Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1875-1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.80 MB)

Scans (1267.55 MB)

ebook (26.64 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1875-1876)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een reisavontuur.

Er behoort veel moed toe om ter wille van de schoonheden der natuur of de bevordering der wetenschap zijne geboorteplaats, zijne bloedverwanten en vrienden te verlaten en zich te begeven naar plaatsen, waar wel is waar onbeschrijfelijk genoegen is te wachten, maar waar ook bij iederen stap het gevaar zich onder duizend vormen vertoont.

Meestentijds vereenigen zich eenige mannen tot het doen van de moeielijke reis; enkele keeren slechts waagt de een of andere stoute zich alleen in het hart van onbekende streken. Doch wanneer ook in gezelschap door de reizigers den weg wordt afgelegd, zijn zij niet altijd in elkanders onmiddellijke nabijheid.

Eene nietige omstandigheid is dikwijls in staat eenige leden van het gezelschap af te scheiden, of dit laatste zelfs geheel te verstrooien.

Een toeval brengt dan na korteren of langeren tijd de leden weêr bijeen, en de stond des weêrziens vervult aller hart met onverwachte vreugde.

Zoo werd ook de beroemde fransche reiziger Trémeaux bij het vervolgen van een wild dier in een der bosschen van Soedan van zijne makkers gescheiden.

Geruimen tijd achtereen zat hij het dier achterna, schoot herhaalde malen, doch het schot drong in het kreupelhout of in de struiken, zonder het dier te treffen.

Eindelijk had het zijnen vervolger weten te ontkomen, en geen spoor wees den weg aan dien het genomen had.

Daar stond nu Trémeaux tegen het vallen van den avond in een wel is waar schilderachtige, maar woeste en eenzame streek, wellicht op grooten afstand van zijne vrienden.

Al spoedig maakte zich groote vrees van den zoo dapperen man meester; hoe zou hij den weg terugvinden, dien hij genomen had?

Op goed geluk af trad hij in een dicht bosch, dat hij zoo even had verlaten, en maakte zich een pad door het geboomte.

Prachtige vogels, die de takken bewoonden, deden hem spoedig alle vrees vergeten, en hij

[pagina 332]
[p. 332]

dacht er meer aan, er eenige van meester te worden dan zijne vrienden te bereiken.

Na korten tijd hingen dan ook verscheidene vogels aan eenen band gebonden, hem op de borst en den rug, en zoo vervolgde hij den weg. Vroeger dan hij gedacht had, bereikte hij den zoom van het bosch en stond nu voor een stede hoogte, die zich aan beide zijden ver uitstrekte. In dien heuvel, want een berg kon het niet genoemd worden, zag hij een hol, dat diep naar binnen scheen te dringen en naar de zachte aarde, waaruit de heuvel bestond, te oordeelen, door dieren uitgegraven moest zijn.

Door nieuwsgierigheid gedreven, kroop hij het in; het was ongeveer een el hoog, dus moest hij den vorm aannemen van de gewone bezoekers van het oord.



illustratie
AFVAART UIT OOSTENDE.


Op handen en voeten kruipende, het geweer op den rug tusschen de vogels vastgemaakt, ging hij eenigen tijd voort en zag tot zijne verwondering dat het hol geen einde scheen te hebben. Hij vond een aantal afgeknaagde beenders en schedels, en deze brachten hem op de gedachte, dat hij hier wel eene zeer onaangename ontmoeting met een wild dier hebben kon. Wat zou hij in zoodanig geval aanvangen? Van zijn geweer zou hij geen gebruik kunnen maken; zelfs had hij bij de kleine ruimte van het hol zijne natuurlijke krachten niet ter zijner beschikking. Ook voelde hij reeds eene niet geringe vermoeienis ten gevolge van zijn zonderlinge houding.

Hij besloot dus terug te keeren, maar daar hij nog een scherpen blik voor zich uitwierp, meende hij in de verte, hoewel flauw, het daglicht te onderscheiden.

Nu was zijn plan on middellijk veranderd; hij verwijderde de vogels van zijne borst, wierp die op den grond voor de bewoners of bezoekers van het hol, en vervolgde zijn weg.

Doch zijne vermoeienis nam met iederen stap toe, en hij begon eindelijk hoorbaar te hijgen; aan terugkeeren viel niet meer te denken, want hij had reeds den grootsten weg afgelegd.

Hij ontdeed zich dus van de overige hem zoo dierbare vogels en spande zijne laatste krachten in om het hol te verlaten. Uitgeput en mach teloos bereikte hij den uitgang en kwam nu op

[pagina 333]
[p. 333]

eene kleine opene plaats, waarachter zich een dicht bosch uitstrekte. Hij zette zich op het zachte gras neêr en vertoefde geruimen tijd op de plaats om van zijne vermoeienis te bekomen.

Toen hij zich een weinig hersteld had, overwoog hij wat hem nu te doen stond; hoewel de duisternis niet volkomen worden zou, daar weldra de volle maan aan den hemel moest verschijnen, was het geen zaak om het tegenover hem liggende bosch in te dringen of langs een anderen weg zijn tocht te vervolgen.

Er bleef hem dus niets over dan op de plaats te blijven en, om veilig tegen het verscheurende gedierte te zijn, den nacht in een boom door te brengen.

Met een stuk brood, dat hij gelukkig in den zak van zijne vest vond, deed hij zijn avondmaal.



illustratie
SALON VAN PARIJS, 1876: BOUDEWIJN MET DE BIJL, NAAR J. DEVRIENDT.


Tot laat in den avond kruiste hij den omtrek door en ging vervolgens zijn nachtelijk leger opzoeken; dit vond hij naar wensch in de takken van een tamarindeboom, die met zijn dicht gebladerte hem tegen de nachtelijke koelte beschermen kon.

Om zeker te zijn voor alle gevaar, bond hij zich met een koord tusschen de takken vast en sliep nu gerust in, als lag hij op een zacht bed.

Hij kon nog niet lang geslapen hebben, toen hij op eens verschrikt ontwaakte.

Het regende blaêren en takken, en hij hoorde een gedruisch boven zich, als was de geheele kroon des booms bewoond.

Hij richtte zich op en ontdekte onmiddellijk de oorzaak van dat zonderlinge rumoer.

Eene menigte apen sprong en klonterde van den eenen tak op den anderen; zij kwamen op onzen reiziger af, doch sprongen verschrikt terug bij de minste beweging, die hij maakte.

Trémeaux schoot in een vroolijken lach en vermaakte zich niet weinig met de potsierlijke sprongen der apen; maar met zijne nachtrust was het, ten minste op dien boom, gedaan.

[pagina 334]
[p. 334]

Een aap, die hem zeer dicht genaderd was, meende hij te kunnen grijpen, maar voor hij de hand uitstak, zat de aap reeds in den top van den boom, en zijn geschreeuw werd herhaald door zijne makkers, zoodat er een oorverdoovend concert plaats had; schaterlachend, rukte Trémeaux het koord los en klom uit den boom.

Een nieuw tooneel trof nu zijne oogen; verscheidene antilopen liepen wijd en zijd verschrikt dooreen en schenen met de uiterste haast een dreigend gevaar te willen ontvluchten.

Hij zelf kon de oorzaak van hunnen angst niet zijn, want zij vlogen hem op nauwelijks een el afstands voorbij, zonder zich in het minst om hem te bekommeren. Hij stelde dus een onderzoek in en verliet den voet van den boom, maar nauwelijks had hij eenige schreden gedaan, of hij werd zelf door grooten angst bevangen. Een panter stak den zwaren kop uit de struiken en scheen het offer te kiezen, dat hij verscheuren wilde.

Trémeaux had hem gaarne een kogel door den kop willen jagen, maar zijn laatste kruit had hij op de papegaaienjacht verschoten.

Het liep echter gelukkig af; zijne plotselinge verschijning scheen op den panter een verschrikkelijken indruk te maken, want onmiddellijk keerde hij zich om en verdween bliksemsnel in het geboomte.

Toen nu Trémeaux weêr naar den boom trad, zag hij dat de apen een brug gemaakt hadden van de koord, die hij vergeten had mede te nemen. Of het toeval of berekening was geweest, waardoor zij gedreven waren de koord aan den nevenstaanden boom vast te hechten, kon hij niet uitmaken; de zaak kwam hem niet te min onbegrijpelijk voor.

Hij vond er gedurende langen tijd vermaak in de bewegingen der apen, waarbij het heldere maanlicht hem zeer te pas kwam, te volgen en klom eindelijk naar boven om zijn eigendom aan de grijnzende dieren te ontnemen.

Bij het aanbreken van den dag richtte hij zijne voetstappen naar de beek, die zich op eenigen afstand door het geboomte kronkelde en volgde nu, in de hoop ergens zijne vrienden te ontdekken, de boorden van het zacht vlietende water.

In die hoop werd hij niet bedrogen; hij kon nauwelijks een uur geloopen hebben, toen hij geweerschoten hoorde; hij was niet in staat die te beantwoorden maar richtte zich naar de plaats, van waar het geluid scheen voort te komen.

Herhaalde schoten wezen hem nog duidelijker den weg, tot hij eindelijk een zijner vrienden tusschen het geboomte ontwaarde. Men kan begrijpen, met welke vreugde hij ontvangen werd door zijne makkers, die hem den ganschen nacht gezocht hadden.

Inmiddels diende het gebeurde hem tot leering, en later vervolgde hij nimmer meer een dier zonder op zijne vrienden of op den weg, dien hij volgde, het oog te houden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken