Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 7 (1874-1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.18 MB)

Scans (1195.24 MB)

ebook (27.07 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 7

(1874-1875)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Handel in kanarievogels.

Het land voor den handel in kanarievogels is het Hartsgebergte en omstreken, dat niet alleen het grootste getal vogels levert, maar ook de beste. Ook die van Thuringen, Hessen, Saksen en Hannover zijn uitmuntend, en verschillende plaatsen in die rijken leven alleen van de kanarievogelfokkerij doch met hun allen kunnen zij toch niet in dat opzicht met het Hartsgebergte vergeleken worden.

Het is zeer moeielijk het juiste getal vogels dat jaarlijks in den handel gebracht wordt op te geven, doch mannen die er hun werk van maken dit op te sporen, spreken van 450.000 vogels, waarvan er zoowat 300.000, dus zes en zestig percent van het Hartsgebergte afkomstig zijn.

Deze cijfers zullen misschien sommigen overdreven voorkomen, doch wie de vogelfokkerij van het Hartsgebergte kent, zal toegeven dat het hoogste cijfer niet eens is opgegeven. Daarbij moet men wel in het oog houden dat de fokkerij daar geene liefhebberij, maar een wezenlijke tak van nijverheid is, en al levert deze ook al geen schatten op, het is voor vele familiën, die onmogelijk alleen hun bestaan kunnen vinden in den bergbouw, het houtkappen, nagelsmeden, enz, een bijzaak die zij voor hnn onderhoud zeer hard noodig hebben.

Men houdt het er algemeen voor dat het fokken van kanarievogels ongeveer vijftig percent winst geeft, en gaat men dit rekenen op het driehonderd duizendtal, waarvan de helft uit mannekens en de andere helft uit wijfkens bestaat, en wordt voor een manneke zes franks en voor een wijfke zestien centiemen betaalt, dan geeft dit nog eene zuivere winst van ruim 510.000 franks.

Er is geen gemeente van het Hartsgebergte waar geene kanarievogels gefokt worden. In een omtrek van veertig vierkante mijlen is alles wat men hoort en ziet: vogelfokkerij. Vooral op de hoogvlakte van den Neder-Hartz, te Hasselfelde, Benneckenstein, Fanne, Hohegeisz, Elbingerode, zoowel als in de om hun bergbouw bekende stadjes van den

[pagina 412]
[p. 412]

Boven-Hartz, Clausthal, Wildemann en Andreasberg wordt de kanarievogelfokkerij op groote schaal gedreven; ook te Nordhausen en omstreken, te Lanterberg en Herzberg, te Wernigerrode en Ilsenburg is de fokkerij nog al beduidend.

Als men een dezer dorpen in den bloeitijd van den zang der vogels bezoekt, hoort men niets anders dan het slaan van kanarievogels zoo zelfs dat nog lang daarna de klank daarvan in uwe ooren blijft hangen. Er zijn daar huizen, waarvan de meeste kamers reusachtige kooien zijn, en er behoort heel wat kennis der dieren toe, om, als men het op zulk eene schaal aanlegt, de vogels goed van elkaar te onderscheiden, daar geen enkele fokker een dag overslaat, zonder zijne vogels een voor een geïnspecteerd te hebben.



illustratie
DE MOLEN TE ISLE-ADAM.


Geen enkele plaats echter, die, zoowel wat het aantal als wat het gezang betreft, zulk een naam heeft als het bovengenoemde stadje Andreasberg. Door ongeveer driehonderd gezinnen worden daar jaarlijks vijf en zeventig duizend stuks kanarievogels gefokt, welke minstens een kapitaal van 350.000 frank vertegenwoordigen.

De vogels, die daar gefokt worden, danken hunne beroemdheid aan de omstandigheid, dat de aldaar wonende fokkers er zich op toegelegd hebben hunne vogels eenen slag aan te leeren, die door iedereen zoo gaarne gehoord wordt.

Om de jonge vogels het gewenschte gezang eigen te maken, zetten zij ze bij de uitmuntendste zangers en het oude spreekwoord: ‘zooals de ouden zingen, zoo piepen de jongen’ wordt hier in den volsten zin van het woord bewaarheid. Daarbij komt nog dat nergens anders dan juist te Andreasberg de vogelfokkerij van vader op zoon overgaat, ten minste over het algemeen genomen, zoodat alle fokkers hunne kunst goed verstaan.

Een enkel gebrek hebben de Andreasberger vogels, en dit is wel hun zwakkeren lichaamsbouw en hunne meer wekelijke natuur, eene verschijning, die moet toegeschreven worden aan de zorgvuldigheid, waarmede zij opgekweekt worden.

[pagina 413]
[p. 413]

De beste zangers komen dus van Andreasberg, en dat de fokkers goeden aftrek van hunne waar hebben, bewijzen de talrijke aanvragen, die zij altijd hebben, zoo zelfs dat er steeds gebrek aau vogels is. De prijs der beste zangers is voor het minst genomen acht frank, terwijl de beste met zes en dertig frank betaald worden, en behooren zij tot de schoonste soort, dan gebeurt het niet zelden dat nog hoogere prijzen worden besteed.



illustratie
HET KIND MET DE AARDBEZIËN.


Zoo lazen wij het vorig jaar in een duitsch blad, dat een liefhebber

[pagina 414]
[p. 414]

voor een Andreasberger kanarievogel niet minder dan honderd dertig frank betaald had Wij zullen wel niet hoeven te zeggen dat zulk een geval eene hooge zeldzaamheid is, en het is in den regel eene groote uitzondering als voor een uitmuntenden zanger, die tevens het schoonst gevlekt is, meer betaald wordt dan vijf en twintig frank.

De meeste vogels worden door de handelaars opgekocht en staat de fokker, van wien zij den vogel krijgen, als een door en door in zijn vak bekwaam man bekend, dan worden de vogels reeds gekocht voor zij uitgebroeid zijn. Het is dan ook zeer moeielijk een kanarievogel uit de eerste hand te koopen, daar, al doet men de reis naar de plaatsen waar zij gefokt worden, al de vogels, die men er ziet, reeds verkocht zijn.

Het verroer der vogels geschiedt hoofdzakelijk per post, zelfs naar het buitenland. Naar gelang van den duur der reis die de vogels te maken hebben, worden de kleine houten kootjes met hunne gevleugelde bewoners in goed gesloten met glazen vensters voorziene kisten gepakt; het voedsel, dat zij meekrijgen, bestaat hoofdzakelijk uit een ei met wat wittebrood, terwijl men als drank een goed in water gedopt sponsje in de kooi legt. Zoo ingepakt kunnen de vogels eene drie- tot zevendaagsche reis afleggen, zelfs als het zeer koud is, zonder eenig nadeel voor hun gestel.

Ook over zee worden zij vervoerd, doch dan gaat gewoonlijk een agent van den handelaar mee om de vogels te verzorgen, en het is een feit dat meer dan de helft der in Duitschland gefokte vogels in de laatste jaren naar Amerika uitgevoerd worden. Natuurlijk zijn de prijzen der kanarievogels in Amerika aanmerkelijk hooger, ja, zelfs viermaal duurder dan bij ons; doch men moet niet vergeten, dat de transportkosten er dan bijkomen, die niet gering zijn, terwijl gedurende de reis zeer veel vogels sterven, die de zeelucht niet verdragen kunnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken