Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1875-1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.80 MB)

Scans (1267.55 MB)

ebook (26.64 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1875-1876)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 161]
[p. 161]

[Nummer 21]

Garcia Moreno.

Er is wel geen naam, die door onze eeuw zoo doodgezwegen is, als die van den grooten president van Ecuador. De oorzaak daarvan is niet ver te zoeken, want Garcia Moreno en onze eeuw, waren voor elkander wat het water voor het vuur, wat het licht voor de duisternis is.



illustratie
GARCIA MORENO.


Onze eeuw, zoo gereed om victorie te kraaien, waar zij op hare instellingen wijst, was het hatelijk, dat daar in dat kleine Ecuador een man troonde, die, met verachting van hare beginselen, dat kleine land tot eenen bloei bracht, welke voor de landen die haren weg volgden, eene onmogelijkheid was.

Zij meende en verkondigde het luid, dat zonder hare beginselen geen regeeren mogelijk was, en Garcia Moreno werd geloochend.

Daarmeê niet tevreden, moest hij, het kostte wat het wilde, uit den weg worden geruimd, en den moed en de overtuiging missend om hem openlijk aan te vallen, nam men de toevlucht tot den dolk en plantte dien verraderlijk in het hart, dat door zijne grootheid zoozeer boven allen uitstak.

Garcia Moreno viel door den dolk van een sluipmoordenaar, maar juist die daad, waardoor men meende zich van hem ontdaan te hebben, maakte zijn naam wereldbekend en die wereldbekendheid drukte een brandmerk op de partij die den lagen moordenaar den dolk in de hand had gegeven.

De Illustratie, die zich steeds beieverd heeft, hare lezers met de groote figuren van onzen tijd bekend te maken, zou meenen aan hare taak te kort te schieten, als zij het portret van don Garcia Moreno achterwege liet, en de beknopte levensbeschrijving die wij hieronder laten volgen, moge dan ook aangemerkt worden als eene hulde aan de nagedachtenis van den man, de eenige, die zijne stem durfde verheffen tegen de berooving van de wereldlijke macht van den H. Stoel.

Gabriël Garcia Moreno werd te Guayaquil, een der voomaamste zeehavens van Ecuador, geboren en was de zoon van don Gabriël Garcia, een Spanjaard, en van dona Rosario Moreno, tante van den kardinaal van dien naam.

Zijne eerste studiën deed hij aan het collegie te Quito, en toen hij eene reis naar Europa aanvaardde, om zijne opvoeding te voltooien, liet hij in zijn vaderland eenen naam achter, dien men slechts met eerbied uitsprak, en dit wel om reden zijner geestesgaven en zijn edel en oprecht karakter.

Bij zijne terugkomst in het vaderland vond hij daar een staat van zaken, die met alle denkbeelden van billijkheid en rechtvaardigheid spotte.

Orde, veiligheid, vrijheid waren niet meer dan klanken, en al kon Moreno dan ook niet direct dien toestand veranderen, toch greep hij naar de pen, om het gedrag van den president Urbino en dezes regeering te brandmerken, door de oprichting van een dagblad.

Zijne verbanning volgde echter spoedig, want zulk een stem moest verdrukt worden.

Hij droeg echter in ballingschap de overtuiging meê, zijne beste krachten voor zijn vaderland aangewend en zijne landgenooten den weg aangewezen te hebben, waarlangs men tot de orde en met de orde tot de welvaart kon weêrkeeren.

En deze verdiensle werd spoedig erkend, want de provincie Guayaquil benoemde hem tot haar vertegenwoordiger in den Senaat.

Hij nam echter geen zitting, want nauwelijks had hij een voet aan wal gezet, of in weerwil

[pagina 162]
[p. 162]

van zijne onschendbaarheid als volksvertegenwoordiger, werd hij opnieuw gevangen genomen en gebannen.

Ten tweede male trok hij nu uit zijn vaderland, het aan den tijd overlatende de diepe wonde te genezen, die Ecuador door tirannieke heerschers was toegebracht, en die tijd brak spoedig aan.

Urbino werd door een pronunciamiento verdreven, en Garcia Moreno had nauwelijks kennis daarvan, of hij snelde naar Quito, waar hij den eersten dag van zijne komst door den gemeenteraad der stad tot alcade benoemd werd.

Quito ging nog verder en benoemde hem tot senator, doch die dubbele waardigheid kon hem niet voor een derde verbanning bewaren. Het pronunciamiento had de orde niet kunnen herstellen, en door de nieuwe regeering was men van kwaad tot erger vervallen.

 

Eindelijk, op den 1 mei 1859, werd er een pronunciamiento geproclameerd, dat zonder wapengeweld, maar alleen uit kracht van overtuiging zich gevormd had.

Het gevestigd gouvernement viel onder het publiek misprijzen en werd vervangen door een voorloopig gouvernement, dat in last had de republiek te redden; dit was samengesteld uit drie consuls met drie helpers. Garcia Moreno, ofschoon in ballingschap, was een der eerstgenoemden.

Hij verbleef destijds op de kusten van Peru, nabij de grenzen van Ecuador.

Zoodra hij de gebeurtenissen van Quito vernam, ging hij op weg, doorreisde onder duizende hinderpalen de woeste en onbewoonde bergen, en kwam midden door zijne vijanden heen te Quito aan.

Een groot boekdeel zou er noodig zijn om al datgene te beschrijven wat hij voor het herstel der orde en het geluk van zijn vaderland deed.

Het voorloopig gouvernement gaf hem volle macht en stelde hem in de waardigheid van opperbevelhebber aan het hoofd van het leger, met generaal Flores het kommandement der troepen deelende.

Het voorloopig gouvernement zegevierde, dank zij de roemrijke inneming van Guayaquil, op den 24 september 1860.

Ten gevolge daarvan werd in 1861 eene conventie bijeengeroepen. Die conventie benoemde Garcia Moreno tot president der republiek, gaf hem de macht een concordaat met den H. Stoel te sluiten om zekere zaken te regelen, en stelde het traktement van den president vast.

In het concordaat herstelde Garcia Moreno de Kerk in al hare rechten.

Met forsche hand begon hij het land op te heffen uit den poel, waarin het verzonken lag, en de beginselen, die daarbij voorzaten, waren de eeuwige en eenige beginselen, zonder welke een staat niet duurzaam kan bestaan.

Godsdienstzin was de grondslag waarop de instellingen van Ecuador gebouwd waren, en de uitslag heeft meer dan voldoende bewezen dat nog, evenals voor eeuwen, deze grondslag de eenige en ware is.

Het einde van zijn eerste presidentschap werd door een bijzonder feit gekenmerkt.

Zekere revolutionnairen van beroep maakten zich van het eenige oorlogsschip meester dat Ecuador bezat, na den kapitein vermoord te hebben.

Zij handelden in overeenstemming met generaal Urbino en eenige andere uitgewekenen, die zich op de kusten van Peru bevonden. Het schip moest die woelgeesten weêr in het vaderland brengen, waar zij geloofden dat zij geen tegenstand zouden ontmoeten; doch nauwelijks was het bericht hunner plannen te Quito aangekomen, of Garcia Moreno vloog naar Guayaquil, rekwireerde niet zonder moeite een stoomschip van de landmail, wapende het en trok de opstandelingen te gemoet.

Hij zelf leidde de manoeuvres, en de muiters op de kust van Jambelli ontmoetende, viel hij hen zoo aan, dat hij het door de oproerlingen gestolen schip hernam, die er zich op bevonden gevangen nam en met gemak de andere kleine vaartuigen buit maakte.

 

Urbino, die aan wal was, waar hij een kustdorp bewoonde, was ontsteld en week weêr naar zijn oude schuilplaats.

Toen Garcia Moreno Guayaquil verliet om zijne vijanden op te sporen, wekte hij den lachlust op van eenige vreemde zeelieden, doch zij kwamen hem na de overwinning met zijn moed gelukwenschen.

De heer Lasso heeft onlangs dit schoon wapenfeit meêgedeeld; hij vertelde, hoe de held bij zijne terugkomst te Quito de macht aan den nieuwen president overgaf en zich in het particulier leven terugtrok.

Omstreeks dien tijd trouwde hij, in zijn tweede huwelijk, eene nicht zijner eerste vrouw, Senora Mariana del Alcazar y Ascazubi en vestigde zich metterwoon te Guayaquil.

In 1869 onderging Ecuador eene nieuwe politieke verandering, gelukkig langs een geheel vreedzamen weg, ten gevolge waarvan eene conventie bijeen kwam, die eene grondwet gaf, heden nog in voege, en welke Garcia Moreno tot president benoemde

Daar hij voor die eer bedankte, begaf zich de geheele vergadering naar hem, hem voorhoudende, dat van zijne aanneming het handhaven der orde afhing.

Het spreekt wel van zelf, dat Moreno toen niet meer weigerde en met dezelfde opoffering aan het werk toog, waarmeê hij zich altijd aan de belangen van zijn vaderland gewijd had.

Wij spraken tot heden met opzet met geen enkel woord van 't geen hij als president der republiek Ecuador deed, want die werken in bijzonderheden te bespreken, zou eene plaats vragen die ons tijdschrift niet aanbiedt, terwijl enkele aan te halen, niets meer of niets minder zou zijn dan zijn roem verkleinen.

Wij bepalen er ons toe de lijst meê te deelen, zooals hij destijds door de dagbladen werd openbaar gemaakt, welke lijst eene opsomming van de werken bevat, die hij tot stand bracht.

Het is de schoonste trofee, die hem kan opgericht worden; die lijst luidt als volgt:

 

1. Herziening der grondwet; 2. conversie van de opbrengsten der douanen in nationale en niet in provinciale inkomsten; 3. nationale vertegenwoordiging, gegrondvest op de geheele bevolking des lands en niet op het privilegie der steden; 4. oprichting van een rekenkamer; 5. organisatie der gerechtshoven; 6. stichting eener polytechnische school, voor een gedeelte toevertrouwd aan paters Jesuïeten. Voor het oogenblik is de school te groot; het land levert nog niet genoeg leerlingen op; 7. stichting van een sterrekundig observatorium, bestuurd en gebouwd door paters Jesuïeten. Deze inrichting is een der schoonste en best voorziene laboratoria, welke in de gansche wereld bestaan. Wegens de ligging van Quito, wilde Garcia, zeer thuis in mathematische wetenschappen, het tot een pronkjuweel maken. De meeste instrumenten zijn geschenken van zijne hand; 8. wegen voor het openbaar verkeer. Garcia heeft vijf groote wegen aangelegd en schier voltooid. De voornaamste, die van Guayaquil naar Quito, strekt zich uit over 24 mijlen. Hij is bestraat en telt 25 bruggen. Het is een degelijk en bewonderenswaardig werk, welks moeielijkheden onoverkomelijk schenen; 9. oprichting van 4 nieuwe diocesen; 10. concordaat met den H. Vader; 11. hervorming der seculiere geestelijkheid, herstel van het gemeenschappelijk leven en van den kloosterstaat; 15. collegiën in alle steden, scholen in de mindere dorpen; overal Broeders der Christelijke Leering; 16. meisjesscholen, Zusters van Liefde, Zusters van den Goeden Herder en van de Voorzienigheid, en Zusterkens der Armen; 17. hospitalen. Gedurende zijn eerste presidentschap ontsloeg Garcia den directeur van het hospitaal te Quito, die geweigerd had een arme op te nemen en overigens in het algemeen zeer nalatig was. Hij zelf deed zich nu als directeur aanstellen, bezocht het hospitaal alle dagen, hervormde den dienst en bracht het op een goeden voet. Verscheidene malen onderscheidde hij zich daar door daden van heldhaftige naastenliefde; 18. handhaving en vermeerdering der Congregatiën. Hij was werkend lid van de Congregatie der armen; 19. stichting van 4 groote museums; 20. het katholiek protectoraat, de ruime en prachtige ambachtsschool, ingericht naar die van San Michele te Rome, en bestuurd door Broeders der Christelijke Leering; 21. postverdragen met verscheidene Staten; 22. verfraaiing en zuivering der steden. Onder dit opzicht is Guayaquil, en vooral Quito, geheel en al veranderd.

 

Als er een revolutie uitbrak, en dit gebeurde dikwijls, legde het nieuwe gouvernement op willekeurige wijze aan de geslagen partij, de zwaarste schattingen op; Garcia Moreno heeft dit gebruik afgeschaft.

Terwijl hij de macht in handen had, heeft hij van niemand eenige schatting geheven, en de belastingen, door den Staat uitgeschreven, zijn niet vermeerderd.

Deze waren de voornaamste daden van den weldoener der republiek Ecuador, van den edelen man, die door de hand van moordenaars vallen moest, want hij wist, hij had er een voorgevoel van, dat het loon voor zijne reuzendiensten de moord zou zijn.

Doch Garcia Moreno zou Garcia Moreno niet zijn, als hij daarvoor ook maar een oogenblik zou achteruit gegaan zijn.

Toen hij zijn tweede presidentschap aanvaardde, was de dolk reeds geslepen die hem treffen zou. Toen de moordenaars op hem aanvielen, kwam hij juist uit de kerk, waar hij ter Communie geweest was.

De moordenaars stonden hem in den gang van zijn paleis op te wachten.

Den eersten stoot ontving hij met een machete in den hals, waarop hij ter aarde stortte; doch onmiddellijk weêr opstaande, trad hij met bebloed gelaat vastberaden - gelijk hij altijd was - op zijn aanvaller toe, trachtende hem te grijpen, en eene beweging makende, als zocht hij in een der zakken van zijn gewaad een wapen.

Nu schoten echter de andere ellendelingen toe en losten op hem à bout portant hunne revolvers; hun slachtoffer wankelde eenige stappen vooruit en viel toen neder, om nimmer weêr op te staan.

Alvorens de vlucht te nemen, brachten de moordenaars den stervende verscheidene kappen met de machete toe, ten einde hem af te maken of te verminken.

Nadat men hem had opgenomen, ademde Moreno nog. Men bracht hem in de kathedraal, waar hij een oogenblik het bewustzijn terugkreeg, dat hij zich ten nutte maakte tot het stamelen van een gebed, en om hun die hem omringden, de eeuwig gedenkwaardige woorden toe te voegen: Dios no se muere! (God sterft niet!)

Weinige oogenblikken later gaf hij den geest.

 

Zoo leefde en stierf Garcia Moreno, en het opschrift dat op den wit marmeren steen staat die zijn graf dekt: Regenerador de su patria y valiente defendor de la fe catolica (hervormer van zijn vaderland en heldhaftig verdediger van het katholiek geloof), is de schoonste lofspraak die men hem geven kan. Reeds heeft zich eene commissie gevormd, om hem een prachtig gedenkteeken op te richten, daar hij zoo, vereeuwigd, voor allen die na hem zullen komen, het beste voorbeeld aanbiedt.

Ook te Rome, in het Vatikaan, wordt een gedenkteeken aan Garcia Moreno opgericht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken