Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1877-1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.92 MB)

Scans (1279.35 MB)

ebook (29.24 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

[Nummer 5]

Geïllustreerd nieuws.
De oorlog in het oosten.

De gevechten op 2, 3 en 4 october, tusschen de Russen en Turken aan de armenische grenzen geleverd, waren het voorspel van een nog woedender en beslissender strijd, die den 14 en 15 van dezelfde maand in de nabijheid van Kars plaats had.

In onze laatste aflevering deelden wij meê, dat het de Russen niet gelukt was blijvend de turksche stellingen bij Kizil-Tepe te bezetten, en zij met zware verliezen naar hunne eigene grenzen teruggedrongen werden. Sedert veranderde de toestand echter aanmerkelijk. Terwijl Moukhtar-pacha met zijne strijdkrachten geheel op zich zelven stond en geen nieuwe hulptroepen hem konden bijspringen, daar al de beschikbare bataljons zich naar Constantinopel begeven hadden, om op het europeesch oorlogstooneel de troepen van Suleiman-pacha te versterken, deden de Russen telkens nieuwe troepen aanrukken, hetgeen te gemakkelijker viel, dewijl, zoo als wij reeds vroeger mededeelden, de kaukasische opstand bedwongen was en de weg naar Armenië dus open lag. Vooral in de eerste dagen van october kwamen talrijke hulptroepen uit het hart van Rusland in het leger van grootvorst Michaël aan, zoodat deze zijn macht weldra verdubbeld zag en het opnieuw, en nu met meer hoop op een gunstigen uitslag, wagen kon, zijn kloeken tegenstander een beslissenden slag te leveren.

Moukhtar-pacha, die nog kort te voren van den sultan den titel van Ghazi of ‘overwinnaar’ ontvangen had, wilde zijn naam ophouden, en ofschoon hij van de ontvangen versterkingen en dus van de overmacht der Russen kon verwittigd zijn, bleef hij er, ondanks de waarschuwingen zijner onderbevelhebbers, hardnekkig op staan den vijand in het open veld af te wachten. Dit was een onvergeeflijke misslag, te grooter daar hij zich gemakkelijk op Kars had kunnen terugtrekken, waar geen vijand het zou gewaagd hebben hem aan te vallen. Zijne roekeloosheid heeft hem thans het verlies van een goed deel zijns legers gekost.

Aanmerkelijk versterkt rukte grootvorst Michaël met zijn geheel leger, uit 70.000 man bestaande, van 200 stukken geschut voorzien, den 14 october opnieuw voorwaarts en wist stelling te vatten tusschen Kars en Moukhtar-



illustratie
WERF EN DOKKEN TE ANTWERPEN, NAAR EENE TEEKENING VAN F. VAN KUYCK.


[pagina 34]
[p. 34]

pacha's legers, na de zwakke turksche legerafdeelingen, die de gemeenschap van het hoofdkwartier met de vesting onderhielden, verdreven te hebben. Moukhtar-pacha kwam daardoor in eene zeer moeielijke positie; de Russen hadden onmiddellijk de hoogten van Orlikan, die den grooten weg naar Kars bestreken, bezet en versterkt, en met zijne legermacht van hoogstens 30.000 man kon hij er niet aan denken, den meer dan dubbel zoo talrijken vijand uit de ingenomen stellingen te verdrijven. De eenige kans op uitkomst was het behoud van den gewichtigen Avlia-berg, dien de Turken met vier bataljons en drie stukken geschut tegen den vijand poogden te verdedigen. Ongelukkig voor hen hadden echter de Russen ditmaal een weldoordacht krijgsplan, en terwijl een gedeelte van deze laatsten eene stelling kozen, welke elken aanvoer van hulptroepen van de zijde der Turken onmogelijk maakte, voerde generaal Heymann de kaukasische grenadiers-divisie, met eenige regimenten infanterie versterkt, den volgenden dag ten storm aan. Heet was de strijd; de Turken verdedigden zich met doodsverachting; meer dan eens wierpen zij de vijandelijke aanvalscolonnes terug, doch op den duur konden zij, van alle gemeenschap met het hoofdkwartier beroofd, de russische overmacht geen weêrstand bieden. Bijna tot den laatsten man werden zij neergeveld en tegen den middag wapperde de russische vlag van de hoogte des bergs. Deze verovering was van het uiterste gewicht. Moukhtar-pacha's leger was schier in tweeën gesneden, zoodat reeds van dit oogenblik af het lot van den dag beslist was.

Moukhtar-pacha begreep thans, dat het tijd werd aan de redding van zijn leger te denken. Snel nam hij met het door hem gekommandeerde centrum den terugtocht naar Kars aan, doch de vijand kwam hem voor en deed een woedenden aanval op de flank van zijn sterk gedunde legermacht. De schok was vreeselijk. Zijne bataljons werden van elkander gescheurd, waardoor de slagorde verbroken was. Van af den middag tot 5 uur werden de Turken door den vijand op de hielen gevolgd en slechts de batterijen der vesting Kars beveiligden de vluchtelingen tegen de herhaalde aanvallen hunner vervolgers. Honderden dooden en gewonden bedekten het slagveld, terwijl de Russen zich bovendien van een duizendtal gevangenen en vier stukken geschut hadden meester gemaakt.

Terwijl het centrum op deze wijze een zwaren schok ontving, ging de turksche rechtervleugel geheel en al verloren. Deze hield sterke positiën aan den Aladja-dagh bezet en bestond uit drie divisiën infanterie, eenige regimenten cavalerie en 32 stukken geschut. Ondanks hunne uitmuntende stellingen stonden de zaken der Turken wanhopend. Terwijl het gros van het leger, na gevoelige verliezen geleden te hebben, op Kars teruggeslagen was, was hunne verbinding met het hoofdkwartier verbroken en stond hunne zwakke macht aan de aanvallen der overmacht bloot, zonder dat zij de minste hoop op ontzet konden voeden. Zich insgelijks naar Kars doorslaan, was eene volslagen onmogelijkheid, daar de Russen zuidwaarts van hunne stellingen den Avlia-berg bezet hielden, terwijl de terugtocht naar het noorden rechtstreeks op het vijandelijk gebied geleidde. Er bleef den Turken dus geen andere keus over, dan zich over te geven, of zonder hoop op redding de verpletterende overmacht des vijands het hoofd te bieden. Zij kozen aanvankelijk het laatste. Met hunne gewone doodsverachting hielden zij uren lang den ongelijken en bloedigen strijd vol: hunne generaals gaven overal het voorbeeld van den treffendsten heldenmoed en stelden zich het eerst aan 's vijands verwoede aanvallen bloot. Deze herhaalden zich echter telkens, en eindelijk werden de Turken uit hunne posities geworpen en bij hunne poging om zich westwaarts een doortocht te banen door den overmachtigen vijand omsingeld. Slechts enkelen kleinen afdeelingen gelukte het zonder geschut en bagage te ontsnappen en langs omwegen Kars te bereiken, of zij bleven ronddwalen in de bergachtige landstreken, waar zij door den Rus achtervolgd werden. Het gros van hun leger hield nog eenigen tijd de wanhopende worsteling vol, maar onbeschut voor de herhaalde charges der Russen en een zekeren dood zonder het minste nut te gemoet gaande, gaf het gedunde overschot zich 's avonds te acht uur aan de overwinnaars over, die, behalve duizenden gevangenen en zeven pacha's, den geheelen legertrein, bestaande uit 32 stuk kanon en eene groote hoeveelheid oorlogsmaterieel, buit maakten.

Hiermeê was de slag afgeloopen, de eerste beslissende, die door een der partijen sedert het begin van den oorlog in het open veld gewonnen is. Zoo het jaargetij niet zoover verloopen was, zouden de Russen de baan schoon zien om hunne veroveringen over geheel Armenië, misschien met uitzondering van Kars en Batum, voort te zetten; bij den slechten toestand der wegen en den invallenden winter zal deze schitterende overwinning, door de russische wapenen bevochten, geen groote gevolgen kunnen hebben en in geen geval een beslissenden invloed op den loop der krijgsbedrijven uitoefenen. Intusschen hebben de Russen reeds een sterk artilleriepark uit Alexandropolis gezonden, om het zoolang onderbroken beleg van Kars andermaal op te vatten. Moukhtarpacha, die meer dan de helft van zijn leger verloren heeft, is natuurlijk niet in staat dit plan ernstige hinderpalen in den weg te leggen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken