Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 376]
[p. 376]

Allerlei.

Het was in het jaar 1817,

zoo verhaalt Sir John Richardson, een der bekende Noordpoolreizigers, dat, ten gevolge van een groote ijsverschuiving in het Noorden gedurende het vorige jaar, er op aangedrongen werd, om een nieuwen tocht te ondernemen ter opsporing van ‘den noordwestelijken doorgang.’ Men vormde tevens het plan om op zulk eene reis tal van waarnemingen omtrent magnetisme en sterrenloop te doen. Daar het engelsche gouvernement, gewoonlijk deze plannen begunstigende, ook nu weder zijne ondersteuning niet onthield, werden de noodige toebereidselen gemaakt tot een tocht, die als zoovele andere tevergeefs zoude zijn, wat het hoofddoel, het vinden van een passage ter zee door de poolstreken, betrof. Vier hecht gebouwde schepen werden uitgekozen en door diagonaal geplaatste steunsels der wanden, die dubbel gebouwd waren, tegen een vaart in de ijszeeën bestand gemaakt. Men dacht dat deze vaartuigen het aldus tegen den schok en de drukking der ijsschotsen wel zouden uithouden. Twee dezer schepen, de ‘Dorothea,’ waarop de kapitein Buchan bevel voerde en de ‘Trent,’ onder kommando van den luitenant John Franklin, den zoo vermaard geworden noordpoolvaarder, zeilden noordwaarts langs Spitsbergen, wijl berichten van walvischvangers, die op zeer hooge breedte nog open zee hadden gevonden, eenige hoop op welslagen in die richting hadden doen ontstaan. Men bereikte de zeeën tusschen Spitsbergen en Groenland; doch tijdens een geweldigen storm in een bocht verzeild, terwijl kolossale ijsmassa's op hen kwamen afdrijven, bleef hun bij zulk weder, als eenige kans op behoud, slechts over ‘het ijs binnen te loopen,’ met andere woorden, hunne vaartuigen in de een of andere opening tusschen de drijvende ijsgevaarten te sturen, gelijk op de nevensstaande gravure wordt voorgesteld. Bij deze zeer hachelijke vaart leed de ‘Dorothea’ zooveel averij, dat ze het zinken nabij was en er was derhalve weinig bedenken noodig om tot den terugtocht te besluiten; het andere schip, de ‘Trent’ moest noodzakelijk volgen ter begeleiding.

De beide overige vaartuigen: de ‘Isabella’ waarop de kapitein John Ross het kommando had en de ‘Alexander’, onder bevel van den niet minder vermaarden William Parry, destijds luitenant, zetten hun ontdekkingreis voort door de Davis-straat en hun tocht had in zooverre eenig aanmerkelijk gevolg, dat zij de nauw keurigheid van de bevindingen van den bekenden reiziger Baffin, naar wien de Baflins-baai genoemd is, constateerden en de verschillende ondiepten en eilanden vonden in die richting en op die punten, welke hij had aangewezen. Doch ook deze schepen keerden terug, zonder dat de groote vraag of er een bruikbare noordwestelijke doorgang was of niet, tot eenige nadere oplossing gebracht was.



illustratie

Onder de voornaamste vrienden

onzer vaderlandsche jeugd behoort Jan Klaassen. Bilderdijk leert ons omtrent deze gevierde persoonlijkheid, dat zijn naam eigenlijk een verbastering is uit Jan Klots (d. i. Jan Klomp) ‘dewijl zijn oorspronkelijke hoofdeigenschap in zeer groote, zware en wijde klompen (of zooals men zegt: holsblokken) bestond, waarmeê hij een geweldig gerucht maakte, 't welk men geklots of klotsen noemde.’ Volgens anderen heeft Jan Klaassen evenals Punch werkelijk geleefd en is 't de naam van een gewezen trompetter in dienst bij de prinsen van Oranje. Uit zijn betrekking ontslagen bij gelegenheid dat de garde van den prins in garde der Staten van Holland werd herschapen, zette hij zich te Amsterdam neder en verdiende er den kost met het vertoonen eener poppenkast waarbij hij zijn personnages kwinkslagen en aardigheden in den mond lei, ‘alles behalve vleiend voor het toenmalig bewind doch zeer naar den smaak der smalle gemeente.’

Als collega's van Jan Klaassen in andere landen moeten vooral de duitsche Hansworsten, de fransche Jean Potage en Jean Farine, Poncinello en signore Maccarone der Italianen en eindelijk de engelsche Jack Pudding en Punch genoemd worden. Er zijn intusschen Engelschen, die de vrijheid nemen ook Punch als van nederlandschen oorsprong te noemen en te beweren, dat hij te gelijk met Willem III in Engeland is gekomen, alsof ‘het regeeringstijdperk der familie van Punch en van 't glorierijk huis van Oranje’ hetzelfde zijn zou. Deze bewering schijnt echter niet veel grond te hebben. Waarschijnlijk is Punch, wiens naam volgens sommigen van Pontius Pilatus en volgens anderen van een Napolitaan Puccio d’ Anello afstamt, van italiaanschen oorsprong.

Wat er overigens van zij, kakelbont uitgemonsterd als hij is en versierd met een lange, kromme, hooggekleurde of olifantsneus, was zeker ook deze komische persoon eenigen tijd de lieveling van ons volk.

Een engelsch liefhebber

van geduldig onderzoek heeft berekend, dat Shakspeare tot al zijn drama's ongeveer 15,000 verschillende woorden gebruikt, dat er in de werken van Milton slechts 8000 van die losse steenen voorkomen, terwijl 't Oude Testament alles, wat het te zeggen heeft, in 5642 woorden uitdrukt.

Men houdt het er gemeenlijk voor,

dat de ouden onze schrijfpennen niet kenden maar met een riet schreven. Eerst in de 56 eeuw schijnt de koning der Ostrogothen Theodoric er gebruik van gemaakt te hebben om zijn naam te schrijven. Omstreeks de 8e eeuw kwam eerst de schrijfpen voor goed in zwang; het riet bleef echter te gelijker tijd in gebruik, in de kloosters werd het tot het schrijven of liever 't afteekenen der letters bijna immer gebezigd en nog in de 15e eeuw werden er gegeheele werken mede geschreven. In Italië waren echter toen nog de pennen zoo zeldzaam, dat de geleerden moeite hadden om ze te erlangen. Zelfs in de 17e eeuw komen nog rieten pennen voor onder 't andere schrijfmateriaal: ‘paeuwen en craey-pennekens en fleskens, roet en oly om inckt te maecken.’ De schoolmeesters gebruikten de rieten pennen ook nog langen tijd voor 't ‘Ophalen’ der letters overeenkomstig dit rijmpje:

 
‘Ophalen sult dy de treckletterkens met fatsoen
 
Door riete punten, waarin men inckt moet doen.
 
't Riet is ook zeer dienlijk voor 't lynentrecken,
 
Anders gebruickt schachten......’

‘Niemand

behoeft iets te doen tegen zijn eigen beter willen in,’ redeneerde onlangs een predikant tegen een oud moedertje zijner gemeente.

‘Dat kunt gij de kat wijs maken’ kreeg hij tot antwoord, ‘want onze Hein, waar ik moei over ben, hebben ze verleden keer achter 't slot gezet en dat was toch zeker wel tegen zijn eigen beter willen.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken