Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 6 (1873-1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 6
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (36.54 MB)

Scans (1480.51 MB)

ebook (33.39 MB)

XML (2.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 6

(1873-1874)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Tunnel onder zee.

Tusschen Engeland en Frankrijk stroomt, zoo als men weet, het kanaal. Die beide landen, door een diepe zee gescheiden, andermaal rechtstreeks verbinden, is de droom die sedert 1834, menig hoofd heeft bezig gehouden, en waarbij de groote menigte nog ongeloovig het hoofd schudt.

Het woord onmogelijk wordt echter meer en meer uit onze woordenboeken geschrabt, en zeker is dit het geval met het hier besproken vraagpunt: de tunnel van de fransche naar de engelsche kust, en onder zee door, is geen droomerig denkbeeld; het is een gedacht dat op vasten grondslag berust en nu als uitvoerbaar bekend is.

Gezegde betrekking tusschen de twee landen, heeft sedert 1834, reeds meer dan eene verandering ondergaan. Het eerste denkbeeld bestond in het leggen van een ijzeren buis, op den bodem der zee, door welke de spoorwegtreinen zouden rijden; - daarna dacht men aan eene reusachtige brug: - verder aan een onmeetlijken bak, aan eene kunstmatige landengte, en eindelijk aan het graven van een tunnel onder zee door.

Dit laatste ontwerp, bij hetwelk nu de wetenschap stil staat, is, sedert 1833 zelfs, reeds bestudeerd door den heer Thomé de Gamond, die destijds zijn eersten hydrographischen tocht, ter sondeering van het Kanaal, aanving.

Den 23. November 1873 heeft de Vereeniging der burgelijke Ingenieurs eene vergadering gehouden, waarin over de verschillende plans verslag werd ingediend.

Het eerste plan, door gemelden ingenieur in 1834 voltooid, bestond zooals hooger gezegd is, in, afdeelingsgewijs, plaatijzeren buizen in zee te laten zakken en binnen deze den muur en het gewelf op te bouwen, die voor de duurzame gemeenschap dienen moest.

De groote moeielijkheid in dit ontwerp, was de oneffenheid van den grondslag der zee, en om deze te vereffenen werd er eene som van 300 millioen fr. vereischt. Het leggen der buis en het bemetselen langs de binnenzijde, werd op 200 millioen geschat: een gezamentlijk cijfer van een half millard.

De scheepvaart beschouwde die soort van afdamming des Kanaals, als een gevaar voor de gaande en komende schepen, eene wezenlijke klip - en het ontwerp werd vaarwel gezegd.

De heer Thomé de Gamond ondernam nu de studie eener brug over zee, een ontwerp dat insgelijks, om reden der hooge kosten, verlaten werd. Inderdaad, na vijf verschillende bruggen bestudeerd te hebben, verkoos men er eene op granietpijlers rustende; doch de beraming der onkosten steeg tot niet minder dan 4 milliard.

In 1837 trad de ingenieur met een denkbeeld op, dat, in zekeren zin, praktischer was: hij bepaalde er zich bij, het Kanaal tot op eene breedte van 16 kilometers te verkorten. Zoowel van de fransche als van de engelsche kust, ging eene landtong uit en 8 kilometers zeewaarts in, en tusschen deze vlotte een onmeetelijke bak, geschikt om reizigers en goederen-treinen over te zetten.

De kosten van dit plan werden op 230 millioen geraamd; doch het was immers onvolledig! Het nam de eigenlijke scheepvaart tusschen de twee landen niet weg, en juist om die reden kwam men ten slotte tot den onderaardschen of zoo men wil, onderzeeschen weg.

In 1838 onderzocht men twee jaren lang den toestand van den bodem

[pagina 172]
[p. 172]


illustratie
de ruïne van crèvecoeur.


[pagina 173]
[p. 173]


illustratie
het afscheid.


[pagina 174]
[p. 174]

onder de zee. In 1839 leverde de ingenieur een nieuw plan, de engte van Dover, tot dat hij eindelijk in 1844 een vasten weg voor zijnen tunnel vond, in het overstroomde gedeelte dat, eeuwen herwaarts, Engeland aan het vasteland had verbonden.

De juiste profiels der grondslagen werden in 1851, in de londensche tentoonstelling, aan het publiek kenbaar gemaakt; in 1867 exposeerde de heer Thomé de Gamond zijne plans te Parijs en er vormde zich een comiteit uit engelsch-fransche ingenieurs, ter onderzoek van het reusachtigste ontwerp, dat de menschelijke geest nog had uitgebroeid.

De tunnel van 1867 volgt de lijn tusschen de Kaap Grisnez en Folkestone, en loopt door de gekende Varnebank, op welke de ingenieur een eilandje wilde aanleggen, met behulp der grondstoffen, bij het boren van den tunnel, opgeworpen. Dit eilandje bevatte een ontwerp van haven, om de scheepvaart met het middengedeelte van den tunnel in betrekking te brengen.

Toen de ingenieur dit deel van zijn plan ontwierp, dacht hij dat de groote oorlogen tusschen de beschaafde volkeren ten einde waren; doch toen deze begoocheling was weg geblazen, begreep hij dat deze of gene mogendheid, door zich van dat eilandje meester te maken, alle betrekking tusschen de beide landen zeer gemakkelijk kon afbreken.

Het eilandje werd verlaten en de tunnel zal dus, te midden der zee, geene betrekking meer hebben; geene andere openingen zullen er zijn, dan eene op de fransche en eene op de engelsche kust. De tunnel gaat uit oostwaarts van Dover, in Engeland, om in Frankrijk westwaarts van Calais, te recht te komen.

In hoeveel tijd zou nu dit reusachtige werk kunnen voltrokken zijn? Lezer, al begint uw haar ook wat grijs te worden, toch zoudt ge u de aardigheid nog kunnen veroorloven van, onder de zee door, naar Engeland te stoomen. Immers met de Brunton-boormachienen zou de boring en de bouwing van den tunnel, in vier of vijf jaar voltooid zijn.

De kosten van dit werk zouden 200 millioen beloopen en de opbrengst werd in 1869 op een twintigtal millioen per jaar gerekend. Eene dubbele commissie, zoo engelsche of fransche, zet nu de studiën voort en men hoopt inderdaad met den reusachtigen arbeid aanvang te kunnen maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken