Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1875-1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.80 MB)

Scans (1267.55 MB)

ebook (26.64 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1875-1876)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het naaldgeweer.

Den 9 december 1868 overleed te Sömmerda in Thuringen ridder Johann Nicolaas von Dreijse, de uitvinder van het naaldgeweer.

Sedert dit vuurwapen in den oorlog tusschen Pruisen eenerzijds, en Oostenrijk en den Duitschen Bond anderzijds, wereldberoemd is geworden, heeft zich de aandacht van het publiek ook op deszelfs uitvinder gevestigd.

Volg mij, lezer! naar Sömmerda, want dit nederig stedeke is ook de geboorteplaats van onzen held. Sömmerda ligt aan de rivier de Unstrut nabij het bekende Erfurt, en is in de wereld in 't geheel niet om zijn grootheid of welvaart beroemd.

Dreijse's vinding gaf het evenwel eene wapenfabriek, waarin ruim 500 menschen werk en brood vinden. De vader van Dreijse oefende in die onbeduidende gemeente het beroep van slotmaker uit, terwijl hij tevens eene kleine bierbrouwerij had, zoodat hij door zijn iever en ondernemingszucht, een der meest gegoede ingezetenen werd.

Weinig zal echter de goede man gedacht hebben, dat zijn kleine Johann, die hem den 22 november 1787 geboren werd, zoo hoog in aanzien klimmen zou, dat zijn burgerlijke naam Dreijse verruild moest worden tegen den adellijken von Dreijse.

De eerste opvoeding van den knaap deed zulks dan ook in 't geheel niet vermoeden. In de werkplaats zijns vaders werd hij in dezes ambacht opgeleid, en toen hij in 1806 genoegzaam daarin ervaren was, om in zijn eigen onderhoud te voorzien, moest hij, naar duitsch gebruik, in den vreemde gaan om zich verder te bekwamen.

 

Op deze reis kwam de jonge slotmakersgezel den 15 october 1806 op het slagveld van

[pagina 116]
[p. 116]

Jena. Daags te voren had Napoleon's leger daar het pruisisch leger bijna geheel vernietigd, en de ontelbare lijken lagen nog op het slagveld verspreid, toen Dreijse dit betrad.

Het trok de aandacht van den jongen man, dat de pruisische geweren zooveel lomper en onhandelbaarder waren dan de meer lichte en doelmatige vuurwapens van hetfransche leger. Men wil, dat dit voor hem de eerste aanleiding was om over de samenstelling en verbetering van dit wapen na te denken. Zijne latere levensomstandigheden zouden dit eerste denkbeeld tot rijpheid gebracht hebben.

Na een driejarig omzwerven in verschillende streken van Duitschland begaf hij zich in 1809 naar Parijs om werk te zoeken. Door de veelvuldige oorlogen, welke Napoleon voerde, was deze overheerscher er steeds op bedacht, de verschillende wapens te verbeteren.

Met dat oogmerk had hij te Parijs eene wapenfabriek opgericht, waar men zich niet alleen bezig hield met het maken van wapens, maar evenzeer met het uitdenken van nieuwe konstruktie's daarvoor.

In deze fabriek vond Dreijse werk. De directeur, kolonel Pauly, bediende zich van den jongen Duitscher, bij zijne proefnemingen met een kamerlaadgeweer.

Men ziet hieruit dat het denkbeeld om een geweer aan den kulas te laden, niet zoo geheel nieuw meer is. Pauly's proefnemingen hadden echter niet het gewenschte gevolg, en het denkbeeld werd voor goed opgegeven. Ook in Dreijse's hoofd? Wij gelooven het niet.



illustratie
MUZIEKANTEN, NAAR ADRIAAN VAN OSTADE.


In 1814 in zijn vaderland teruggekeerd, kreeg hij aandeel in de zaak zijns vaders. Maar het eentonige slotmaken en het nog eentoniger bierbrouwen konden zijn ondernemenden geest geen voedsel genoeg verschaffen.

Spoedig wist hij een rijk koopman over te halen, om te zamen eene fabriek van nagels, grendels, enz. op te richten. Dreijse wist deze zaak weldra op eene goede hoogte te brengen, daar hij, afwijkende van de oude wijze door gloeiing, werktuigen gebruikte om volgens de regels der werktuigkunde tot het doel te geraken.

Hij was de eerste die in Duitschland dergelijke machinerieën invoerde. Tevens hield hij zich bezig met het maken van allerlei werktuigen, waarin hij menige verbetering bracht.

In 1824 richtte hij zijne aandacht weêr op de vuurwapens. Sedert eenigen tijd waren voor het ontsteken der lading de lont en de onzekere vuursteenen vervangen door slaghoedjes.

Dreijse vond aanstonds een nieuw, verbeterd model uit en bedacht tevens een deugdelijker poeier voor het vullen dezer slaghoedjes.

Door deze uitvindingen werd hij eenigermate bekend: de regeering schonk hem octrooi, en dit stelde hem in staat eene tweede fabriek op te richten, waarin deze artikelen in 't groot vervaardigd werden.

Met nieuwen moed zette de uitvinder nu zijne onderzoekingen en proefnemingen voort, nu bepaaldelijk denkend aan het samenstellen van een achterlaad-geweer en de daarvoor vereischte kardoes. Spoedig was het gevonden: eerst gelukte hem het vervaardigen eener geschikte kardoes, en eenigen tijd later vond hij de naald uit.

In 1828 was alles voltooid.

 

[pagina 117]
[p. 117]

Toen Dreijse met zijne inderdaad kunstige vinding voor den dag kwam, ondervond hij grievende teleurstellingen. Het schijnt, dat het steeds het lot van uitvinders moet zijn door hunne minder groote tijdgenooten met onverschilligheid, dikwijls met verachting behandeld te worden.

Dreijse moest in dit opzicht aanvankelijk in het lot van groote mannen deelen.

De pruisische regeering wees hem beleefd af; andere gouvernementen behandelden hem nog onverschilliger; de groote hoop lachte hem uit: de mannen van het vak trokken twijfelend de schouders op.

Oostenrijk's gezant, wien Dreijse ook zijne uitvinding aanbood, antwoordde droogweg, dat zijne regeering Dreijse's uitvinding niet gebruiken kon, en dat er te Weenen ook nog wel goede geweerfabriekanten gevonden werden.



illustratie
HUISELLJK LEVEN, NAAR EENE SCHILDERIJ VAN B.J. BLOEMERS.


Men verhaalt, dat Fulton, de uitvinder der stoomboot, zijne uitvinding bij den eersten Napoleon had aangeboden, maar dat deze hardnekkig bleef weigeren hem te ondersteunen.

En toch wat groote voordeelen zou de keizer voor zijne plannen hebben kunnen plukken van dit nederig aanbod. Dan had het fiere Engeland wellicht den nek moeten krommen onder zijnen staf.

En zou Oostenrijk het nu ook niet betreuren dat het eenmaal Dreijse's verzoek afwees? De mensch wikt, God beschikt.

Vijftien jaren lang had Dreijse met allerlei tegenspoed gekampt, toen eindelijk Pruisen, vooral op aanraden van den tegenwoordigen koning, in 1842 hem 60.000 naaldgeweren bestelde en in staat stelde om eene fabriek daarvoor op te richten. Bij de opstanden van 1848 en '49 bleek de voortreffelijkheid van het nieuwe

[pagina 118]
[p. 118]

wapen, dat van nu af aan in het geheele leger van Pruisen werd ingevoerd, en welks konstruktie zooveel mogelijk geheim werd gehouden.

 

Dreijse werd nu met eerbewijzen van allerlei aard overladen.

Reeds in 1846 had de pruisische regeering hem benoemd tot kommissieraad; in 1854 werd hij verheven tot geheim kommissieraad, terwijl hem ridderorden, zoowel van den kant van Pruisen als van vreemde gouvemementen, in groote menigte toestroomden.

In 1864 werd hij eindelijk in den adelstand opgenomen, en werd hij dus von Dreijse.

Een lang leven was dezen uitvinder beschoren, en nog in hoogen ouderdom hield hij zich onverpoosd bezig met het uitdenken van verbeteringen voor oorlogswapens.

Sedert is er aan de geweren reeds meer dan eene verandering, anderen zeggen verbetering, toegebracht; het stelsel-Dreijse is reeds het beste niet meer, doch zeker is het dat hij den grondslag legde der nu aangenomen veranderingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken