan. ‘Een matroos,’ zoo schreef hij, ‘brak een been. Toevallig was ik ter plaatse tegenwoordig; ik voegde de deelen van het gebroken been zorgvuldig bij elkaâr en na het stevig met touw omwonden te hebben, begoot ik het goed met teerwater. In weinig tijds ondervond de matroos de werking van het geneesmiddel en kon zich spoedig zoo goed van zijn been bedienen als te voren.’ Dit bericht werd in eene openbare vergadering der Academie voorgelezen, ernstig besproken en verwekte verschil van zienswijze. De eenen namen het aan als een bewijs van de voortreffelijkheid van het teerwater, anderen zegden dat het been niet werkelijk gebroken was geweest, of de genezing niet zoo spoedig zou gevolgd zijn; kortom men schreef en wreef er over en er kwamen zelfs brochuren over in het licht, toen de Academie op zekeren dag een tweeden brief ontving, welke aan den secretaris gericht was en dezen mededeelde: ‘In mijn laatsten brief heb ik vergeten u te melden, dat het gebroken been van den matroos een houten been was.’

Aardige drukfout.

In een engelsch dagblad las men indertijd de volgende niet onaardige drukfout: De hertog van Cumberland heeft zich geplaatst aan het hoofd der organisten. Het moest zijn orangisten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken