Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 6 (1873-1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 6
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (36.54 MB)

Scans (1480.51 MB)

ebook (33.39 MB)

XML (2.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 6

(1873-1874)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

In het bosch.

Zij, die gansch den Winter in de stad opgesloten waren, hoe licht en verguld hunne salons dan ook mochten zijn; welken schat van kleedsels en juweelen daar dan ook werden ten toon gespreid; hoe hel dan ook de gaz in de schouwburgen en koncertzalen vlamde; welke toovermuziek daar dan ook werd uitgevoerd - zij, die zoo gelukkig zijn een deel des jaars in de vrije natuur door te brengen, juichen bij het wijken des Winters met zijnen sneeuwpels, en begroeten, met een verjongd gemoed, het bosch, de vlakte, de bergen en de zee.

En inderdaad, kan de pracht der salons, hoe vorstelijk ook, halen bij de pracht der natuur; het gazlicht bij den glans der zon; de kunstbloem bij die, hoe nederig ook, in de vrije natuur opgeschoten; de muziek der menschen bij het geheimzinnig en onnavolgbaar lied der vogelen?

Ik heb nooit aan Jan van Oosterwyck-Bruyn vergeven, dat hij eens,

[pagina 107]
[p. 107]

in haat tegen buiten, ik zal niet zeggen heeft doen zingen, maar doen morren:

 
Ik ruil voor heeten zonneschijn
 
Geen schouwtooneel en feesten,
 
Geen stad, waar lieve menschen zijn,
 
Voor 't veld met lieve beesten.

Eerlijker was dan die arme Van den Broeck, toen hij in zijn nederigen stand neuriede:

 
't Is zomers buiten fraai en goed,
 
Als alles in den feestdos staat;
 
Maar bij een burger-overvloed
 
Is 't 's winters binnen ook niet kwaad.

Als wij op dit oogenblik uit ons venster staren, zien wij niets dan akelig winterweêr: koude gevels, naakte boomen en ijsbloemen op onze ruiten; doch als wij het oog slaan op het kunstwerk van den dusseldorfer schilder Carl Hoff, voelen wij ons herleven en benijden reeds op voorhand het lieve, zomerige kind, dat als eene toovergodin door het bosch dwalen en er bloemen gaêren mag.

't Ziet er een heerlijke zomermorgen uit; de zon straalt vleiend over bedauwd groen en gebloemte. Prachtig is het bosch met zijne hoogstammige boomen, breede en suizende kruinen, vlakten waar bloemen groeien; met zijn water dat door de steenen en ontblootte boomwortels woelt en suizelt.

Dunkt u niet dat, in die rijke natuur, alles die jonge wandelaarster toelacht, nu zij aan de prangende en vermoeiende winterfeesten, in de stad, ontsnapt is, en zij zich in de vrije natuur bewegen mag? Hoe verre ook van het kasteel gedwaald, spreekt eene volle gerustheid uit het wezen van het meisje, nu zij slechts vergezeld is door den hond, die er uitziet als een oude en trouwe livreiknecht.

En indien er tusschen onze lezers protesteerders zijn, die niet van de ‘lieve beesten’ houden, zoo als de amsterdamsche luimige dichter zegt, dan zullen wij nogmaals het medio nemen van Van den Broek, die in een zijner schoonste liederen zong:

 
Buiten, buiten moet men wezen,
 
Waar ons nu de lust ook dreef,
 
Om in 't heilig boek te lezen
 
Dat de wijze Schepper schreef.
 
Laten wij hier lessen gâren,
 
Bij den Zomer-zonneschijn.
 
Om ze nog eens door te blaren,
 
Als we s' winters binnen zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken