Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 5 (1872-1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 5
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.85 MB)

Scans (1438.38 MB)

ebook (29.68 MB)

XML (2.57 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 5

(1872-1873)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

[Nummer 8]

De herdersknaap in de Romeinsche campagna.

Mag de Eeuwige Stad, op zich zelve beschouwd, reeds onvergelijkelijk en eenig genoemd worden, zij is zulks zooveel te meer door haar onmiddellijke omgeving, vooral door dat uitgestrekte veld van graven en ruïnen, 't welk onder den naam van ‘de romeinsche Campagna’ bekend is.



illustratie
DE ROMEINSCHE HERDERSKNAAP.


In de nabijheid slechts van enkele poorten der Eeuwige Stad treft men eenige verspreide woningen, villa's, tuinen of iets dergelijksaan, wat gemeenlijk tot de omgeving onzer moderne steden behoort. De meeste poorten daarentegen van Rome worden, zoodra men de aureliaansche muren achter den rug heeft, als 't ware begrensd door de onafzienbare grasvlakte der Campagna, welke door de stilte en verlatenheid, die er heerschen, den indruk op ons maakt, alsof er op uren en uren afstands geen samenzijn van menschen denkbaar is, terwijl men inderdaad slechts weinige minuten van een stad met honderd en tachtig duizend inwoners is verwijderd.

Zoover uw oog reikt, ontwaart ge ruïnen, verouderde en vervallen muren, middeleeuwsche torens en overblijfsels van heidensche tempels, uitgestrekte gewelven en gangen van aquaeducten en de meest schilderachtige en indrukwekkende afwisseling van diepten en hoogten.

De dorre Campagna, door de albaansche, selijnsche en volscische bergketens omringd, wier kruinen met de liefelijkste kleine steden prijken en op wier zacht glooiende hellingen de witte villa's en huizen zich afteekenen, biedt in den glans der Herfstzon een treffenden aanblik. Hoog schilderachtig en eigenaardig als deze Campagna, zijn ook de weinige menschen, die men hier en daar ontmoet.

Soms stoort in de nabijheid van Rome nog een enkele moderne gestalte op onaangename wijze de dichterlijke stemming. Elegante toeristen doen te voet of in een rijtuig hun wandelingen, jonge dandy's rijden op hun paarden ons spoorslags voorbij, photografen richten hun toestellen, dames zijn op veldstoeltjes gezeten en schetsen tafereelen in hun album, romeinsche lediggangers vervolgen met het geweer in de hand den armen leeuwerik; doch dat alles verdwijnt, wanneer wij al verder en verder Rome achter ons laten, zoodat alleen de koepel van den St. Pieter ons zegt, waar de Eeuwige Stad is gelegen.

Hier is alles wat wij aanschouwen eigenaardig; op geen enkele plaats zouden wij het terugwenschen en toch in de Campagna schijnt het onmisbaar. Maar menig uur kunnen wij ronddwalen zonder een enkel menschelijk wezen te ontmoeten, ja somtijds werkt die eenzaamheid huiveringwekkend op 't gemoed. Eindelijk zien wij dan van een eenzame, spelonkachtige hut een dunne rookkolom op-

[pagina 58]
[p. 58]

stijgen en een paar ellendige, ziekelijke gedaanten vertoonen ons hun vaalbruine aangezichten. Wanneer wij verder gewandeld zijn en de stille woestenij zonder eenig menschelijk wezen of boomgewas ons omringt, draaft ons op een muilezel in een hoogen zadel gezeten, de statige figuur van een zwart gebaarden Campagnees met spitsen hoed, fluweelen wambuis en lederen rijschaften voorbij, die zijn landerijen, zijn ‘tenute’ (pachthoeven) en grazende runderkudden gaat bezoeken. Eindelijk nog verder voortwandelend zien wij een kleine rieten hut met een ronden muur en spits bijloopend dak, op welks top zich meestal drie houten kruisen verhellen. Rondom weiden kudden van grijze, zwaar gehoornde runderen, of schapen met korte wol begroeid, omringd en bewaakt door ruigharige, half wilde honden, die met vervaarlijk geblaf, zich op iederen vreemdeling werpen, die hen nadert. Gevaarlijk is 't, alleen en ongewapend in hun nabijheid te komen, menigeen heeft daardoor op jammerlijke wijze het leven verloren. Gelukkig evenwel is de herder, aan wiens stem zij onmiddellijk gehoorzamen, zelden verre verwijderd.

Daar staat hij op een langen staf leunend en laat, in een droomend gepeins verdiept, zijn blikken door de stille woestenij dwalen. Op 't weelderige, zwarte hoofdhaar rust een door 't weder gebruinde hoed, die 't bijna even bruine aangezicht beschaduwt, welks trekken ons menigmaal door hun edele, antieke schoonheid verbazen. Een schapevel met armgaten, om de schouders geslagen, een hemd van grof linnen en een korte broek maken zijn kleederdracht uit, de bruine beenen zijn tot aan de knie ontbloot, de voet is met lederen sandalen geschoeid. Zoo staat hij daar of ligt in 't lommer der oude puinen, als een echte, vreedzame zoon der stille Campagna. Zijn behoeften zijn garing. Droog maïsbrood is bijna zijn eenige spijs. Melk of een teug wrangen, donkeren wijn lescht zijn dorst. Menigmaal mist hij zelfs de weelde van een hut. Een hol of een oude grafplaats is dan zijn woning en toevlucht.

De eerste gravure van dit nommer, die naar een teekening van den duitschen aquarellist Passini vervaardigd werd, biedt ons 't beeld van een dezer bewoners der Campagna.

Een commentaar is bij deze voorstelling bijna geheel overbodig. Een enkele oogslag zal een ieder de voortreffelijkheid er van doen inzien. Gelijk een zangvogeltje zit de bruine jongen op 't hek zijner weide en doet van daar op de rietfluit zijn eentonige melodieën door de stille, uitgestrekte eenzaamheid weerklinken. De groote, ruige hond aan zijn voeten, de dorre doorn- en distelstruiken op den voorgrond, in de verte de spitse, kegelvormige hut met het rookend vuur aan den ingang, de wolkenlooze zuidelijke hemel, die 't geheel met zijn glans tooit, dat alles doet Passini's beeld van waarheid en natuurgetrouwheid als 't ware overvloeien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken