Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 388]
[p. 388]

De oude appelvrouw.
Eene Vertelling.

(Slot.)

Eens op een avond bracht de heer Verlaken weder een bezoek aan de familie Manders. Hij vond slechts den kleinen Frans tehuis, die ijverig in een boek schreef. Beide waren in een levendig gesprek gewikkeld, toen ook de grootmoeder binnentrad.

‘Gij hebt daar aan uw kleinzoon een flinken secretaris,’ sprak Verlaken glimlachend.

‘Ja zeker,’ antwoordde moeder Trui, ‘maar hij doet mij met zijn schrijven ook wel eens verdriet aan, want hij heeft den ganschen dag de pen in de handen’

‘Hoe oud is hij?’

‘Vijftien jaren; het wordt dus tijd dat hij de handen eens uit den mouw gaat steken. Ik zou hem nog wel wat bij mij kunnen houden, maar.....’

‘Wat zou hij gaarne worden, moeder Trui?’

‘Het liefst koopman, doch hij zal het hoofd wel wat te hoog dragen om dat onder de firma Manders en Co. te worden. Ik geloof anders dat hij voor advocaat in de wieg is gelegd.’

‘Advocaat?.... neen, moeder Trui, daar moet gij niet aan denken, want er zijn op de gansche wereld maar weinig eerlijke advocaten. Geef hem zijn zin en laat hem morgen ochtend eens aan mijn kantoor komen, ik wil zien of er iets van hem te maken is.’

Frans werd nu spoedig bediende in een groot handelshuis. Toen hij voor de eerste maal zijn maandgeld ontving snelde hij vroolijk huiswaarts en den arm om den hals der oude vrouw slaande, zeide hij:

‘Nu behoeft gij niet meer in weêr en wind buiten te zitten, grootmoeder, wij kunnen de appelnegotie wel missen.’



illustratie
RUBENS.


Doch moeder Trui was daartoe nog niet te bewegen. Zij bleef evenwel des Zomers tehuis wanneer het regende en in den Winter kwam zij geheel niet meer aan de markt.

Er waren weder drie jaren voorbijgegaan. De Katholieken der gansche wereld hadden de oogen met weemoed op Rome gericht, want het roofzuchtig Italië was er op uit den Stedehouder van Christus van zijne wereldlijke macht te berooven. Een aantal jongelingen uit Frankrijk en België snelden naar de eeuwige stad om haar te beschermen tegen de aanslagen der revolutie en ook in ons land ontstond eene groote geestdrift. Toen Frans eens op een avond zijn grootmoeder uitvoerig vertelde hoeveel jonge Nederlanders reeds onder de pauselijke vanen in

[pagina 389]
[p. 389]


illustratie
VOOR U MIJN LEVEN.


[pagina 390]
[p. 390]

dienst waren getreden, vestigde de oude vrouw lang hare oogen met welgevallen en trots op hem en zeide eindelijk:

‘Frans, zoudt gij ook uw leven niet willen wagen voor de goede zaak.’

‘Gij meent of ik Zouaaf zou willen worden?’ vroeg de jongeling met geestdrift.

De oude vrouw knikte met het hoofd; zij kon geen woord spreken en hare oogen stonden vol tranen.

Toen stond Frans op, sloeg den arm om den hals der oude vrouw, drukte een kus op haar dorre wangen en zeide: ‘Grootmoeder, gij spreekt den wensch van mijn hart uit, maar wie zal dan voor u zorgen?’

Moeder Trui wees met den vinger naar boven. ‘De goede God zal mij niet verlaten, Hij weet het dat ik mijn lieveling aan hem ten offer breng. Doch gij moet eerst de toestemming van uw patroon hebben.’

Die was spoedig verkregen, en den eerstvolgenden Zondag verliet Frans zijne geboorteplaats om met een aantal dappere jongelingen naar Rome te vertrekken. Onder het gejuich en de zegenwenschen van hunne katholieke stadgenooten namen zij de reis aan. Moeder Trui nam een hartelijk afscheid van haren kleinzoon, zij glimlachte als kostte het haar niets dat zij van hem moest scheiden.

Nu zat zij dagelijks weder in weêr en wind bij hare appelen en wanneer zij eens een zeer goeden dag had kon men haar hooren zeggen: ‘Dat is de zegen des hemels voor het offer dat ik gebracht heb.’ De heer Verlaken zond haar maandelijks het salaris van haar kleinzoon en wilde dat zij tehuis zou blijven, doch moeder Trui was daartoe niet te bewegen. ‘Ik wil mijn offer brengen,’ sprak zij.

Frans schreef brieven, die haar soms gansche stroomen vreugdetranen deden storten en toen zij eindelijk een portret ontving van haar kleinzoon, ten voeten uit, in zouaven-uniform en met de strepen op de mouwen, riep zij: ‘'t Is toch een heerlijke jongen! Waaraan heb ik dat geluk verdiend. Ach, dat thans zijne moeder, de arme Marie nog leefde!’

De telegraaf had de tijding gebracht dat Garibaldi met zijne rooverbende bij Mentana geheel geslagen en op de vlucht gejaagd was. Er kwamen berichten waarin gezegd werd dat de Hollandsche Zouaven als leeuwen gevochten hadden. Groote spanning heerschte onder de ouders, wier zonen vermoedelijk aan den strijd hadden deel genomen. Elken morgen ging moeder Trui naar de post om te vernemen of ook een brief van haren Frans aangekomen was, doch zij werd altijd te leur gesteld. Kort daarna las zij in de dagbladen de namen der gesneuvelden en gewonden.... Frans behoorde tot eerstgenoemden.

Den volgenden dag zag men moeder Trui niet met hare appelen aan de straat zitten.

Tegen den avond begaf de heer Verlaken zich naar hare woning, de gordijnen waren neêrgelaten; hij wist wel wat daarvan de oorzaak was doch had geen voorgevoel van hetgeen nog te wachten stond. Moeder Trui lag op het bed, waarop zij eens de arme Marie had zien sterven; het kleine Betje lag aan het hoofdeinde geknield en weende bitter. Verlaken nam de hand der oude, die reeds koud geworden was, in de zijne, doch er kwam geen woord over de lippen van haar, die blijkbaar spoedig het tijdelijke met het eeuwige zou verwisselen; aan de oogen kon hij echter zeer goed zien dat hij herkend werd.

‘Is er nog geen priester bij haar geweest?’ vroeg hij het kind.

‘Ja wel, Mijnheer,’ sprak Betje, ‘grootmoeder heeft dezen middag reeds de H. Sacramenten ontvangen.’

‘Goede oude ziel,’ zeide Verlaken ontroerd, ‘gij gaat naar uw kleinzoon, de lieve God wil u niet langer gescheiden houden.’

't Was of de stervende die woorden gehoord had, want zij opende voor het laatst den mond en zeide: ‘Ik ben blij dat gij hier zijt.... ik wist wel dat gij nog zoudt komen. Hoeveel heb ik u te danken.... Ik ben bereid te sterven.... doch nog ééne bede.... vergeet dit kind niet.... God zal er u voor loonen.’

Dat waren hare laatste woorden, doch hare hand zocht naar het meisje, als wilde zij het nog beschermen. Toen sloten zich hare oogen en de engelen Gods droegen hare zuivere ziel uit het schamele vertrek, waar zij zooveel lief en leed had ondervonden naar de verblijfplaats der eeuwige vreugde.

De heer Verlaken nam het kleine Betje bij de hand en bracht haar in zijne woning, die zij niet meer heeft verlaten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken