Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1876-1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.18 MB)

Scans (1302.41 MB)

ebook (33.42 MB)

XML (3.03 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1876-1877)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Prentjens-kijken.

Er bestaat in onze literatuur een lief gedichtje van Dr. J.P. Heije, waarin hij onder bovenstaand opschrift de kindervreugd bezingt bij het nablaêren van een prentenboek. Dr. Heije, de zangerige kinderdichter, kende het kleine volk door en door en heeft het kinderleven in al zijne plooien en schuilhoeken bespied, zoodat het niet meer dan natuurlijk is, dat de idealen der jeugdige verbeelding eene hoofdplaats onder zijne gedichten innemen. Zijne versjes tintelen dan ook van leven, waar hij zulke verlangens weêrgeeft, en men gevoelt zich weêr kind als men de volgende regels leest:

 
Of was 't niet, toen, aan Grootvaârs schoot,
 
Ons oog zich nimmer kon verzaden,
 
Bij 't rustloos bladren in die bladen,
 
Of Edens lusthof zich ontsloot?
 
Of zich, in vredig-blij verzamen,
 
Wat leeft in lucht, in zee en aard,
 
Aan onze voeten had geschaard,
 
Op dat wij 't noemden bij zijn namen?
 
 
 
Dan strekt zich 't mollig armpjen uit,
 
Of 't al den rijkdom van die schatten
 
Aan 't hart kon drukken en omvatten,
 
Als zich de kleine handpalm sluit;
 
Dan is op 't lieflijk blozend wezen,
 
In de oogjens, tintlend van genot,
 
Het kenmerk van het beeld van God,
 
De weêrglans van zijn geest te lezen.

De twee kleinen onzer gravure schijnen een zelfde gewaarwording te hebben. Met de armen om elkanders hals geslagen, hebben zij voor niets oogen dan voor de heerlijke prenten, welke het boek te zien geeft, en die op hunne verbeelding zoo veel indruk maken, dat zij onwillekeurig elkaar vasthouden als om beider gevoelens gelijktijdig te genieten, opdat er niets van het schoone zou verloren gaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken