Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 168]
[p. 168]

Allerlei.

De Elft.

De elft behoort evenals de zalm, lamprei en steur tot de trekvisschen, dat is, tot die soort van visschen, welke nu eens in 't zoute dan weder in 't zoete water leven en beurtelings van 't eene naar 't andere verhuizen.

Hij heeft in zijn lichaamsbouw veel gelijkenis met den haring; zijne voornaamste kenmerken zijn de vorm van zijn lichaam, dat ter zijde ineengedrukt is, een scherpe buik zaagsgewijze gekarteld, een bek tot achter de oogen gespleten en met een dichte rij scherpe, fijne tanden voorzien.

De elften, die onze met de zee in gemeenschap staande wateren bezoeken, worden tot twee verschillende klassen gebracht, namelijk de alosa vulgaris en de alosa finta. De laatstgenoemde onderscheidt zich van de eerste slechts hierdoor, dat hij eenigszins langer is, scherper tanden, en ter zijde zwarte vlekken heeft.

De elft leeft vooral in de Noordzee en Middellandsche Zee; tegen het begin der Lente en soms zelfs alreeds omstreeks 't einde van Februari verhuist hij naar de zoete wateren, om in de maanden Mei en Juni te paren en zich te vermenigvuldigen.



illustratie

De elft is in vollen was ongeveer een meter groot en heeft een gewicht van twee à drie kilogrammen; om zijne overeenkomst met den haring wordt hij in sommige streken ‘koning of moeder van den haring’ genoemd.

Dokter,

wanneer men zoo knap is als gij, moet men gewis alle ziekten kunnen genezen,’ zegde een kruier tegen den beroemden Petrus Camper, professor der anatomie te Amsterdam. ‘Ach, mijn goede man,’ antwoordde de geleerde, ‘het gaat ons maar al te dikwijls net als de mannen van uw vak; gij kruiers kent wel alle straten en wegen, maar weet daarom nog niet, wat er in de huizen zelven omgaat.’

Een zeker kantoorklerk

kon zich maar niet aan de routine van het kantoorleven gewennen. Zijn patroon was hierover ontevreden en zegde hem: ‘Mijnheer, 't is geenszins in orde, dat gij altijd te laat op het kantoor komt.’ - 'Toch wel,’ antwoordde de snuggere jongen, ‘want om het goed te maken, ga ik ook steeds wat vroeger weg.’

Eene vrome moeder

beklaagde zich eens bij den heiligen Franciscus de Sales, dat haar zoon niet naar haar wilde luisteren, wanneer zij hem over God trachtte te onderhouden en aldus liefde tot den godsdienst poogde in te boezemen. ‘Mevrouw,’ was het antwoord van den heilige, ‘wilt gij met uwen zoon over God spreken, spreek dan eerst met God over uwen zoon.’

De hofnar Thiboulet

stond in blakende gunst bij koning Frans I, maar door zijne grappen maakte hij zich niet weinig vijanden onder de hovelingen. Een hunner dreigde hem zelfs te zullen vermoorden. Doodelijk beangst klaagde hierover Thiboulet bij den koning zijn nood. ‘Vrees niets,’ zoo troostte hem deze, ‘als hij u vandaag vermoordt, zal ik hem morgen laten ophangen.’ - ‘Ach Sire,’ hernam de hofnar, ‘ik zou het beter vinden, zoo gij hem liet ophangen daags vóór hij mij vermoordde.’

Een Napolitaan,

die gedurende den winter een reisje door ons vaderland maakte, kwam in zeker dorp, waar hij door eenige blaffende honden werd verwelkomd en achtervolgd. Hij bukte om een steen op te rapen, en daarmeê de lastige gasten van zich af te weren. De steen was echter zoo vast aan den grond gevroren, dat hij dien niet los kon krijgen. ‘Is dat hier in dit land een verkeerde wereld!’ riep de Napolitaan vertoornd uit, ‘de honden laat men los loopen en de steenen legt men vast.’

Hendrik IV,

koning van Frankrijk werd geboren 14 eeuwen, 14 decaden en 14 jaar na 't begin onzer jaartelling en wel op den 14en December. Den 14en Mei, stierf hij na 4 maal 14 jaar, 4 maal 14 dagen en 14 weken geleefd te hebben.

Een schoolmeester

vroeg een anderen om geld. Zijn collega zond hem echter de volgende sluitrede tot antwoord: ‘of een schoolmeester heeft geld, of hij heeft het niet. Heeft hij geld, dan behoeft gij het niet te vragen; heeft hij het niet, dan kan ik 't ook niet geven.

Als Lodewijk XIV

een bezoek aan de stad Beaume in Bourgogne bracht, werd hij door de leden van den raad koninklijk op Bourgognewijn onthaald. ‘Gij hebt hier lekkeren wijn, mijne heeren,’ zegde de koning. - ‘Sire,’ antwoordde de maire opgetogen over 's konings compliment, ‘wij hebben er, die nog beter is.’ - ‘Waarschijnlijk,’ hernam de koning, ‘bewaart gij dien tot betere gelegenheid.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken