Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1875-1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.80 MB)

Scans (1267.55 MB)

ebook (26.64 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1875-1876)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 137]
[p. 137]

[Nummer 18]



illustratie
OP HET IJS. (NAAR EENE SCHILDERIJ VAN DILLENS.)


Op het ijs.
(Naar eene schilderij van Dillens.)

Als de gezwollen grachten en rivieren, buiten haar oevers tredende, de vette weiden van Holland overstroomen en dat land het uitzicht geven, als was het andermaal in de golven te uggevallen, waaraan het met zooveel moeite ‘ontwoekerd’ is - dan komt de winter over die wijde vlakten een gladden vloer leggen.

De boer, die in den zomer de schuit neemt en langs het water den weg naar de stad aanzienlijk bekort, trekt alsdan zijne sleê voor den dag, bindt de schaatsen aan, snijdt, in breede halve cirkels, als een wind over de vlakte en bereikt over het ijs de naburige stad en het nabijgelegen dorp.

Als wij zeggen ‘de boer,’ is ons gezegde niet juist: de boerin, de jonge dochter, de knaap van eenige jaren oud, allen rijden op schaatsen.

[pagina 138]
[p. 138]

Men laadt de wintergroenten, het gevogelte, door den boer, in hinderlaag liggende, geschoten, in de sleê en pijlsnel door de jonge dochter op schaatsen gedreven, vliegt de vracht over het ijs heen.

Ofschoon de Hollander met zijn gezin schier gansch de week op het ijs geleefd heeft, keert hij zondags daar terug. Geen meisje, geen jongen of zij rijden, dikwijls arm in arm en in bevallige, gelijkmatige bewegingen, welke Tollens zoo heerlijk nagebootst heeft in zijne Liefde op het ijs, zoo voortreffelijk op muziek gebracht door den antwerpschen toonzetter Jan Houben.

Men kan zich geen denkbeeld vormen van een hollandsch wintergezicht; men moet het inderdaad gezien hebben. Die honderden schaatsenrijders en rijderessen; die groote en kleine sleeën, sommige met een paard bespannen, wier klingelende bellen iets vroolijks aan den tocht bijzetten; die hardrijderijen tusschen forsche knapen en blozende meisjes - vrouwen uit alle standen, boerinnen en dames in het kostbaarste pelswerk gehuld; verder die tenten, die kramen op welke de hollandsche driekleur wappert, die vroolijke en gezonde gezichten, dat lachen, schateren en giechelen - ja, dat alles is voor een vreemdeling die het aanschouwen mag, een nooit te vergeten tafereel. Zoo was onder ander de Maas voor Rotterdam, in den winter van 1855.

De kunstenaar heeft het woelige van dit tafereel niet gekozen; wij zijn integendeel op een afgelegen uithoek; het drietal meisjes gaat ter markt en men pakt den last in de sleeën. 't Is een aangenaam tafereeltje en waarin het kontrast der groenten en kleurig gepluimde vogels, met de sombere lucht en het grijze ijs, vinnig in het oog valt.

Is het Beets niet, die eens geschreven heeft, ‘dat het winter moest zijn zonder ijs?’ Daarin heeft de schrijver van de Camera obscura ongelijk gehad, en hij verloochende gewis zijne jaren van ‘echten hollandschen jongen,’ die geen winter verstaat zonder ijs. Zoo denkt er gewis de schilder Dillens ook over.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken