Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1877-1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.92 MB)

Scans (1279.35 MB)

ebook (29.24 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Op de schildpaddenjacht in den
Atlantischen Oceaan.

(Slot.)

‘Let op,’ mompelde de mulat, wiens oogen van vreugde blonken; want er is geen enkel dier, dat de kleurlingen liever plagen dan den armen waschbeer.

Wat de vos voor de honden in Europa is, is de waschbeer voor de negers en mulatten in Amerika. Het dier had ons niet gezien, want ware dit het geval geweest, dan zou het eensklaps de vlucht genomen hebben. Onbekend met het gevaar dat het bedreigde, kroop het langs den steilen oever en sprong nu en dan op een boomstam om beter in het water te kunnen zien.

‘Het dier is gekomen om te visschen,’ vervolgde mijn gids.

‘Kom!’

‘Zoo als ik u zeg. De waschbeer houdt veel van schildpaddenvleesch.’

‘Daar twijfel ik niet aan. Maar hoe maakt hij zich van zijn prooi meester?’

‘Dat zult gij zien; heb slechts een weinig geduld.’

Ik volgde den raad van Downing, die mij nog toeriep, mijne schuilplaats niet te verlaten. Ik kon echter niet begrijpen hoe de beer het zou aanleggen. Zou hij in het water springen om eene schildpad te vatten, of wachten tot een dezer aan land kwam?

De waschbeer maakte al mijne vermoedens te schande.

Langzaam liep hij naar een boomstam, die boven het water hing, waar een aantal schildpadden den kop boven het water uitstaken: hij verloor ze niet uit het oog en toen hij tusschen de takken was gekomen, plaatste hij den kop tusschen zijne voorpooten, liet den staart in het water hangen en sloeg daarmeê zachtjes op en neêr.

Het lichaam van het listige dier was zoo ineen gedoken, dat niemand dan wij zouden hebben kunnen zeggen aan welk soort van schepsel het toebehoorde.

Weldra bemerkte een der schildpadden den staart; zij zwom er langzaam heen, opende den muil en beet in de uiterste haren.

Nauwelijks voelde de waschbeer den beet, of hij richtte zich op, trok met een hevigen ruk de schildpad uit het water en wierp haar met een zwaai op het land, waar hij haar met zijn snuit omkeerde, er voor zorgende dat hij niet gebeten werd.

De schildpad bevond zich nu in de macht van den waschbeer, die zich gereed maakte haar op zijne manier op te eten, toen Downing opstond en mij een teeken gaf hem te volgen. Hij nam zijn geweer, laadde het en sprong met een kreet uit het houtgewas.

Op den kreet van den mulat, vluchtte de waschbeer op een boom, waar hij zich achter de bladeren zocht te verbergen. De visscher

[pagina 308]
[p. 308]

legde echter aan, gaf vuur en het dier rolde naar beneden.

Toen dit jacht-incident was afgeloopen, begonnen wij op nieuw onze vangst, doch vingen niet meer dan vier schildpadden, zoodat wij, met het dier dat de waschbeer voor ons gevangen had, negentien schildpadden hadden.

Onze buit werd op eenen wagen geladen en weldra keerden wij naar huis terug, waar ons weêr een heerlijk schildpaddenmaal wachtte.

Den volgenden dag zouden wij naar Hetera vertrekken, waar wij een aantal kustloopers zouden ontmoeten, die ons wilden vergezellen op de schildpaddenvangst. Mijn gastheer was in het bezit van eene ranke boot, waarin wij plaats namen. De zeilen werden geheschen, en spoedig waren wij in volle zee.



illustratie
HELENA KOTANNER ONTVOERT DE HONGAARSCHE KROON, NAAR F. PILOTY.


Na eene vaart van drie uren kwamen wij te Hetera, waar het anker werd uitgeworpen tegenover eene hut, welke, zooals Downing mij zeide, aan de kustloopers toebehoorde.

Wij werden hartelijk door hen ontvangen en men begon terstond toebereidselen te maken voor den tocht. Wij moesten vertrekken, ten einde voor den tijd dat de schildpadden de zee verlieten om hare eieren in het zand der kust te komen leggen, op die plaatsen te zijn.

Wij vertrokken midden in den nacht en kwamen tegen zonsondergang op eene groote zandbank aan. Daar namen wij allen onze

[pagina 309]
[p. 309]

plaatsen in en hadden er ongeveer een half uur gezeten, toen Downing mij op eenigeschildpadden wees, die langzaam naar de zandbank zwommen en nu en dan den kop boven water staken.

‘Zij zijn groot van stuk en juist van de goede soort,’ zeide Downing.

Op de gladde oppervlakte der zee zag ik duidelijk hare groote schilden en hoorde zelfs hare versnelde ademhaling, een bewijs van hare ongerustheid en schrik.

Eensklaps kwam de maan dit fantastisch tooneel verlichten. Eene schildpad trok tegen het zand op en sleepte haar zwaar lichaam op het land, want hare pooten zijn meer geschikt om te zwemmen dan om te loopen. Zij begon eerst een kuil te graven in het zand, en toen deze diep genoeg was, legde zij er hare eieren in, welke zij met zand bedekte.

Toen zij zich gereed maakte om weêr de zee op te zoeken, sprong Downing te voorschijn en sloeg met een stok het dier op den kop; van de bedwelming van het dier maakte hij gebruik om het omver te werpen, zoodat het niet meer kon vluchten.

Nauwelijks zaten wij weêr in onzen schuilhoek, of Downing wees mij op eene kolossale schildpad, die naar de zandbank kwam gezwommen. Op dertig meters van bedoelde bank stak zij den kop boven water en keek in het rond. Ze uitte toen een soort van gefluit, dat, zoo als Downing mij zeide, ten doel had hare vijanden te verjagen. Vervolgens zwom zij naar de bank en werkte er zich tegen op.



illustratie
OP DE SCHILDPADDENJACHT IN DEN ATLANTISCHEN OCEAAN. - HOE DE WASCHBEER SCHILDPADDEN VANGT.


Zij ging te werk even als hare voorgangster, die geborgen was achter het heuveltje, waar wij zaten. In minder dan vijf minuten had zij een gat gegraven, waarin zij hare eieren begon te leggen, zeven en zeventig in getal, zooals wij later telden. De eieren hadden de grootte van een hoenderei, waren zeer rond en met een witte en leêrachtige huid bedekt.

De schildpad had een grooten kop, en Downing, die hare gewoonten kende, wierp zich, tot mijne groote verbazing, op haar, zonder het overeengekomen teeken gegeven te hebben. Hij vertelde mij later, dat die soort, als zij bezig zijn met het leggen harer eieren, er niet meê kunnen ophouden.

Hij plaatste zich voor de schildpad, steunde met zijn schouder tegen een harer voorpooten, lichtte het dier op, en al zijne krachten inspannende, wierp hij het op den rug. Daar het dier buitengewoon groot was, spartelde het hevig, tot Downing haar de pooten afsneed, om het te beletten zich te bewegen.

Toen dat gedaan was, borgen wij het reusachtig monster bij zijnen makker en gingen voort met onze vangst, tot zich geene schildpadden meer vertoonden.



illustratie
OP DE SCHILDPADDENJACHT IN DEN ATLANTISCHEN OCEAAN. - DE REUZENSCHILDPADDEN VAN [...]EN OCEAAN.


[pagina 310]
[p. 310]

De kustloopers en Downing hadden op die wijze in drie uren tijds niet minder dan zes en vijftig schildpadden gevangen.

Nadat men den buit in de booten had geborgen, gingen we eieren zoeken. Gewapend met een stok, verspreidden zich allen over de zandbank en peilden het zand, waar sporen van schildpadden te zien waren. Het is echter niet altijd eene gemakkelijke taak ze te ontdekken, want de golven en ook de wind vegen deze sporen bijna geheel uit. Alvorens naar Hetera terug te keeren, hadden wij achttien nesten gevonden, waarin zich bijna zevenhonderd eieren bevonden.

De vangst was goed geweest, waarom het maal gekruid werd met allerlei vroolijke gesprekken. Het meest werd echter gesproken over de schildpaddenvangst en ik hoorde er menige merkwaardige bijzonderheid.

De schildpadden met den groenen mantel zijn in die streken zoo overvloedig, dat vijf of zes mannen gedurende zes maanden alleen van hare vangst zouden kunnen leven.

De schildpaddenjacht op de kusten van Florida geschiedt niet altijd op dezelfde wijze. Aan de mondingen der rivieren spannen de schildpad visschers somtijds groote netten met wijde mazen, waarin de schildpadden gevangen worden.

Anderen gebruiken een harpoen, doch de schildpadden hebben in dat geval zulk eene groote kracht, dat men mij de geschiedenis van een Caraibiër mededeelde, wiens boot gedurende twee nachten en een dag door een geharpoende schildpad werd medegesleept. De arme Indiaan kon bij gebrek aan een snijdend voorwerp de koord, waaraan de harpoen met de schildpad was verbonden, niet doorsnijden.

Den volgenden morgen wekte Downing mij reeds vroeg en bracht mij naar zijn vergaarbak, waar de schildpadden geborgen waren, die wij den vorigen dag hadden gevangen. Daarna gingen wij met het geweer op de fazantenjacht, en keerden 's avonds vermoeid, doch met gevulde tasch naar huis terug.

Den tweeden dag nam de mulat mij mede in volle zee en wees mij een groot aantal schildpadden, die slapend op de stille wateren van den oceaan dreven. Downing had een zijner duikers meêgenomen, die zich nu gereed maakte te water te gaan.

Toen wij zes of zeven meters van de schildpad verwijderd waren, dook de duiker in de diepte en kwam naast de schildpad weêr boven water. Hij greep haar bij den staart en trok het dier aldus onder water. De schildpad ontwaakte en sloeg met de achterpooten: die beweging was voldoende om haar zoowel als den duiker boven water te houden, tot de boot genaderd was en mensch en dier daarin werden opgenomen.

Ik ga stilzwijgend mijn afscheid van de kunstloopers voorbij.

Toen ik mijn gastheer verliet, gaf hij mij eene groote schildpad, die driehonderd twee en vijftig kilogrammen woog, welke ik meê op de stoomboot nam, welke mij naar Savannah zou brengen. Ik bevool de zorg voor mijne schildpad een der matrozen aan.

Toen wij in de baai van New-York landden, vroeg ik:

‘Johnny, hoe gaat het met mijne schildpad?’

‘Ach, mijnheer!’

‘Wat wilt gij zeggen?’

‘Ach, mijnheer!’

‘Spreek, Johnny! Is zij dood?’

‘Neen, mijnheer!’

‘Wat is er dan gebeurd?’

‘Niets goeds! Zij is....’

‘Maar zeg dan toch, wat er gebeurd is!’

‘Zij is onderweg in zee gevallen.’

Ik geloofde dat slechte nieuws maar ten halve, waarom ik mij bij den kapitein beklaagde, die mij echter afscheepte met de woorden, dat hij niet verantwoordelijk was voor de bagage zijner passagiers.

Ik was boos, doch kon er niets tegen doen.

Toen ik den volgenden dag te New-York langs den Broadway wandelde, zag ik voor een hotel eene schildpad liggen, welke sprekend geleek op het dier, dat ik van Downing ten geschenke had gekregen en dat volgens Johnny in zee was gevallen.

‘Vergeef mij, mijnheer,’ zeide ik tot den eigenaar van het hotel, die voor zijne deur stond, ‘is het onbescheiden u te vragen, hoe gij aan deze schildpad zijt gekomen?’

‘In 't geheel niet, mijnheer; zij werd gisteren avond door twee matrozen hier gebracht, van wie ik ze kocht voor dertig dollars, goedkoop dus!’

‘Dat geloof ik wel, doch die schildpad is mij ontstolen en ik zal u die som terug betalen om mijn eigendom weêr in bezit te hebben.’

Ik vertelde hem wat er gebeurd was, doch hij wilde niets hooren van eene teruggave.

Een beroep op den rechter hielp mij nog minder, want hij lachte mij uit. Ik moest dus zwijgen, doch nam mij voor, een amerikaanschen matroos nooit meer mijn vertrouwen te schenken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken