Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1876-1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.18 MB)

Scans (1302.41 MB)

ebook (33.42 MB)

XML (3.03 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1876-1877)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Midden-Afrika en de koning der Belgen.
(Eene correspondentie uit Antwerpen.)
(Vervolg en slot.)

Daargelaten het Mahometanisme, dat op de oostelijke kust, langs die van Zanzibar, is doorgedrongen, is de Afrikaan heidensch: hij offert niet zelden menschen op, gelooft aan den boozen geest, aan tooverij, en de meest onbeduidende dingen - een regel schrift, zooals Schweinfurth vertelt van koningin Chol - zijn voor den Afrikaan talismans, beschermers tegen de kwade hand.

De handel beperkt zich tot het binnenland zelf; ivoor, struisvogelveêren, gom, enz. worden geëxpedieerd; de mensch zelf, de slaaf, vormt echter de voornaamste koopwaar, en dien verschrikkelijken handel vindt men in Berlioux' La Traite orientale, en in P. Coopers The lost continent, zeer omstandig beschreven.

In Sudan zijn het de vorsten zelven, die de slavenjacht maken en daarin voor het grootste gedeelte hun inkomen vinden. Zij toch zijn Muzelmannen, en deze beschouwen den Neger als een wezen, dat geene rechten heeft. Om die tochten des te vruchtgevender te maken, hebben soldaten en oversten voordeel in de vangst. Welke wreedheden worden er dan ook gepleegd! Dorpen worden verbrand, al diegenen vermoord welke tegenstand bieden of niet geschikt zijn voor den tocht, voor het werk of voor het genot. Geheele provinciën worden afgestroopt, en waar vroeger eene rustige bevolking woonde, was kort nadien niets meer te vinden.

Die beklagenswaardige koopwaar wordt naar de markt van Kuka, en andere plaatsen, gevoerd. Het grootste gedeelte wordt gekocht door arabische kooplieden, die de ongelukkigen door een brandende landstreek, 12 à 1500 kilometers ver naar Murzuk, de hoofdstad van Fezzan, overbrengen.

Verschrikkelijk is hetgeen Rohlfs hiervan zegt: ‘Aan beide zijden van den weg zagen wij de uitgebleekte beenderen van slaven liggen. De geraamten hebben nog het katoun (het kleed) der Negers aan. Hij, die den weg naar Bornu niet kent, moet de rechts en links verspreid liggende beenderen slechts volgen en hij ‘zal zich niet bedriegen.’

Welke verschrikkelijke wegwijzers!

In de vallei van den Opper-Nijl, bij de Shilluk, Dinka, Djur en andere negerstammen, wordt de handel gedreven door schelmsche en schurkachtige ivoorkoopers. De handel in ivoor is slechts het voorwendsel. Die kooplieden hebben soldaten, blokhuizen, geretrancheerde kampen, op zekeren afstand van elkander gelegen, en bezet door 100 à 300 verdedigers. Een dergelijk fort noemt men seribah.

In den aanvang hielden de ivoorkooplieden zich met de olifantenjacht bezig; doch het is hun gemakkelijker het ivoor van de Negers te koopen; daar waar deze machtig, het hun af te nemen waar zij in de minderheid zijn, en ten slotte den Neger zelf te kapen en hem als slaaf naar den vreemde weg te voeren.

Kartum is een middelpunt van dien afschuwelijken handel, en de egyptische overheden zijn voorwaar wel plichtig, zoo oogluikend in

[pagina 140]
[p. 140]

dit geval te werk te gaan. van Kartum voert men ze ook naar Massaua aan de Roodezee en van daar naar de oostersche markten.

Daar gekomen is hun getal reeds erg gedund: immers de booten, waarin zij op de takken van den Nijl vervoerd worden, zijn, zegt E. Banning, de gewone verblijven van de pokken en de pest.

Het centraal plateau, weleer het paradijs van Afrika genoemd, is in onze dagen eene verwoeste streek, ten gevolge van den slavenhandel. De Arabieren, die zich daar aan de slavenjacht plichtig maken, zijn zeer goed gewapend, terwijl de Neger niets bezit dan pijl en boog om zich te verdedigen, en hij daarenboven door zijne landgenooten nog verraden en geleverd wordt. Negers verkoopen niet zelden hunne eigen bloedverwanten, zelfs hunne kinderen.



illustratie
sledevaart, naar m. kaemmerer.


De arabische handelaar hoeft zijn entrepot te Kazeh of Taboro; dosh van daar uitgaande moet hij met zijne slaven snol reizen. De weg is voor den Arabier vol gevaren; de rotsen zijn hinderlagen en de inlander schiet den muzelmanschen koopman neer, waar dit in zijne macht is.

De geketende slaven moeten dus snel vooruit, doch als dat bevel niet meer gehoord wordt, als de stokslagen geen indruk meer maken, laat men de ongelukkigen in die eenzaamheid achter.

‘M. Baker,’ zegt Berlioux, ‘spreekt ons van een convooi, niet door Arabieren, maar doof Turken geleid: de oude vrouwen, in een razzia weggevoerd, gingen niet snel genoeg. Zoodra er eene door vermoeienis neêrviel, sloeg men haar dood; een knotsslag in den hals en er

[pagina 141]
[p. 141]


illustratie
De maharadsja van Kasjcmir.
het uitroepen van koningin victoria tot keizerin van indië te delhi.
Lord Lytton, Onderkoning van Indië.
De maharadsja van Oedipoer.




illustratie
japansche pompiers.




illustratie
de brand te tokio (japan).




illustratie
japansche pompiers.


[pagina 142]
[p. 142]

bleef een trillend lijk achter. Door die ijselijke wegwijzers was de weg afgeteekend.’

Komt men nader bij de zee, dan wordt men wat toegevender; zij die nog kunnen gaan, moeten, onder de brandende zon, diegenen dragen welke niet meer voort kunnen. Allen hebben honger en dorst, zijn afgebeuld van vermoeienis, mager en uitgeteerd, 't Zijn spoken voorwaar! En komt men eindelijk ter bestemde plaats, dan worden de ongelukkigen in akelige, zwarte booten met vuile en stinkende holen, gepakt en weggevoerd.

Is het niet wraakroepend, dat een dergelijke handel nog op de wereld bestaat? En moeten wij het ontwerp van den koning der Belgen niet toejuichen, die dezen kanker van de aarde wil doen verdwijnen? Livingstone bekent, dat hetgeen hij van den slavenhandel gezien heeft, hem zóó diep schokte, dat hij 's nachts in zijnen slaap opschrikte.

Uit Nyassa, met Quiloa tot basis van operatie, komen jaarlijks 19.000 slaven; van de beide zijden van de Tanganyka komen er minstens evenveel, zoodat er jaarlijks 40.000 Negers van de oostelijke kust worden weggevoerd. Wanneer men echter den slavenhandel over geheel Afrika nagaat, wanneer men er bij rekent diegenen welke vermoord worden, omkomen in den brand der dorpen, op weg sterven en in de booten, dan, zegt de overste der katholieke missiën, mag men het jaarlijksche verlies van menschenlevens in Afrika op een millioen rekenen.

Ziedaar een rijk, een schoon land, beroemd door een krachtig, vernuftig en in den grond goed ras - en beiden zijn ten prooi aan de schandelijkste mishandeling en exploitatie. Die slavenkoopers moorden en plunderen ongestraft en plassen door het menschenbloed, om eenig goud te winnen

Een der beste middelen, om den armen Neger tegen zooveel onmenschelijkheid te beschermen, is hem geweer en wapens te geven, opdat hij zich kunne verdedigen; men moet hem tevens overtuigen, dat hij in den blanke en in de opgerichte stations, bescherming zal vinden, opdat hij deze niet beschouwe als nieuwe en door hem gevloekte seribah.

Het boek l'Afrique heeft in het kort de geheele geschiedenis van Afrika duidelijk verstaanbaar saam gevat, en zal het ondernomen werk aanzienlijk bevoordeelen.

Welk zal nu de rol zijn, die de op te richten stations zullen te vervullen hebben? Niet om de expeditiën te regelen, maar om deze te vergemakkelijken, en haar des te zekerder een goeden uitslag te bezorgen. De ondervinding heeft geleerd, dat hoe minder talrijk de expeditiën waren, hoe beter zij tot een goed resultaat geleid hebben.

De stations gaan de expeditiën niet vooruit, zij volgen ze op. De reiziger wijkt op deze terug, gaat van deze uit, vindt daar hulp, bijstand en datgene wat hem ontbreekt; ze moeten worden wat vele onzer abdijen en succursalen voor vele eeuwen waren: toevluchtsoorden voor den eenzamen reiziger.

Die schuilplaatsen zullen niet militairlijk bezet en door geen talrijk personeel bewoond worden. Vredelievend zullen zij den Neger beschermen, en dezen ondersteunen in zijnen strijd tegen de slavenhalers, op wier weg de stations vooral zullen gebouwd worden. De godsdienstige missiën kunnen zich rond die stations groepeeren, daar kerken en scholen oprichten voor welken godsdienst dit ook wezen moge. Zal dit echter geen gevaar opleveren? Welk vertrouwen kan het Kristendom den Neger inboezemen, als hij ziet dat de leeraars, die zich voor hem aanbieden, het niet eens zijn in hun geloof?

In die opmerking ligt eenige waarheid; doch de katholiek vreest den strijd niet, en hij is verzekerd dat hem de zege blijven zal. Ook ondersteunt de belgische katholiek het werk op eene krachtvolle wijze, en meer dan een missionnaris is, zoo noodig, gereed om morgen zijn reiszak op te nemen en den tocht aan te vangen!

 

Antwerpen.

een lid van een der comités.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken