Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 368]
[p. 368]

Allerlei.

Het scheren van jonge paarden

is een lastig werk, niet alleen omdat daarbij een vaste hand en geoefendheid vereischten zijn, maar ook wijl op de huid der jonge paarden zich dikwijls oneffenheden voordoen, welke door de Engelschen ‘mouse tracks’ muizen-sporen genoemd worden en bij het scheren weggesneden, litteekenen achterlaten.

Om dit inconvenient te voorkomen, werden door enkele veehouders van Engeland en Amerika nieuwe werktuigen, kleine scheermachines uitgevonden en gebruikt. Vooral werd men ijverig in het zoeken naar het geschiktste werktuig, toen eenige leden der londensche Jockey-Club een premie uitloofden voor de uitvinding van zulk eene scheermachine, die het eenvoudigste en in practijk de beste zou bevonden worden. De premie werd toegekend aan het werktuig, uitgevonden door den heer Earle, te New-York, hetwelk thans reeds bij de voornaamste veehouders in Engeland in gebruik is.

Het bestaat uit een mes en een stalen kam, welke het haar vat, zoolang totdat het mes zijn werk heeft verricht. Deze beide worden in beweging gebracht door een ijzeren staaf van ongeveer drie voet lengte, welke in verbinding staat met een getand rad. De bewerking gaat zeer eenvoudig; de kam strijkt over de huid van het paard en grijpt het haar te zamen, dat onder het mes zal vallen, terwijl alle te verre insnijdingen worden voorkomen door het toestel, waarin het mes vervat is.

Van oudsher

was 't in ons vaderland gewoonte om bij 't ontwaken der natuur uit haren Winterslaap, het feest der Lente door 't planten van den meiboom te vieren. Vooral de le Mei was in steden en dorpen een rechte vreugdedag. Men wandelde tusschen en onder groene heggen en bogen, waaraan geen gouden en zilveren lovers gespaard waren; de jonge lieden zonden elkander ‘meygiften,’ geschenken, bloemen, galanteriën enz., en 's avonds waren de voornaamste straten als 't ware in prachtige feestzalen herschapen, waar de lustige jeugd zich met dansen vermaakte en ‘meyzangen’ aanhief. Veelal was de meiboom een huldeblijk door den jongeling aan 't meisje zijner keuze gebracht, gelijk blijkt uit het volgend versje:

 
‘lck kom hier planten
 
‘Met geluyt, trommel en fluyt
 
Eenen groenen en playsanten
 
Mey-boom, voor u deur, schoon bruyt.’
 
Nu gaen ik schrijve,
 
In den Meyboom die hier staet,
 
Dat ik uwen dienaer blijve
 
Tot dat 't leven mij verlaet.’


illustratie

Daar de luchtdrukking,

ten gevolge van den wind en andere oorzaken telkens verandert, zoo wisselt ook de stand van het kwik in den barometer (zwaartemeter) in dezelfde verhouding af. Die veranderingen zijn derhalve zeer ongelijk; niettemin is er eenige regelmatigheid te bespeuren in de dagelijksche en jaarlijksche wisselingen van den barometerstand.

Onder de linie, in onze Oost, b.v. zijn de dagelijksche rijzing en daling van den barometerstand tamelijk regelmatig. Men zou daar den barometer als een soort van klok kunnen gebruiken. Des morgens ten half tien ure ongeveer, staat het kwik 't hoogst, des middags omstreeks vier ure 't laagst. Het kwik begint dan weder te rijzen tot 's avonds tegen half elf, waarna een nieuwe daling begint. Die regelmatigheid wordt minder, hoe meer men van den Evenaar verwijderd is. Op onze breedte zijn dan ook die dagelijksche wisselingen niet zoo geregeld. Doch dit gelijkmatige wordt niet zelden onderbroken door de vele plotselinge veranderingen in de lucht, door de wisseling der jaargetijden, enz.

In de veranderingen van den stand des barometers, over een geheel jaar, is ook eenige regelmaat te bespeuren. De hoogste aanduiding van het kwik komt gewoonlijk voor op omstreeks half Januari, in 't begin van Maart en in 't laatst van Juni en September, terwijl de laagste zich voordoet op ongeveer half Februari en half April, in 't begin van Augustus en op half November. Het verschil is echter niet zeer aanmerkelijk tusschen het hoogste en laagste punt dezer wisselingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken