Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1876-1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.18 MB)

Scans (1302.41 MB)

ebook (33.42 MB)

XML (3.03 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1876-1877)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Oscar François Lallemand,
Oud-kapitein der pauselijke zouaven.

Het is nu bijna tien jaren geleden, dat de fiere pauselijke zouaven de wereld door hun onvergelijkelijken heldenmoed verbaasden en in menige ontmoeting de verraderlijke Garibaldisten, die met een verpletterende meerderheid kwamen opdagen, versloegen. Klein was het hoopke der verdedigers van 's Pausen grondgebied, maar dapperheid en onversaagdheid vergoedden wat er aan getalsterkte ontbrak. Geen lafaard werd gevonden onder die kloeke zouaven, zonen van een verschillend vaderland, het is waar, gescheiden door karakter, taal, nationaliteit, maar verbonden door één belang - het belang van godsdienst en recht, vereenigd tot één doel - de verdediging van den pauselijken troon en het beminde opperhoofd der Kerk. Uit alle landen der aarde waren zij saamgestroomd, die mannen; elke nationaliteit was er vertegenwoordigd, maar allen hadden zich onder ééne banier geschaard - de banier des kruises, allen waren zonen van één vader - den Paus, die zoovele geestelijke kinderen telt als er katholieken op de wereld gevonden worden. Onbeduidend voorzeker was het aantal dier strijders, maar ieder hunner was een held, en zoo is het verklaarbaar, dat zij niet alleen het hoofd geboden hebben aan de ontzaglijke overmacht der revolutionairen, maar hen zelfs met schande van 'sPausengrondgebied verdreven.

Een dier edele helden, een dier vurige verdedigers van 's Pausen rechten is dezer dagen overleden, wij bedoelen den heer Oscar Francois Lallemand, oudkapitein der pauselijke zouaven en later chef van den staf van generaal Charette in den Fransch-Duitschen oorlog.

Van welwillende zijde zijn wij in staat gesteld onzen lezers het portret en eenige bijzonderheden uit het veelbewogen leven van den overledene mede te deelen.

De revolutionaire storm was over Italië losgebersten, deed troonen instorten en sloeg den scepter uit de hand van de italiaansche vorsten. Ook 's Pausen gebied werd bedreigd; door verraad en met verkrachting van het volkenrecht was de Romagna reeds van den Kerkelijken Staat afgescheurd. Toen riep Pius IX den dapperen franschen generaal Lamoricière op, om met zijn goed zwaard het erfdeel van Petrus tegen de revolutionaire aanslagen te verdedigen. En de vrome generaal spoorde op zijn beurt de katholieken van Frankrijk en andere landen aan, om hem in die eervolle, maar zwaarwichtige taak te ondersteunen. Een der eersten, die aan dien oproep gehoor gaf was Lallemand, die het kleed van den seminarist tegen den uniform der pauselijke zouaven verwisselde. Bij de expeditie van Porte Caro en in den slag van Castelfidardo (18 september 1860) legde Lalle-

[pagina 135]
[p. 135]

mand de eerste proeven van dien heldenmoed af, waarvan hij later nog zulke talrijke blijken zou geven.

Nu volgde er een tijdvak van ruim zes jaren van een betrekkelijke rust, waarvan vele zouaven gebruik maakten om met verlof naar hun vaderland terug te keeren. Lallemand wilde echter op zijn post blijven; hij wist dat de revolutie geen oogenblik stil zat, dat het verraad bleef loeren en daarom week hij, als een trouwe wachter, geen oogenblik van zijn eerepost bij den troon van den Paus-koning.

Het was in 1867. Opnieuw begon de revolutie zich met kracht te verheffen; talrijke benden Garibaldisten overstroomden het reeds zoozeer ingekrompen erfdeel van Petrus. ‘Rome of de dood!’ klonk het uit den mond eener opgeruide menigte, maar de kloeke zouaven waren daar, om de kunstmatige geestdrift der revolutionaire benden in te toomen. Tegenover de opgezweepte opgewondenheid stelden de zouaven hun onwankelbaren moed, hunne onwankelbare standvastigheid. ‘Rome of de dood!’ schreeuwden de revolutionaire aanvoerders, toen zij wederrechtelijk en als roovers het pauselijk grondgebied binnendrongen, maar noch het een noch het ander zouden zij er vinden - slechts schande en smaad zouden hun deel zijn, en een overhaaste en onteerende vlucht zou van hunne lafheid blijk geven.

Lallemand, thans tot luitenant, later tot kapitein benoemd, was in elk gevecht de eerste. Met 55 man verdreef hij den vijand, die ongeveer 1000 koppen sterk was, uit het stedeke Orte, terwijl hij later (24 october 1867) Viterbo, ‘twelk door de Garibaldisten belegerd en bestormd werd, door een heldhaftige verdediging redde.

In den slag bij Mentana oogstte hij nieuwe lauweren. 't Was avond geworden; met een handvol dapperen doet hij in den rug van den vijand een stouten aanval en weet zich, dwars door hunne gelederen heen, met het gros van het pauselijk leger te vereenigen.

De ridderorde van den Paus en de koninklijke militaire orde van Frans I van Napels beloonden hem voor zijn dapperheid en manmoedig gedrag.

Na den slag van Mentana verlieten de Garibaldisten, ontmoedigd en verwonnen, het pauselijk grondgebied. Pius IX en zijn dappere verdedigers zouden drie jaar verademing hebben: het vaticaansch concilie was mogelijk gemaakt.

Onze lezers kennen de gebeurtenissen van het veel bewogen jaar 1870: Napoleon's oorlogsverklaring aan Pruisen en de vreeselijke neerlagen door de zoo onzacht uit hun droom van militairen roem en grootheid wakker geschudde Franschen in dien grooten worstelstrijd geleden. Zij weten tevens, dat Napoleon zijne troepen uit Rome terugtrok en het piëmonteesche gouvernement, tegen alle gezworen verdragen in, zijn soldaten tegen Rome deed oprukken. Even trouweloos als onbeschaamd deden de italiaansche generaals hunne batterijen op de wallen der Eeuwige Stad spelen en drongen zij (2 december 1870) door de bres der Porta Pia Rome binnen.

Reeds bevonden de Piëmonteezen zich binnen de muren der vesting, en nog altijd hield kapitein Lallemand met zijne kompagnie stand. Een italiaansch regiment nadert zijne kleine bende. Verontwaardigd roept de moedige zouavenkapitein zijne manschappen toe: ‘Zoodra ik een teeken met mijn degen geef, geef dan vuur!’ en op hetzelfde oogenblik treedt hij alleen en met opgeheven blik den vijand te gemoet; hij is bereid zich met de Romeinen te laten dood schieten, wanneer het wezen moet. Voor het front van het vijandelijk regiment gekomen, geeft hij te kennen dat hij met geweld den doortocht zal betwisten, en 't zij uit vrees, 't zij uit achting voor de onverschrokken houding van kapitein Lallemand, geeft de kolonel zijnen troepen inderdaad bevel op hunne schreden terug te keeren. Zoo bezorgde zelfs de inneming van Rome nog eene overwinning aan den kloeken hoofdman der zouaven.

In het begin van 1871 treffen wij Lallemand weêr in Frankrijk aan: hij kon den Paus niet meer verdedigen, maar Frankrijk, zijn vaderland, voerde nog altijd een wanhopigen strijd tegen het overmachtige Duitschland. Op het voetspoor van luitenautkolonel De Charette had hij zich naar Frankrijk gespoed, om zijn arm aan de verdediging des vaderlands te wijden. Ook daar toonde Lallemand zich wat hij in Italië steeds geweest was: onstuimig en roekeloos waar het zijn eigen leven gold, maar spaarzaam met het leven zijner soldaten; de eerste bij den aanval, de laatste bij den terugtocht. Als b[a]taljons-kommandant van het nieuwgevormde zouavenkorps heeft hij in dien overigens zoo rampspoedigen oorlog menig schitterend wapenfeit volbracht. Wij willen een enkel voorbeeld vap zijn moed en zijne koelbloedigheid aanhalen. Na aan de bestorming van den bergrug van Aurours op den 11 januari deelgenomen te hebben - een schitterend wapenfeit van de fransche soldaten en een hunner zeldzame overwinningen in dien oorlog - werd Lallemand, van weinige manschappen vergezeld, des avonds op verkenning uitgezonden. Op het onverwachts stiet hij op een regiment Pruisen; door de duisternis misleid meende hij dat het Franschen waren en riep hun het qui vive toe. Men antwoordt eveneens in het Fransch en Lallemand naderde zonder achterdocht. In de nabijheid der Pruisen gekomen, roept men hem toe zich over te geven, en op het vastberaden jamais van den kommandant volgt eene losbranding der geweren. Lallemand blijft ongedeerd, en met een woord van spot op de lippen geeft hij, met een zeldzame tegenwoordigheid van geest, zijn hand vol volks met luider stem bevel den vijand aan te vallen, als beschikte hij over een aanzienlijke macht. De vijand, in den waan gebracht dat de Franschen in grooten getalle tegen hem over stonden, trok zich uit den strijd terug en liet het veld aan den kloeken Lallemand en zijne zouaven.

De ridderorde van het Legioen van Eer was het loon voor zijne dapperheid en onversaagdheid, in den franschduitschen oorlog betoond.

Den 14en november 1876 kwam de moedige krijgsman te Parijs op eene noodlottige wijze om het leven. Hij, die in den dichtsten kogelregen was gespaard gebleven, die twintigmaal op het slagveld den dood onder de oogen had gezien, vond zijn einde door verstikking van den rook zijner kachel. Toch mocht hem nog het geluk te beurt vallen om, als door een wonder, weêr bij kennis te komen en door den eerw. pater Bailly, aalmoezenier van het zouavenregiment, in zijne laatste oogenblikken bijgestaan te worden.

Den 14en december heeft in de hoofdkerk te Rijssel de plechtige uitvaart voor de zielerust van den overledene plaats gehad. Een groot aantal zijner voormalige krijgsmakkers woonde de plechtigheid bij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken