Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Nummer 25]

Onze gravuren.

De eerste gravure van dit nommer is ontleend aan een schilderij van den belgischen schilder Van Mareke.

Het schilderstuk, 't welk in 1870 in de Salon de Paris werd ten toon gesteld en van daar naar de galerie van den afgevaardigden der Nationale vergadering Johnston te Bordeaux is gebracht, droeg in den catalogus den titel van ‘de kudde van het dorp.’ Het stelt eenige ossen voor, die op een weide grazen en door den ossenhoeder voorbij een stilstaand water worden gedreven.



illustratie
DE KUDDE VAN HET DORP, NAAR VAN MARCKE.


Van Marcke is een leerling en wel een der beste leerlingen van den franschen landschap- en dierenschilder Troyon, die de ‘La Fontaine der schilderkunst’ wordt bijgenaamd wegens het bijzonder talent, waarmeê hij de dieren op doek weet voor te stellen.

Van Marcke heeft de beste eigenschappen van zijn beroemden meester overgenomen; ook zijne voortbrengselen munten uit door kracht van uitdrukking, getrouwe navolging der natuur en een bewonderenswaardige schakeering van kleuren. Gelijk Troyon maakte hij eene bijzondere studie van de landstreken der Normandië, en bij voorkeur heeft hij ook deze tot het tafereel zijner schilderingen uitgekozen.

 

Een schat van ernstig nadenken bieden de straten van Londen, en hem, die van Coventgarden naar het St. Paulskerkhof wandelt, zal het nooit aan iets ontbreken, dat zijn gedachten bezig houdt en in staat is zijn medelijden op te wekken, ja zijn hart te verbeteren.

[pagina 194]
[p. 194]

Zie, terwijl daar cabriolets, huurkoetsen, omnibussen, heeren met gekleurde vesten en vergulde horologekettingen, dames met barnsteenen koralen en groote oorringen elkander door de modderige en mistige straten voorbijsnellen, om eenig werk of vermaak op te zoeken; terwijl daarbinnen die prachtige huizen zoovele rijken zich nog in 't donzig bed rondwentelen, om eenigszins te bekomen van de weelderige vreugde van den vorigen dag, staat op de van morsigheid groene stoep een arme jongen bibberend van koude te wachten en klaagt wellicht aan de voorbijgangster, zoo deze niet te trotsch is hem met een blik te verwaardigen, zijn nood, dat het nog nooit zoo koud was behalve op dien dag, toen op den hoek der straat ginds die man doodvroor.

Welk een hard leven moet zich niet de jeugdige straatveger getroosten, om niet een dergelijken dood te ondergaan of van gebrek om te komen. En toch, hoe vol waarheid is het woord van een engelsch schrijver, als hij zegt, ‘dat de meeste voorbijgangers er wel aan denken, om het geluk te benijden van hen, die daar in hun weelderige woningen zitten te peinzen, hoe zij het geld in den modder zullen werpen maar het arme kind vergeten, dat door de armoê bijna gedwongen wordt, om het beroep van zakkenroller uit te oefenen.’

‘'t En is van heden niet, maar over duysent jaren,
Dat zich in rechte min twee jongelieden paren.’

Zoo zong eens vader Cats, en voorzeker, wie kan het betwijfelen, dat het H. Sacrament des huwelijks een der heiligste en noodzakelijkste banden is onzer maatschappij?

Gelijk er aan alles een begin is en alle beginselen moeielijk zijn, zoo wordt ook natuurlijk de plechtige huwelijksverbintenis door eene eerste kennismaking en huwelijksaanvraag voorafgegaan, die meermalen tot de penibelste oogenblikken in 't leven van den jongeling behooren. In onze gravure op pag. 197 is een dergelijke scène voorgesteld.

Men heeft sinds eenigen tijd eene nieuwmodische ‘meer en meer in zwang komende’ wijze uitgedacht om eene huwelijksaanvraag te doen, namelijk door de zoogenaamde huwelijksadvertentiën. Zoo heeft elke eeuw hare eigenaardige gekheden, en de gezegde nieuwmodische methode verdient zeker niet minder afkeuring dan die, welke voor een honderd jaar in eenige streken van ons vaderland gebruikelijk was, toen namelijk de jongelieden een omroeper met een bekken door het dorp zonden, om de trouwlustige meisjes op de zoogenaamde ‘vrijstermarkt’ bijeen te roepen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken