Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1876-1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.18 MB)

Scans (1302.41 MB)

ebook (33.42 MB)

XML (3.03 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1876-1877)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 232]
[p. 232]

Mozaiek.

De echidna hystrix.

De Parijsche Jardin des Plantes heeft uit Australië een dier ontvangen, dat zoowel om zijne zonderlinge levenswijze als om zijn lichaamsbouw de algemeene aandacht trekt. In vorm gelijkt het volkomen op een egel met de pennen van een stekelvarken, doch volgens zijne levenswijze behoort het tot het geslacht der miereneters, en het is te voorzien dat het dier bij gebrek aan voedsel spoedig zal sterven, daar men nu reeds, na een verblijf van drie weken, zijn dagelijksch rantsoen heeft moeten verminderen. Hier onder geven wij eene afbeelding van dat zonderling dier, 't welk vele bewonderaars lokt en op het oogenblik de lion is van de Jardin des Plantes.



illustratie
de echidna hystrix.


Het eerste stoomschip.

Den 21 september 1816 vertrok het eerste stoomschip van Louisville naar New-Orleans, 'twelk voor heen- en terugreis 41 dagen noodig had. Bij zijn terugkeer bood men den kapitein een prachtig gastmaal aan en hij sprak de overtuiging uit, dat dezelfde reis in 't vervolg, onder gunstige omstandigheden in 20 dagen volbracht zou kunnen worden. Thans leggen de stoomschepen den afstand tusschen Louisville en New-Orleans en terug in acht dagen af en bedraagt hun aantal op den Mississipp-istroom en de noordwestelijke meren der Vereenigde-Staten niet minder dan 2000.

Tiegers op Singapore.

Deze gevreesde roofdieren spelen op Singapore een groote rol. Volgens opgave van ambtenaren, die het beste omtrent dergelijke zaken ingelicht kunnen zijn, worden op dit kleine eiland jaarlijks 350 tot 400 menschen door de tiegers verscheurd. Het zijn vooral op de plantages arbeidende Chineezen, die een offer dezer roofdieren worden. Ondanks de hooge premiën - de regeering betaalt voor elken gevelden tieger 500 francs en eene vereeniging van particulieren evenveel - schijnt men de tiegers niet te kunnen uitroeien; integendeel, ze worden steeds talrijker. Overigens zegt men, dat een tiegerbout niet slecht smaakt, maar minstens even goed als rundvleesch. Een planter had in een district, waar het rundvleesch zeer schaarsch is, den rug van een jongen tieger in den vorm van rundvleesch doen gereed maken en eenige vrienden bij zich ten mailtijd genoodigd. Deze roemden zeer het smikelijke en sappige der toegediende vleeschspijzen, en toen de gastheer hun mededeelde dat ze van tiegervleesch waren klaar gemaakt, wilden zij zulks niet gelooven alvorens zij de rest van het dier in de provisiekamer van den planter hadden zien hangen.

's Lands wijs 's lands eer.

Wanneer een Kirgizen-opperhoofd een zijner onderhoorigen eene buitengewone eer wil aandoen, gaat hij op een eigenaardige wijze te werk. Gedurende den maaltijd, wanneer het Kirgizenhoofd met zijn huisgezin van de opgediende spijzen naar hartelust eet, liggen zijne onderhoorigen in knielende houding rondom de tafel, in afwachting dat het vertrek des opperhoofds het sein geeft, dat hunue beurt gekomen is. Wil de eerste echter een zijner bedienden voor den een of anderen gewichtigen dienst beloonen, dan roept hij hem tot zich en de gelukkige Kirgies nadert op handen en voeten kruipende. De hoofdman neemt dan eenige stukken vleesch, en wel zooveel als hij op zijne rechterhand leggen kan, en steekt het den wijd gapenden man met geweld in den mond, na welke operatie de vereerde, met moeite kauwende en schier stikkende, maar met een van vreugde kloppend hart naar zijn plaats terug kruipt, benijd door al zijne makkers, doch weêr zinnende op een gelegenheid om nogmaals zulk een eer te kunnen verdienen.

Zoutbergen in Amerika.

Onlangs heeft men aan de oevers der Fevan en der Vergin in de Nevada-straat zoutbergen ontdekt, die tot de grootste bekende natuurwonderen behooren. Het zout is zoo hard als marmer. De afgekapte zoutblokken hebben eene donkergrijze kleur en gelijken op gewoon graniet; ze bevatten 72 percent zuiver zout. Sommige zoutlagen zijn zoo doorschijnend, dat men door eene laag ter dikte van 15 centimeters gemakkelijk gewone drukletters lezen kan.

In de nabijheid der zoutbergen ontspringt eene bron, die meer zout bevat dan al de tot heden bekende zouthoudende bronnen.

De opgang der zon.

Het is bekend, dat de zon onder de verschillende hemelstreken, vooral bij hare opkomst, eene zeer verschillende gedaante heeft. Kapitein Ross schildert een nieuwjaarsdag in de Poolzee volgenderwijze: ‘De zon ging niet op, maar kwam omstreeks den middag zoo dicht aan den rand van den horizon, dat zij een snel voorbijgaand morgenrood, 'twelk tevens avondrood was, veroorzaakte, waardoor de toppen der ijsbergen in scharlakenrood glansden, terwijl de besneeuwde oppervlakte van den bodem in donker gehuld bleef.’

Bijzonder prachtig is de opgang der zon in de woestijn Sahara. Rondom, zoo ver het oog reikt, ziet men het roodbruine woestijnzand, waarover de nacht uitgespreid is. Eensklaps verheft zich de groote zonnekogel boven den oostelijken horizon en verguldt de onmeetlijke vlakte.

Nog aangrijpender is de indruk dien men ontvangt, wanneer men in de hooge hemelstreken de zon ziet opgaan. Wanneer men in een luchtballon hoog boven de wolken zweeft, gelijken deze op eene witte, golvende zee, terwijl de hemel zelf op deze hoogte niet blauw, maar koolzwart is. Plotseling komt de zon boven de zee van wolken bloedrood to voorschijn en vervult het donkerzwarte uitspansel met hare glanzende stralen. De indruk moet zoo overweldigend zijn, dat de luchtvaarder in stomme verbazing en als zich zelven en zijn toestand vergetende, dit tooneel blijft aanstaren.

Meerschuimhandel in Klein-Azië.

De grootste meerschuimlagen in Klein-Azië zijn zuid-oostelijk van het stadje Eski-Schehr (vroeger Dorylea) gelegen, welks inwoners, 12.000 in getal, bijna uitsluitend met het verzamelen en verkoopen van deze delfstof hun onderhoud verdienen. Het meerschuim wordt uit den grond opgedolven; men vindt er lagen van 9 tot 11 meters diepte; 40 à 50 arbeiders vormen eene compagnie; de winst wordt gelijkmatig onder hen verdeeld.

De stukken meerschuim hebben een onregelmatigen vorm; zij wisselen in grootte af van die eener noot tot stukken van meer dan een kubiek voet inhoud. De grootste zijn de meest gezochte en duurste. De pas opgegraven delfstof is geel-wit en zoo week, dat men ze met een mes snijden kan. Alvorens het meerschuim verzonden kan worden, moet het een kostbare en tijdroovende bewerking ondergaan: eerst wordt het van de aanplekkende aarde ontdaan, vijf of zes dagen in de zon gedroogd, vervolgens nogmaals gezuiverd en daarna met was gepolitoerd. Eindelijk wordt het in stukken van gelijke grootte in kisten van 100 pond zwaarte gepakt en verzonden. Bij het schoonmaken en drogen verliezen de stukken tweederde van hun gewicht en uitgebreidheid. Het grootste gedeelte van het meerschuim, ten bedrage van 10.000 kisten jaarlijks, eene waarde van drie millioen franks vertegenwoordigende, wordt naar Duitschland verzonden. De turksche regeering heft van het ruwe meerschuim eene belasting van 12½ %, bij het inpakken nogmaals 12½, % en eindelijk bij de verzending ten derden male een gelijk bedrag.

De ‘vee-koningen’ van Texas.

In Texas, een Staat van de noord-amerikaansche Unie, heeft de veeteelt gedurende de laatste jaren eene buitengewone uitbreiding genomen. Meer dan de helft van den grond wordt tegenwoordig door weiland ingenomen, terwijl de graanbouw meer en meer op den achtergrond gedrongen wordt. Van den anderen kant gaat de veehandel allengs geheel in handen van enkele groote veehouders over, die niet oneigenaardig de ‘veekoningen’ des lands genoemd worden. Wij willen eenige dier ‘vee-dynastieën’ opnoemen.

De heeren Allen en Zoon bezitten in Texas 40.000 morgen gronds met 50.000 stuks vee. Zij verzenden jaarlijks 20.000 schapen. De heer Lowe, westelijk van de San-Antonio-rivier verblijf houdende, heeft insgelijks 40.000 morgen lands, doch onderhoudt er 120.000 stuks vee op. Matthews te Rockport is in het bezit van 200.000 morgen en 130.000 stuks rundvee. King, westelijk van de Nueres-rivier, heeft eene gelijke oppervlakte weiland, waarop 130.000 stuks vee grazen; daarenboven bezit hij 10.000 paarden en muilezels; Kennedy, zijn buurman, weet op 190.000 morgen lands 8000 paarden en 120.000 koeien te onderhouden, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken