Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1875-1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.80 MB)

Scans (1267.55 MB)

ebook (26.64 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1875-1876)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Curiositeiten.

Een fransch tijdschrift vertelt als volgt hoe het mahoniehout in Europa werd ingevoerd. Op zekeren morgen, in 1710, wandelde doctor Gibsons, te Londen, in zijnen hof en bleef nadenkend stil staan voor eenen stapel houten blokken, die zijn broeder, een kapitein van lange omvaart, als ballast uit de Oost-Indien had meêgebracht. Waartoe zou dat hout dienen? Te dien tijde bouwde de doctor een huis in de Kingstreet, Covent-garden, en hij hoopte wel die blokken te kunnen bezigen. Het hout was onbekend, en toen de doctor zijnen werklieden last gaf, om het hout te gebruiken, weigerden deze formeel, zeggende dat hunne gereedschappen tegen dat harde hout niet bestand waren. Harder echter was het hoofd des doctors, en in stede van timmerliê deed hij meubelmakers komen. De meubelmaker Wallaston beweerde insgelijks dat zijn gereedschap op dat hout verstompte; doch de doctor antwoordde: ‘Wel, verbeter uw gereedschap!’ Wallaston deed dit en maakte van de blokken eene schrijftafel. De roem van het mahoniehout zou gewis nog slapende zijn gebleven, indien de hertogin van Buckingham, doctor Gibsons niet eens bezocht en het bureau bewonderd had. De hertogin was de vrouw naar de mode; wat zij deed, vond navolgers. Zij wilde ook van dat hout een meubel bezitten, en nu wilde iedereen aan dien lust voldoen. Van dan af werd het mahoniehout een invoerartikel voor de schepen, die van overzee kwamen.

 

Samuel Goode heeft onlangs in de Royal United Service Institution te Londen eene voordracht gehouden over Mancé's heliograph, een nieuw uitgevonden werktuig om te seinen, bij middel van het zonnelicht. Volgens hij beweert, zou een spiegel ter grootte van de palm der hand, in de juiste richting geplaatst om het zonlicht op te vangen, eene weerkaatsing geven tot op 20 à 30 mijlen afstand, en een van 8 duim middellijn (20 c.m.) op 100 mijlen. Om daarvan partij te trekken, heeft Mancé eenen spiegel zoodanig ingericht, dat men de weerkaatsing langer en korter kan doen voortduren, om op die wijze de letters van het alfabet weêr te geven, even als plaats heeft bij de telegraaf van Morse. Ook bij maneschijn of kunstlicht kan deze uitvinding benuttigd worden. Zij kan vooral in de heete gewesten van nut zijn, waar de gewone telegraafverbinding met gevaar en kosten gaat gepaard.

 

De stalen pennen zijn algemeen in gebruik, en toch zal men zich moeielijk een denkbeeld vormen van de uitgebreidheid dezer nijverheid. De eerste stalen pen, die de ganzenpen zou verdringen, werd vervaardigd in 1816 te Birmingham. Veertien jaar was die nijverheid in Engeland reeds in voege, voor dat zij, naar Frankrijk overgebracht, in dat land wortel schoot. De voornaamste fabrieken in Europa zijn in gezegd Birmingham en te Boulogne-sur-Mer (Frankrijk). Berlijn en New-York hebben eveneens fabrieken, doch zij wegen niet tegen eerstgenoemde op. Te Birmingham zijn elf fabrieken, die te samen jaarlijks ongeveer 7.200.000 gros en te Boulogne-sur-Mer drie fabrieken, die jaarlijks 3.500.000 gros stalen pennen leveren; een totale opbrengst van 10.700.000 gros, dat is 1.540.800.000 stuks. De Revue scientifique schat de waarde van dit fabrikaat op 9 à 10 millioen franks. In deze fabrieken zijn werkzaam 900 personen, namelijk 720 vrouwen en 180 mannen. De stoomwerktuigen vertegenwoordigen gezamenlijk aanmerkelijke paardenkracht. Men verwerkt ongeveer 200 ton staal en een aanzienlijke hoeveelheid andere grondstoffen. De Revue doet voorts opmerken, hoe ook in dezen de eene tak van nijverheid den anderen voortbrengt. Het gebruik toch van die honderden millioenen stalen pennen vraagt penhouders, en er is te Boulogne-sur-Mer eene fabriek, die jaarlijks 17.280.000 stuks levert.

 

Sindermann te Breslau had een stelsel vooruit gezet, om uit drekstoffen gas te maken. Het scheen dat de uitslag van het onderzoek, door het gemeentebestuur ingesteld, juist niet ongunstig was. Een nader rapport werd echter ingesteld door den direkteur van het gasgesticht, den heer Troschel. Ziehier hoe een industrieel blad het verslag van dien deskundige samenvat: de lichtgas, uit fecaliën getrokken, staat in hoedanigheid verre beneden de gas uit steenkolen en komt, wat nog erger is, eens zoo duur te staan. De fabriek, om fecaalgas te maken, moet bij gelijk productievermogen ongeveer de dubbele grootte hebben van die der steenkolen-gas-

[pagina 35]
[p. 35]

fabrieken. Voorts moeten 10 pCt. der voor het gasmaken te gebruiken bestanddeelen in 90 pCt. water (dus ballast) verhit en de waterdamp uit de 90 pCt. water in ongehoord groote koelapparaten weêr neêrgeslagen worden. Daarenboven moet voor eene fecaal-gasfabriek de brandstof aangekocht worden, terwijl eene steenkolengasfabriek daarvoor slechts 45 pCt. noodig heeft van de door haar uit steenkool getrokken coaks. Ten slotte zijn in fecaalgas - ten gevolge van de veel meer en in veel grootere hoeveel heden voorkomende bijmengingen van stikstof, zwavel en phosphoor - de decomposite-producten als ammoniak, zwavel- en phosphoor-watergas tot veel hooger bedrag dan in de steenkolengas aanwezig; de verwijdering daarvan wordt wegens het groote aantal en de ingewikkelde samen stelling zelfs door vele groote zuiveringstoestellen bij eene in het groot arbeidende fabriek onmogelijk. Dus.....

 

De schrijfmachine schijnt hare practische toepassing hoe langer hoe meer te naderen. Het werktuig van Hansen heeft, om den hoogen prijs, weinig ingang gevonden; meer practisch toonde zich het instrument van den Amerikaan Latham Sholes, dat door de beroemde geweerfabriek van Remmington vervaardigd wordt en in de Vereenigde-Staten reeds tamelijk in gebruik schijnt te zijn. In grootte en uiterlijk komt het met de naaimachine overeen Men schrijft er meê, door toetsen aan te raken, die een letter, een cijfer of een leesteeken aangeven. Elk formaat van 3-8 duim breedte en een lengte van een tot meer dan 100 duimen kan beschreven worden; ook kunnen enveloppen en kruisbanden met gemak van een adres voorzien worden; de afstand tusschen de regels kan oogenblikkelijk worden veranderd. Het geschrevene of eigenlijk gedrukte is even goed leesbaar als gewoon schrift en bijkans even gelijkmatig. Daar men met de machine tot zestig woorden in de minuut kan schrijven, terwijl een geoefend schrijver met een pen slechts ongeveer dertig woorden op het papier brengt, is men in staat, met behulp van de nieuwe uitvinding, juist het dubbele werk in denzelfden tijd te doen. Gelijktijdig kan men een tamelijk groot aantal kopieën er meê maken. Men heeft hoogstens 14 dagen noodig, om met de machine te leeren schrijven. Zij wordt reeds door de grootste amerikaansche telegraaf-maatschappijen, door vele mannen van zaken, advokaten, ja zelfs door de regeering gebruikt. De Western Union Telegraph Company en de Illinois Central Railroad Company, welke kantoren in bijna alle hoofdsteden van de Vereenigde-Staten bezitten en er eenige honderden klerken, op na houden, beweren, ten gevolge der nieuwe vinding, aan traktementen alleen 200.000 dollars bespaard te hebben. Ongelukkig is de prijs der machine tamelijk hoog: 125 dollars. Deze machine moet zeer onlangs door die van Daul overtroffen zijn, die slechts 50 dollars kost, en ook weêr eenvoudiger is. Deze is ook van toetsen voorzien en kan gemakkelijk overal meêgevoerd worden. De Illustratie vraagt of geen agent of handelaar in België, den moed heeft eens een exemplaar te ontbieden.

 

In Australië heeft het zoeken naar de Leichhardt-expeditie op nieuw weêr menschenlevens gekost. Drie reizigers, Lewis Thompson, Hume en O'Hea, vertrokken van Magendie, aan den Barwau of den bovenloop van de Darling (den voornaamsten zijtak van de Murray) gelegen, en reisden in westelijke richting over de Moonie Warrego en andere zijtakken van de Darling, om de Wilson, een zijtak van de tweede groote rivier van Nieuw-Holland, de Cooper of Victoria, te bereiken. Zij hadden 3 rijpaarden en 5 beladen paarden bij zich. De Wilson mochten zij niet bereiken. Na de Grahamscreek gepasseerd te zijn, reden zij drie dagen door een dorre, waterlooze vlakte en besloten toen naar Grahamscreek terug te keeren. Thompson, de sterkste, werd uitgezonden om water te zoeken. Zijn paard droeg hem vier mijlen, maar viel toen neêr. Den volgenden morgen heel vroeg, vóór het aanbreken van den dag, vertrok Thompson weêr en ontdekte een poel, waarin eenig water was, doch hij was te vermoeid om dien te bereiken. Van zijn paard gevallen, sleepte hij er zich heen.

 

Het was de vijfde dag der reis. Zoodra hij er toe in staat was, vulde hij zijn flesch met water, in de hoop zijn reisgezellen terug te vinden, maar zijn paard wilde de plaats, waar het water was, niet verlaten. Hij vertrok te voet, maar moest weldra tot zijn paard terugkeeren, dat nog altijd op dezelfde plaats stond. Des nachts rustte hij en vertrok toen den volgenden morgen met zijn paard. In plaats van door dorst werd hij nu door honger gekweld: gedurende vijf dagen had hij niets geëten dan eenige kruiden. Zijn makkers mocht hij niet terugvinden. Hij vond slechts de lastdieren. Hij richtte zich toen naar het policie-station Nocatoenga, dat hij gelukkig bereikte. Met drie blanken en een zwarte ging men op nieuw aan het zoeken. Eerst vond men het paard van O'Hea, dat de reiziger gedood had, waarschijnlijk om zijn bloed te drinken. Een halve mijl verder vond men Hume zelf op zijn zijde liggen. Hij was dood. O'Hea is ook gestorven, doch men vermeldt niet waar zijn lijk teruggevonden is. Die ijselijkheden herinneren ons de bijzonderheden over de reizen in de binnenlanden van Australië, welke wij in een voorgaanden jaargang, volgens graaf de Reauvoir, meêdeelden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken