Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1877-1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.92 MB)

Scans (1279.35 MB)

ebook (29.24 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Keizer Otto de Groote bij het lijk van zijn broeder Thankmar.

De laatste heerschers uit het geslacht van Karel den Groote hadden zich noch voor Frankrijk noch voor Duitschland verdienstelijk gemaakt, en veel was er door den franschen Koenraad en de saksische Otto's weêr goed te maken, om aan Duitschland zijn rang, waardigheid en macht terug te geven. In de hooge overtuiging van hunne roeping aanvaardden zij dan ook den strijd tegen de vijanden des rijks naar binnen en naar buiten, met volle kracht en overal waar zij hunne zegevierende standaarden plaatsten, zaaiden zij zeden en beschaving in een land, dat grootendeels uit pas veroverde, pas tot het Kristendom bekeerde, onbeschaafde volken bestond.

De geweldigste en roemzuchtigste onder deze duitsche vorsten, die gedurende een leven van strijd en worsteling, het rijk tot de hoogste macht en bloei, tot den wereldbeheerschenden rang als onder Karel den Groote ophief, was Otto I. Hij regeerde van 936 tot 973 en wist gedurende dezen tijd van zijn bestuur Duitschland weêr tot eenheid te brengen, zijne vijanden te overwinnen, het rijk uit te breiden, en aan de keizerlijke waardigheid aanzien en gezag te verschaffen.

Otto I was een zoon van Hendrik I, den Vogelaar; maar niet de eenige of de oudste. Dit was eerder Thankmar, die uit een vroeger huwelijk van Hendrik was ontsproten, doch wien zijn vader niet tot opvolger op den troon wilde benoemen. Kort voor zijn dood riep hij de grooten des rijks te Erfurt bijeen, en bevool hun Otto, zijn eersten zoon uit het huwelijk met Mathilde, uit het geslacht van Widukind, als

[pagina 67]
[p. 67]

keizer en opvolger aan. Deze werd hierop plechtig te Aken gekroond.

Van dit oogenblik af zwoer zijn halve broeder Thankmar, die zich achtergesteld meende, zich bloedig op hem te wreken, en reeds spoedig daarop geloofde hij met goed gevolg openlijk als vijand van zijn broeder te kunnen optreden. Er waren genoeg kleine en ontevreden vorstendommen in het rijk, en vooral de machtigen van Beieren en Frankenland, met wie hij gemeene zaak kon maken, terwijl Otto reeds de handen vol had met het beoorlogen van Boleslaw, den hertog van Bohemen. Thankmar en hertog Eberhard van Frankenland wisten in den zomer van het jaar 937 een opstand in Westfalen te verwekken, die, na de verovering der vesting Eresburg, het tegenwoordige Marsberg, het geheele zuiden van Duitschland dreigde mede te slepen. Otto echter snelde uit Beieren met zijne getrouwen en den wakkeren veldheer Hermann Billung naar Eresburg, en de Saksers, die Thankmar tevergeefs tot opstand had willen verleiden, openden den koning de poorten der stad en ondernamen nu met hem den vernietigingskamp tegen de scharen van Thankmar en hertog Eberhard. Wanhopend aan het welslagen zijner onderneming, vluchtte Thankmar in eene kerk. Hij geloofde dat zij hem als iederen vluchteling een vrijplaats zou schenken tegen zijne verbitterde vervolgers. Tot zijn schrik en ontzetting zag hij hen eveneens het heiligdom binnen dringen en hier met lansen naar hem werpen. Na een korten en razenden strijd tegen de overmacht viel Thankmar, uit een aantal wonden bloedende, dood aan de voeten van het altaar neêr.

Zoo vond hem de koning, toen hij na de bevochten overwinning, het zwaard nog in de hand, met zijn veldheer Billung, zijne schilden vanendragers en andere krijgsknechten, de kerk binnen trad. Voor hem lag het lijk van den stouten en trotschen opstandeling, en diep moest het den koning in de ziel grijpen, dat het zijn eigen broeder was, aan wien zulk een bloedig strafgericht was voltrokken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken