Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1877-1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.92 MB)

Scans (1279.35 MB)

ebook (29.24 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 289]
[p. 289]

[Nummer 37]

Johan Sebastiaan Bach bij den ouden Frits.

Mannen, die door groote gaven zich boven hunne medemenschen onderscheiden, deelen niet altijd in de algemeene hoogachting en waardeering, welke men aan hun genie verschuldigd is. Te dikwijls toch verlangt de alledaagsche wereld, dat het genie zich voege naar hare bekrompen opvatting van kunst, naar de mode, den heerschenden smaak en de denkbeelden, die men van zijne jeugd af heeft ingezogen.

Het lot van zulke mannen is daarom verre van benijdenswaardig. De speldesteken, hun door hunne medemenschen toegebracht, brengen het gemoed soms ongeneeslijke wonden toe, die het leven vergallen en het soms aanmerkelijk verkorten.

Wat wij hier van het genie neêrschrijven, is geheel en al van toepassing op den grooten duitschen toonkunstenaar Johan Sebastiaan Bach. Toen deze vader der duitsche muziek geboren werd, was zijn familienaam reeds meer dan eene eeuw met roem bekend in de muzikale wereld, welker leermeester en voorganger hij zou zijn.



illustratie
BACH SPEELT VOOR DEN OUDEN FRITS EENE FUGA, NAAR HERMAN KAULBACH


Vroegtijdig ouderloos geworden kende Bach weinig vreugde, maar toch was het steeds zijn streven, zich met allen iever op het vak van zijn vader toe te leggen. Geen moeite was hem te groot om te leeren, en als hij beroemde meesters kon bezoeken, kende hij afstand noch ontbering. Reeds op achttienjarigen leeftijd was hij hofmusicus te Weimar, en spoedig daarna werd hij organist te Arnstadt, ofschoon tegen een zeer geringe bezoldiging.

Maar daaraan was hem minder gelegen; aan ontberingen gewoon had hij geleerd spaarzaam en met weinig tevreden te zijn, en als hij zich aan zijne geliefkoosde kunst kon wijden, stond het behaaglijke des levens op den achtergrond.

Na op verschillende plaatsen in Thuringen organist geweest te zijn, werd hij in 1723 tot muziekdirecteur en cantor aan de school van St.-Thomas te Leipzig benoemd, in welke betrekking hij veel heeft geleden. doch ook veel gedaan voor de muziek.

[pagina 290]
[p. 290]

Het is ons doel niet een overzicht te geven van Bachs werken, noch den nood en rampspoed te schilderen, welke steeds zijn deel waren en hun toppunt bereikten, toen hij eenige jaren voor zijn dood met blindheid werd geslagen. Naar aanleiding onzer gravure hangen wij liever een aangename schilderij op uit zijn leven, namelijk van zijn bezoek aan Frederik den Groote te Potsdam.

De fluit van den Ouden Frits is wereldbekend. Als zijne drukke bezigheden hem eenigen vrijen tijd overlieten, werd deze besteed aan het spelen op de fluit. Ook de avonden waren te Potsdam gewijd aan de muziek, en de koning nam dan bij voorkeur onder het orkest plaats, tot groote wanhoop van zijn kapelmeester, die maar al te goed wist, dat zijn koninklijke leerling in een allegro geen maat kon houden, en boos werd, wanneer hij door zijn valsch spel de andere leden van het orkest in verwarring bracht.

De hoforganist van Frederik was Philipp Emanuel Bach, de beroemdste der zonen van den ouden meester, en het was door diens tusschenkomst, dat de koning zijn vader uitnoodigde aan het hof te verschijnen.

Op een avond, toen men zich gereed maakte voor het gewone concert, bracht een officier het rapport met de naamlijst van de zoo even te Potsdam aangekomen vreemdelingen. Met de fluit in de hand wierp de koning er een blik op en riep, eensklaps opspringende:

‘Mijnheeren, de oude Bach is aangekomen!’

Terstond liet Frederik inspannen en reed naar de woning van zijn hoforganist, waar de oude Bach was afgestapt. Zonder den grooten toonkunstenaar den tijd te laten van gewaad te verwisselen, moest hij terstond instappen en meê naar de hofkapel rijden.

Het kostte Bach niet veel moeite den koninklijken dilettant in verrukking te brengen door zijne improvisaties op klavier en orgel, en de tijd, welken hij aan het hof doorbracht, was voor Bach het schitterendste tijdperk uit zijn leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken