Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1870-1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.90 MB)

Scans (1593.18 MB)

ebook (38.82 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Mijn kerkboek.

Wat had mijne goede moeder het vreeselijk druk! Wat liep ze heen en weêr terwijl ze vol moederlijke bezorgdheid mijn groot reiskoffer, dat als een gapend monster voor haar stond, met allerlei benoodigdheden vulde; - onderop het linnen, de overhemden in een doek gewikkeld wat hooger; het lakensch goed, netjes opgevouwen, kragen binnenwaarts, er boven overheen - ‘als ge aankomt pak dan dit het eerst uit en leg het vooral over den leuning van een stoel om de kreukjes er uit te krijgen. - Ik zal je maar wat oude zakdoeken meêgeven. - Je kunt nooit weten waarvoor ze te pas kunnen komen. - Denk er nu vooral om, dat je het goed niet te lang uitgepakt laat staan; maar spoedig in de linnenkast stopt enz. enz. Elk oogenblik eene nieuwe aanwijzing, die werkelijk niet overbodig was; want ik was zeer jong en ging voor de eerste maal op eigen wieken drijven in een vreemde, groote stad; voor de eerste maal zou ik mijn eigen meester worden, en gaf Papa mij eene menigte vermaningen en lessen meê, die er toe moesten bijdragen om mij zedelijk vrij van smetten te houden, Mama was het, die er ook op gesteld scheen, dat haar zoon ook lichamelijk netjes voor den dag kwam. - Thans is het koffer gepakt en wel zóó, dat er groote samenwerking van alle beschikbare krachten vereischt wordt, om het deksel te sluiten, hetgeen na eenige inspanning en vruchteloos pogen eindelijk gelukt. - Niets vergeten?’ vraagt Papa. ‘Neen’ zeî ik zonder er iets van te weten. - ‘Waarlijk niet? Kijk toch eens goed rond’, insisteert Mama, en rondkijken doe ik en vind niets. - Vooruit dan maar! en het koffer wordt op den kruiwagen geladen, de knecht die het naar de stoomboot zal brengen, staat gereed - en ik begon afscheid te nemen en Mama begint te weenen en de zusters natuurlijk ook en Papa, die zijn zoon naar het schip zal brengen, trekt een ernstig gezicht en ik word zelf wel een beetje beklemd om het hart; - 't was dan ook de eerste keer, dat ik van huis ging - en ik sta reeds met de kruk van de deur in de hand, toen Mama eensklaps,

[pagina 355]
[p. 355]

door haar tranen heen roept: ‘wèl, jongen, we zouden haast je kerkboek vergeten’ en vlug naar binnen en het boekje gehaald - ‘ik zal het maar in den zak van je overjas stoppen, die je toch over den arm draagt; vergeet nu niet er gebruik van te maken op zijn tijd en ze hief dreigend den vinger tegen mij op, 't goede, lieve mensch.

 

Mooi was mijn kerkboek niet, een heel gewoon boekje ‘hemelsch palmhof,’ door menigvuldig gebruik nog al gevlekt; terwijl men bij scherp onderzoek kon bespeuren, dat de vergulde rand van de blaadjes die de gebeden onder de H. Mis en de Vespers uitmaakten veel meer glans verloren hadden dan de overigen. - Voorin met sierlijk geschreven letters ‘gedenk in uwe gebeden uwe tante Anna’ en ‘gedachtenis aan uwe eerste H. Communie,’ terwijl een paar plaatjes ‘Hij die mij volgt wandelt niet in de duisternis.’ Het is volbracht ‘en het laatste Avondmaal’ met links en rechts beneden in den hoek: ‘Hallez en Dopter sculps.’ het geheel opluisterden. - En toch was dat onaanzienlijke oude boekje mij lief; toch kon ik er mij des Zondags zoo goed mede onderhouden en wanneer ik somtijds in beraad stond of ik voor één enkele maal slechts eens des Zondags de Vespers zou verzuimen dan behoefde ik dàt kerkboek slechts aan te zien om tot andere gedachten te komen. - 't Was of ik mijne moeder dan zag die dreigend de hand ophief en zeide: ‘Vergeet nu niet er gebruik van te maken op zijn tijd.’ - En ik ging waar plicht mij riep.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken