Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 7 (1874-1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.18 MB)

Scans (1195.24 MB)

ebook (27.07 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 7

(1874-1875)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De clavercingel.

Ridder Leo de Burbure zegt dat dit instrument reeds in den aanvang der 16e eenw bestond. Een huis in de O.L.V. parochie, zegt de geleerde schrijver, droeg in 1532 den naam van de clavizimbele. ‘Dat is, merkt ridder de Burbure aan, het oudste spoor dat ik van dit speeltuig in ons land vind. Voor dien tijd was de clavicorde het meest in zwang zijnde instrument.’

Josse Carest (Karest of Careest), waarschijnlijk oorspronkelijk van Keulen, gelijk de clavicordemaker Pieter Vorenberch, was omtrent 1557 in Antwerpen nog een voornaam clavercingelmaker. Hij stond in dat jaar aan het hoofd van tien andere stielgenoten, die bij de stedelijke overheid verzochten in de St. Lucasgilde te worden aangenomen.

't Was niet alleen het voorrecht van vrijdom der burgerwacht, dat aan het lidmaatschap verbonden was, maar, zegt meergemelde auteur, ‘wat vooral de makers van clavercingels aanzette die vraag te doen, was dat verscheiden, wilden zij hunne speeltuigen met schilderingen en beeldhoûwerken versieren, zich verplicht hadden gezien zich bij de gilde te doen inschrijven, deze als schilder, gene als beeldhouwer, een derde als de twee vakken gelijktijdig uitoefenende.’

Hans Buckers was, op het laatst der 16e en in het begin der 17e eeuw, te Antwerpen een befaamd clavercingelmaker. Die speeltuigen, zegt Fetis, waren opmerkenswaardig door de hoedanigheid van den toon, en de volmaaktheid van het mecanism.’ Emile Pfeiffer, die in 1858, een der producten van Ruckers in de parijzer Illustration besprak, noemt dit speeltuig een ‘meesterstuk.’ Het instrument dagteekende van 1630, en was in hoogergemeld jaar de eigendom van den heer F. Pigeory te Parijs.

[pagina 212]
[p. 212]

In Antwerpen, zegt Fetis, zou gewis geen enkel speeltuig van Ruckers meer te vinden zijn, en ridder de Burbure merkt op dat er vele dezer instrumenten vernield zijn door de schilderijkoopliê, welke de paneelen dezer prachtmeubels omlijst en als schilderijen verkocht hebben. Fetis zegt in zijn werk over de belgische muzikanten:



illustratie
WERKSTAKING, NAAR BOCKELMAN.


‘Andries Ruckers (er waren twee Hans’ en twee Andries’) had de Antwerpsche schilders ter zijner hulp geroepen. Deze leverden teekeningen van sierlijke beeldhoûwerken, welke door knappe werklieden in zijne werkhuizen werden uitgevoerd; anderen wijdden hun penseel aan de tonenbevattende kas, en maakten van de instrumenten des vlaamschen

[pagina 213]
[p. 213]


illustratie
EEN CHRISTUS VAN BONNAT.


[pagina 214]
[p. 214]

makers, kunstvoorwerpen onder dubbel opzicht kostbaar. Beroemde kunstenaars leenden zich tot dit nederig werk.

‘Men betaalde de clavercingels van Ruckers, met bloemen en dieren bemaald, tot zelfs 3000 fr., voorzeker te dien tijde een overgroote som. De rijkdom der ornamenten, die destijds deze instrumenten zoo levendig deed gevraagd worden, was juist nadien de reden van hun verdwijnen. Men sloeg er velen in stukken om de paneelen, dikwijls aan beroemde meesters toegeschreven, in schilderijen te veranderen.’

Ridder Leo de Burbure heeft eene belangrijke lijst der speeltuigmakers van de 16e tot de 19e eeuw, in Antwerpen, bekend gemaakt, alsmede merkwaardige bijzonderheden over de familie der Ruckers’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken