Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 7 (1874-1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.18 MB)

Scans (1195.24 MB)

ebook (27.07 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 7

(1874-1875)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aschregen te Quito.

Villamus gaf, zeer kortelings, in den Correspondent, over Zuid-Amerika, vooral opzichtens Quito, eene beschrijving van een aschregen: ‘.... Ik heb met spijt vernomen dat het schoone huis, waar ik zoo gastvrij ontvangen werd, door de aardbeving van 1868 vernield werd. Het paviljoen, dat ik bewoonde, op den boord eener quebrada gebouwd, smolt gelijk suiker, welke in de beek liep en verdween. De grond zelve was ingestort, en den volgenden dag bleef er geen spoor van die woning over.



illustratie
DE HOED VAN TANTE.


De bewegingen van den grond hadden op gansch den eigendom groote veranderingen ondergaan. Het is overigens de eerste maal niet, dat een eigenaar van den Ecuador aanzienlijke veranderingen in zijne landerijen ontmoet, hetzij door plotselingen of langzamen ommekeer. - “Ziet gij die rivier?” vroeg mij een hunner; “verleden jaar liep zij aan het uiterste gedeelte dezer plein; bij mijn laatste bezoek vond ik ze hier; dewijl de grond zich aan gene zij verhief en hier verzakte, veranderde het water van stroom en mijne molens ginder stonden droog.”

In deze vulkanische streken heeft voortdurend eene woedende onderaardsche werking plaats; de aardbevingen, indien zij niet te hevig zijn, kunnen als eene opene veiligheidsklep, tot groot geluk van het land, beschouwd worden. Quito, dat te lang van deze rampen bevrijd was, heeft er in 1858 en in 1868, twee onderstaan, welke gansche bevolkingen hebben ingeslokt. Alles is daar bedreiging, zelfs de rust. Soms komen onverwachte natuurverschijnselen het gevoel eener onbestemde vrees opwekken.

Den 12 december, des morgens, staarde ik van mijn terras in de

[pagina 237]
[p. 237]

richting van den Cotopaxi; ik zag daar aan den hemel eene rosse wolk en bij deze, grauwe of witte wolken. Het was hier geen speling van het licht, maar alles verraadde de aanwezigheid van twee verschillende bestanddeelen. Ten tien ure groeide de rosse wolk aan en iedereen verklaarde dat het geen dampwolk, maar een naderende aardwolk was. Ten twee ure bereikte hij onzen zenith en er viel een aschregen op onze hoofden.



illustratie
AANKONDIGING EENER VEETE.


Des avonds zagen wij, dwars door eene dikke duisternis en boven den vuurspuwenden berg, vlammen - en dezer licht was zoo hevig dat het, om door ons gezien te kunnen worden, eene aschkolom van

[pagina 238]
[p. 238]

acht mijlen dikte, moest doordringen. De regen van verkalkte aarde was zoo overvloedig geworden, dat men niet buiten komen kon, zonder onmiddellijk met asch overdekt te zijn; men kon zelfs de oogen niet openen, want het eerste uitwerksel, bij het aanschouwen van het natuurwonder, was, dat zijne bewonderaars met blindheid geslagen werden.

De schrik verspreidde zich door gansch de stad. Den ganschen nacht trokken processiën uit en luidde de doodsklok; de beelden werden uit de kerken gehaald en op de openbare pleinen rondgedragen. In de straten weêrgalmden de kreten van: “Jesus, Maria! Heere God, genade!” Gansch de bevolking had en jammerde die woorden.

Bij het aanbreken van den dag, die een uur later dan gewoonlijk den donkeren atmosfeer doorboorde, zagen wij onze huizen en hovingen met eene dikke laag asch bedekt, die, de groote witheid daargelaten, niet ongelijk was aan eene sneeuwlaag. De blaêren en takken der boomen, bogen zich onder het gewicht der asch en gansch de natuur was als door een droevigen mantel omhangen.

Reizigers, die van verschillende gedeelten des lands kwamen, brachten de tijding meê dat de aschwolken verscheidene richtingen hadden genomen, en dat de steden Latacunga, Ambato en anderen, evenals Quito, door assche als overstroomd waren. De Cotopaxi had, in minder dan vierentwintig uren, het land, in een omtrek van tien mijlen, met assche overdekt.

Men vertelde daarenboven dat het vee, geen voedsel meer vindende en door schrik geslagen - zooals altijd bij de dieren het geval is, wanneer zich buitengewone natuurverschijnselen opdoen - zelf den dood te gemoet liep en zich als razend in de ravijnen wierp.

Na het eerste gejammer van den schrik, volgden de meer gegronde klachten der eigenaars, die de vernieling hunner kudden voorzagen. Een overvloedige regen kwam daaraan een einde stellen; de regen waschte de weiden, het bladergroen verscheen weêr, doch de assche bleef op den grond liggen. De runders maalden met het gras de assche, en na verloop van een jaar stierven velen, omdat hunne tanden uitvielen en zij geen voedsel meer konden nemen.

Ik heb ossen- en Eertenkoppen gezien, wier kinnebakken gansch van tanden ontbloot waren. Nutteloos te zeggen, dat in de steden, waar de asch in de huizen vloog en bij den minsten tochtwind opdwarrelde, zij eene wezenlijke ramp was. Vele onweêren, vele stortregens waren er noodig, om er de quito'sche huisvrouwen van te verlossen. Geen twijfel of deze natuurverschijnsels - welke vandaag zeldzaam zijn, en die zich niemand meer herinnerde - waren zeer menigvuldig in het verledene. Op die hoogten is de bouwgrond niet gevormd door aanspoeling des waters, maar door aanspoeling der volkanen.

En toch, ofschoon de rust en het leven van den mensch, in die landen, gedurig door de natuur bedreigd worden, gevoelt hij, in al zijne zwakheid, eene geheime trotschheid dat hij in die grootsche natuurtooneelen leeft: hij schijnt de wording der aarde bij te wonen en dichter bij den Schepper te zijn.

Het geestes-genot stelt gewis veel grooter aantrekking daar dan het stoffelijk welzijn, en de bergbewoner is rijker met zijne wijde horizons, dan de bewoner der pleinen in zijne vruchtbare velden. En dan de vrijheid! de vrijheid! Neen, niemand kent u, o vrijheid, in het midden der beschaving! Niemand weet wat naast de bekrompen vrijheid, welke de eenige is die de mensch in de maatschappij genieten kan, de vrijheid is van de wilde onmetelijkheid!

Daar heeft de mensch geene andere meesters dan de wetten der natuur; hij is slechts onderworpen aan de ziekten en aan den dood; maar zoolang hij leeft, is de schepping zijn domein en zijne vriendin; de uitgestrektheid hoort hem toe; de dieren geven hem voedsel en vreezen hem niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken